In dit artikel wordt alleen de lakenkoperstak van de familie te 's-Hertogenbosch en Tilburg behandeld. Over de afkomst van de stamvader is nog niets bekend. Wel circuleerde er in de familie een stamboom die verwantschap met de Bossche kanunnik Jan Kievits aantoonde: Roelof en Cornelis Kievits te Tilburg verklaarden in 1661 op verzoek van Willem Jan Kievits, secretaris van Babiloniënbroek, dat hij een zoon was van Jan Willem Kievits en een kleinzoon van Willem Jan Kievits, neven van genoemde kanunnik.1 Willem was wellicht identiek aan de hiernavolgende. Na zijn gezin wordt de familie van de kanunnik besproken. WILLEM KIEVITS en Mechtelt mr. Adriaen Lonis van Heze (zij testeerde op 26 juni 1627 voor schepenen van Hill), beiden wijlen in 1628, waren de ouders van:2
I. CORNELIS JAN KIEVITS kocht in 1536 van de kinderen van Roeloff van Dongen hun delen in de hoeve met twee watermolens, een korenmolen en een rosmolen te Oisterwijk ter plaatse ter Borcht.3 Hij was gehuwd met Barbara | 94 | ||||||||||||||||||||||||||||||
Gielis Claess. Ziek in de slaapkamer van zijn woonhuis te Oisterwijk maakte hij in 1541 samen met haar zijn testament ten behoeve van hun kinderen Gielis en Cecilia. De waarde van het leengoed Ter Borcht met de molens werd geschat op ƒ 4400.4 Cornelis overleed kort daarna en in 1544 maakte Barbara als weduwe haar testament.5 Haar moeder heette Katharyn Loeyers. II. GIELIS CORNELIS Kievits6 erfde het leengoed Ter Borcht met de molens, waarvan er een werd gebruikt als volmolen. Hij verhief het goed in 1540.7 Tijdens de Opstand werden de molens verwoest en Gielis vestigde zich metterwoon te 's-Hertogenbosch, waar hij lakenkoper was. Hij was gehuwd met Anna Jan Joordens van Boort8 (Verboirt), met wie hij testeerde in 1562 en 1581, telkens ten gunste van de langstlevende. Uiterlijk in 1587 overleed Gielis, want in dat jaar verhief zijn weduwe het leengoed.9 Zij maakte in 1594 een codicil, waarin zij ƒ 25 vermaakte aan de kerk van Oisterwijk tot een gelas inder selver kercke. Op haar begrafenis moest een schilderij van haar hangen en er moesten twee panelen worden geschilderd met haar man en hun zonen op de ene en haarzelf en haar dochters op de andere deur.10 Hierboven de triptiek van Gielis Kievits en zijn gezin (Kruisherenklooster Uden). De kinderen uit dit huwelijk waren:11
De familie te Tilburg ...
Afkortingen
| 95 |
Noten | |
1. | RAT, Tilburg R 613, 24 maart 1661. |
2. | BHIC, Leen- en tolkamer 130, f 149, 23 juni 1628. |
3. | GAH, R 1323, f 372, 17 maart 1536. R 1324, f 21, 17 november 1535. RAT, Oisterwijk R 241, f 23v, 20 december 1537. ARAB, Rekenkamer 17156, 20 juli 1536. |
4. | RAT, Oisterwijk R 245, f 27v, 20 januari 1541. |
5. | RAT, Oisterwijk R 248, f 62, 28 april 1544. |
6. | RAT, Oisterwijk R 26, f 71, 1 september 1557; f 74v, 8 oktober 1557. R 264, f 22, 7 april 1560. |
7. | ARAB, Rekenkamer 17157, 3 maart 1540. |
8. | RAT, Oisterwijk R 264, f 32, 3 juli 1560. R 284, f 7, 1 maart 1585. R 311, f 82v, 1 september 1617. |
9. | ARAB, Rekenkamer 17163, 7 juli 1588. GAH, R 1416, f 138v, 17 september 1587. |
10. | GAH, N 2662, f 186, 18 maart 1602. Zie voor de triptiek: A.M. Koldeweij, In Buscoducis 1450-1629. Kunst uit de Bourgondische tijd te 's-Hertogenbosch. De cultuur van de late middeleeuwen en renaissance ('s-Hertogenbosch, 1990) 66. |
11. | RAT, Oisterwijk R 306. f 46, 3 juli 1612. R 307, f 66v, 19 oktober 1613. R 308, ff 55v en 56v, 18 september 1614. |
12. | H. Bots, I. Matthey en M. Meyer, Noordbrabantse studenten 1550-1750 (Tilburg, 1979) 421, no. 2703. |
13. | L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's Hertogenbosch (5 dln.; Sint-Michielsgestel, 1870-1876) II, 250, 251. |
14. | GAH, N 2662, f 207, 1 maart 1603; f 217, 1 maart 1603. |
15. | RAT, Oisterwijk R 259, f 18v, i.m. 5 augustus 1598; f 19, 12 februari 1559. R 296, f 35v, 25 april 1604. |
16. | RAT, Oisterwijk R 293, f 15v, 6 april 1598. RHCE, Oirschot R 148, f 288, 22 april 1615. |
17. | RHCE, Oirschot R 147, f 19v, 20 januari 1610. R 148, f 147v, 28 april 1616. |
18. | RHCE, Oirschot R 147, f 458v, 4 september 1612. |
19. | RHCE, Oirschot R 150, los bij f 204,17 februari 1625. R 151, f 76, 8 april 1626. |
20. | GAH, R 1425, f 287, 29 februari 1604. RHCE, Oirschot R 146, f 80, 9 mei 1606. |
21. | GAH, OSA 3070, f XXV v, 23 mei 1597; f XXVI v, 24 juli 1597; f XXXII, 27 juli 1598; f XXXIX, 26 juli 1599; f LI, 24 juli 1601. |
22. | GAH, OSA 3070, f XXXIX, 26 juli 1599. |
23. | GAH, R 1419, f 312, 11 maart 1587. |
24. | GAH, R 1421, f 408v, 17 november 1590; f 413v, 7 december 1590. R 1409, f 305, 6 maart 1600. |
1990 |
E. van LithDe Geseling van ChristusIn Buscoducis 1450 1629 (1990) 66-67 |
|
2008 |
de BuurterOog in oog met verre verwantenBrabants Dagblad vrijdag 18 april 2008 |
A.M. Frenken e.a., 'Genealogieën van eenige voorname, aan elkaar verwante Meierijsche Geslachten' in: Bossche Bijdragen 2 (1919) 361
A.M. Koldeweij, In Buscoducis (1990) 53, 66; Bijdragen: 363
Léon van Liebergen en Wouter Prins, Deftige Devotie (2003) 69, 70 (afb. 14), 71