François Xavier Joseph Jacquin, 1821
Zierikzee 27 september 1765 - Aken 8 augustus 1833Huwde 1789 te 's-Hertogenbosch Anna Maria Emilia Martini ('s-Hertogenbosch 10 augustus 1763 - Helvoirt 2 juli 1848) (dochter van Antoni en Eva Maria Buys). Diverse functies in Bataafse en Franse tijd. In 1827 als rentenier verkiesbaar te Helvoirt met een aanslag van ƒ 199,67. S.P.: 'Conseiller de la cour du Justice de Braband Batave. Receveur de verponding, maire de la commune de Helvoirt. Revenue Annuel 12.000,-'. | 319 |
Gedoopt in de N.H. kerk te Zierikzee 27 september 1765, vader Marinus Bonifacius, moeder Hillegonda Christina Heshuysen, 14 april 1786 pensionaris honorair te Zierikzee en 25 september 1787 ontzet (De Vhalmot XXV blz. 116); oud-pensionaris en regent der stad Zierikzee, woonachtig te 's-Hertogenbosch, waar hij 23 juni 1789 getrouwd was met Anna Maria Emilia Martini, gedoopt in de Grote kerk te 's-Hertogenbosch 10 augustus 1763, dochter van mr Antoni, pensionaris der stad 's-Hertogenbosch en Eva Maria Buys, en sinds 13 december 1784 weduwe van Jacob Frederik Roosendael, die 2 juli 1848 te Helvoirt overleed (S 132 en 548); twee kinderen gedoopt in de Grote kerk in 1790 en 1794 (S 79); in 1787 ingeschreven aan de Utrechtse Universiteit (Alb. Stud. R-T. blz. 177); poirter van 's-Hertogenbosch 10 april 1789 (Poirtersboek 3); was in 1794 bij de nadering van de Fransen met vrouw en twee kinderen naar Haarlem gevlucht (A.R.A. Req. Staten-Generaal 7875 d.d. 10 november 1794); in 1798 lid van het Hof van Justitie in het voormalig Gewest Bataafs Braband (Bijlage Eerste Kamer Verteg. Lichaam d.d. 29 maart 1800); sinds 1799 gereformeerd broeder in de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap te 's-Hertogenbosch (Alm. van N.Br.); in 1803 benoemd tot lid van het gemeentebestuur te 's-Hertogenbosch (Res. Dep. Bestuur de Dommel 28 april 1803 no 2a en 12 mei no 36); krachtens Kon. Decreet van 15 juli 1806 no 1 benoemd tot gecommitteerde voor de verponding te Oisterwijk (A.R.A. Fin. 500 not. 25 augustus f.f.f. no 54); in 1808 en 1810 commissaris tot het werk der verponding in het ressort Oisterwijk te Helvoirt (A.R.A. Fin 808 en Bossche Alm.); 10 maart 1812 - 1814 rechter in de rechtbank te 's-Hertogenbosch (A.R.A. Min. van Justitie 9); bij Besluit van 10 mei 1814 no 169 benoemd tot rechter in de rechtbank van 1e aanleg te 's-Hertogenbosch, uit welk ambt hij vóór 19 april 1818 ontslag nam (Keizerl. en Hooggerechtshof 19 en 37); komt voor in de notabelenlijst van 2 maart 1814 (Metelerkamp blz. 83 en Ned. Stcrt no 5 van 8 maart 1814); behoorde 20 maart 1814 tot de voorstemmers van het ontwerp van de Grondwet (Allart, Verbaal blz. 40); in 1815 ontvanger der Directe Belastingen in Oisterwijk en Helvoirt (Alm. van N.Br.); werd in 1820 door aankoop heer van Zwijnsbergen onder Helvoirt (Voorname huizen II blz. 573 en N.Br. Leeuw 1952 blz. 81); overleden te Aken 8 augustus 1833 (N. Ned. Biogr. Wrdbk. III); zoon Marinus Bonifacius Willem, gedoopt 15 augustus 1790, werd in 1825 in de adelstand verheven (Ned. Adelsboek 1914 De Jonge van Zwijnsbergen); portretten van Frans Andries en echtgenote in: Wijnaendts van Resandt, Gesch. en Genealogie De Jonge 1924 blz. 155 en 156, zie ook: de Vos, Vroedschap van Zierikzee blz 663. | 434 |
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 30-32, 108
Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (2012) 427-428
Klaasje Douma, De adel in Noord-Brabant, 1814-1918 (2015) 15, 117, 182, 215, 327, 383; Bijlage 88-89, 110, 114, 156, 160, 179
Maarten Duijvendak, Rooms, rijk of regentesk (1990) 319, 330
A.R.M. Mommers, Brabant van generaliteitsland tot gewest II (1953) 434
Nederland's Adelsboek (1905) 387-388
A.F.O. van Sasse van Ysselt, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch (1910) II. 573
M.G. Wildeman, De Ridderschap van Noordbrabant (1903) No. 30, 67