Gedoopt in de Grote kerk 13 februari 1737, vader mr Hendrik, gedoopt in de Waalse kerk te Leeuwarden 17 november 1709, zoon van Dancker en Romeria van Andringa, sinds 23 september 1729 poirter van 's-Hertogenbosch, in 1735 schepen van 's-Hertogenbosch en rentmeester der Geestelijke goederen over het kwartier van Peelland, moeder Richarda Rachel Ouwens (S 78) (Poirtersboek 2, Mensonides en Van Zuylen XII); in 1756 ingeschreven aan de Leidse Universiteit (Alb. Stud. L-B. 1054); schepen te 's-Hertogenbosch in 1762, 1772, 1776, 1779 en 1782 (Van Zuylen XV en S 567); solliciteerde in 1787 naar het ambt van hoogschout (Wag. Vad. Hist. XIX blz. 299); raad te 's-Hertogenbosch in 1793 (A.R.A. Staten-Generaal 8006); in 1794 commissaris tot de wagenposterij op Maastricht en regent van het H. Geest Godshuis ('s-Hert. Rep. Alm. 1794-1795); van 1769 tot 1797 rentmeester der Geestelijke goederen over het kwartier van Peelland (Naamreg. Reg. Ver. Prov. 1794 en S 570); was in januari 1796 tevens rentmeester van het kapittel van St. Pieter te Boxtel, tot zijn overlijden in functie (R.A.N.Br. Gew. Bestuur 26 d.d. 29 januari no 5 en A.R.A. Wetg. Colleges 235 d.d. 27 juli 1798); practiserend advocaat in 1796 (Bossche Alm.); Alm. der Revolutions Charactere Chemnitz 1796 blz. 66 sub no 11 zegt van hem „des bekannten Donker Curtius vorzüglichster | 436 |
Freund; lebte vormals ganz still und unbemerkt in seiner Vaterstadt und da er ein guter Geograph und geschickter Physiker ist, so unterhielt er sich mit seinen Lieblingswissenschaften”; begraven 13 februari 1797 (S 570). Over de voornaam Dancker, zie Tax. 1927 blz. 66. | 437 |
zilver, gegoten, gesneden diameter: 4.3 cm dikte: 0.2 cm hoogte: 3.0 cm gewicht: 49.6 gr Rond zegelstempel met aan de achterzijde een halfrond handvat en daarop gegraveerd: S : Mr. DANKER DE KEMPENAER 1762 (r in klein kapitaal). Aan de voorzijde aan de buitenzijde een band van een bladerrand en een cirkel. Hierbinnen een omschrift op een lint, dat aan de bovenzijde een opening heeft, waaruit de schilddekking van een renaissanceschild steekt. De schilddekking bestaat uit een dekkleed, een toernooi- of traliehelm, met daarboven een wrong en een uitkomende man met in iedere hand een hooizaag. Heraldische beschrijving: fijn gearceerd; het schild draagt een klimmende leeuw tussen twee hooizagen. |
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 25
A.R.M. Mommers, Brabant van generaliteitsland tot gewest II (1953) 436-437