Cler. Luik, A. 1526-1529 (1526-1531) Den Bosch Meester Art Kievit was waarschijnlijk afkomstig van Vlijmen waar op 22 januari 1480 ook een Reyner, zoon van Ar(n)t Kyevit, als inwoner wordt vermeld. Deze was toen reeds langer dan een jaar geëxcommuniceerd op instigatie van de clericus Henrick Slaets wegens het zich onttrekken aan de rechtspraak van het Luikse hof. Meester Art, die blijkens zijn titel gestudeerd had, woonde vanaf 1526 of eerder in Den Bosch. Op 19 september 1526 stelde hij als notaris aan de Hoge Steenweg het testament op van Henrick Jan Cranen en diens vrouw Lysbeth. Op 29 januari 1529 was hij als zodanig ook aanwezig in het Leprozenhuis op de Eikendonk toen een man een aantal goederen schonk aan de kinderen van zijn zuster en aan het Leprozenhuis. In zijn signet nam meester Art de letters Ar. Ky. op en in de voet ervan het motto "Sola fides sufficit" (vgl. nr.248). Volgens Cuperinus was hij kapelaan van het Groot Gasthuis en overleed hij in de zomer van 1531 aan de pest. De andere kapelaan, meester Marten van Susteren uit het Land van Gulick, overleed toen eveneens aan de pest. 1) In de eerste helft van de zestiende eeuw woonden in Den Bosch twee beneficianten van de St.Jan die mogelijk aan de notaris verwant waren: heer Lambrecht Kyevit(s) (1503-1539) en heer Dirick Kyevit(s) (1508-1528). De eerste werd te Someren geboren als zoon van Peter Kyevits. Hij woonde aan de Oude Dieze en wordt in 1503 genoemd als rector van het St.Andreasaltaar in de St.Jan, bij welk altaar hij na zijn dood op 21 november 1539 ook begraven werd. Hij had een natuurlijke dochter Magdalena die getrouwd was met Jasper Arnt Monicx. Hun kinderen waren Jan en Katherijn Monicx, van wie de laatste omstreeks 1560 getrouwd was met Arnt Jans Zwanen en later met Hans Gerit Wellens, basconter van de St.Jan (zie nr.153). Heer Dirick Kyevits werd te Asten geboren als natuurlijke zoon van heer Jan Kyevits uit Nistelrode die in 1487 als priester voorkomt te Litthoijen. Heer Dirick wordt achtereenvolgens genoemd als bedienaar van de kerk en het Maria-altaar te Kessel (1485), rector van het O.L.V.-altaar in Den Dungen (1507) en bedienaar van het eerste Maria-altaar in de St.Corneliskapel op de Vughterdijk in Den Bosch (1510). Hij was tevens beneficiant van het St.Christophorusaltaar in de St.Jan en werd nadat hij op 31 maart 1532 was overleden bij dit altaar begraven. 2) |
Noten | |
1. | Bannenberg e.a., De oude dekenaten, II 146; Bijlage II 218.1, 218.2, vgl. 340.15 (Helmond 1464: Margarita, filia Henrici de Kyevoet Slaethen); Hermans, Verzameling, 104. Meester Marten van Susteren was bij zijn dood dus geen vicecuratus van de St.Jan, vgl.: Schutjes, Geschiedenis, IV 311; Bijsterveld, Laverend, I 328 nr.2648. |
2. | Heer Lambrecht: Bijlage II 31.15, 63.2, 63.3, 182.17, 182.23; Schutjes, Geschiedenis, IV 206; GAH, RA 1306, fo.333r (7 mei 1527), RA 1352, fo.144r-145r (16 jan.1548); Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, II 273; APB, St.Jan II, Obituarium, p.337, p.461 (20 nov.); Smits, De oude dekenaten, 275 nr.269; Heer Dirick: Van Schijndel, "Een onbekende tak Kievits", 113; Bijlage II 134.2, 253.1, 374.1; APB, St.Jan II, kwitanties d.d. 16 dec.1508 en 10 juni 1509; Schutjes, Geschiedenis, IV 206; Bannenberg e.a., De oude dekenaten, I 40, II 247, 268; Van Rooij, Het oud-archief, I 101 nr.1941, 213 nr.2824; Hezenmans, "Anniversarium", 134; Bijsterveld, Laverend, II 641 nr.2389; Smits, De grafzerken, 68 nr.57; Vgl.: heer Jan Kievits, kanunnik van de St.Jan sinds 1602 en vermoedelijke schrijver van het handschrift Kievits: AAB II, hs. Kievits, p.21; ABH, Kap.St.Jan, transscriptie van het handschrift door A. Frenken. |