Ook als politie-agent is Cor Huijbregts een bekende persoonlijkheid in Den BoschRechtsback bij BVV, linksback in Oranje. Cor Huijbregts maakt er geen probleem van. Trots is hij op zijn drie interlands. Zijn veelzijdigheid is zo groot dat hij in zijn laatste seizoen als speler van BVV (1955-1956) ook als rechtsbuiten en middenvoor wordt ingezet. Hij moet zich dat seizoen zelfs een enkele keer als reserve-doelman beschikbaar houden wanneer Dré Saris door een blessure afwezig is.Cor Huijbregts (1920-2005) staat bekend als een ‘knoerharde verdediger’. Aan slap ingrijpen kan hij zich hevig ergeren. Hij is technisch vaardig, maar wordt ook wel eens wat traag genoemd. ‘Maar als ze mij voorbijgingen, had ik m’n tegenstander binnen een paar meter weer te pakken’, heeft hij zijn schoonzoon Harrie Jansen steeds voorgehouden. Begin 1935 komt Huijbregts vanuit zijn geboorteplaats ’s-Graveland (vlakbij Hilversum) naar Den Bosch. Zijn vader heeft hier werk gevonden als tuinman. Het gezin verhuist naar de Lange Putstraat, in het hart van de stad. Cor Huijbregts wordt als 15-jarige door BVV ontdekt in het schoolelftal van de Sint-Josephschool. Corrie, noemen ze hem, zo zal het altijd blijven. De crisis in de jaren dertig lokt hem met een baantje in het houtverwerkende bedrijf Picus in Eindhoven naar de gelijknamige voetbalclub, later omgedoopt tot De Spechten. De Tweede Wereldoorlog dwingt Huijbregts in 1940 voor korte tijd als gewonde krijgsgevangene van het regiment infanterie naar Luckenwalde, zuidelijk van Berlijn. Na de bevrijding van Zuid-Nederland zet Cor Huijbregts zijn voetbalactiviteiten in februari 1945 voort bij tweedeklasser Concordia SVD in Den Bosch. Een half jaar slechts, dan is hij terug bij BVV. Wat volgt is een succesvolle periode met drie regionale titels op rij en het landskampioenschap in 1948 als hoogtepunt. Hoewel hij geen aanvoerder is, geldt Cor Huijbregts al die jaren als een sleutelpersoon binnen het elftal. In een terugblik op de ‘gouden jaren’ in het Brabants Dagblad in 1989 noemen zijn medespelers hem nog steeds ‘de grote ritselaar en regelaar’, dé speler die als het nodig was, wel wat kon afdwingen bij het bestuur én tegenstanders. De keerzijde daarvan is dat Huijbregts snel de zondebok is wanneer het misgaat; bijvoorbeeld op een avond na een uitwedstrijd bij Heerenveen als BVV overnacht in een hotel in Oranjewoud. Dorus Donhuijsen slaagt er die avond in via aan elkaar geknoopte lakens onopgemerkt het hotel te verlaten. Hij komt terug met enkele flessen jenever. Trainer Charles Jackson is woedend als het lawaai hem wakker maakt. Huijbegts veertig jaar later, nog steeds boos: ‘Ik kreeg de schuld terwijl ik juist vanwege een blessure niets had gedronken.’ Behalve drie interlands, als 30-jarige, speelt Huijbregts ook enkele tientallen keren in de schaduwteams van Oranje: De Zwaluwen, het Nederlands B-team en het Bondselftal. Bovendien komt hij regelmatig aan bod in het zuidelijk elftal en het Nederlands politie-elftal, daarin vaak samen met zijn clubgenoot Jan Remmers. Vanaf 1 april 1945 is Cor Huijbregts politieagent en heeft hij onregelmatige diensten. ‘Als hij wist dat ik vrij was, stond Jackson vaak 's morgens aan de deur. Hup, naar Heidelust, trainen. Dan moest ik met de kooi trainen. Dat was een doel van hout, dichtgemaakt met latten die kriskras vast waren gespijkerd. Als je een bal trapte kwam-ie op alle mogelijke manieren terug. Dan moest je links en rechts trappen van d'n Jack. Beulswerk. Je werd er wel perfect tweebenig van.’ Ook als (strenge) politieagent groeit Cor Huijbregts uit tot een bekende persoonlijkheid in Den Bosch. Traditioneel rijdt hij elk jaar in een zijspan voorop bij de carnavalsoptocht. Als beheerder van verkeerd gestalde fietsen krijgt hij de bijnaam ‘fietsendief.’ De voetbalcarrière van Cor Huijbregts eindigt op bijna 36-jarige leeftijd wanneer BVV in 1956 een plaats verwerft tussen de 18 clubs in de nieuw gevormde Eredivisie. Huijbregts, vader van zoon André en dochter Charlotte, blijft wel actief als trainer van amateurclubs. Zijn zoon gaat niet bij BVV maar bij rivaal Wilhelmina spelen en verhuist later naar Duitsland. Bij diens zoon Thomas (1988) komen de voetbalgenen van opa tot uiting. ‘Een aanvallende middenvelder. Hij is snel, ziet het en geeft goeie ballekes af’, zegt Cor Huijbregts in 2003 in het Brabants Dagblad over zijn dan bijna 15-jarige kleinzoon. Thomas toont zijn talenten in het Onder 19-team van 1. FC Köln, maar blessures staan een profcarrière in de weg. De laatste jaren van het leven van Cor Huijbregts verlopen moeizaam. Zijjn gezichtsvermogen neemt af, zijn gehoor verzwakt, met biljarten gaat het minder. In juli 2005 wordt Cor Huijbregts opgenomen in zorgcentrum De Herven, waar zijn charme niet verdwijnt, maar op 24 december 2005 de ogen toch voorgoed dichtgaan. | 177 |
Thys Burgerhof e.a., 75 jaar voetbal wel en wee van BVV (1981) 8, 9, 10, 26, 27, 40, 48
A.L. Mees e.a., Gedenkboek B.V.V. 1906-1946 (1946) 103, 122, 135
Henk Mees, De vergeten kampioen : BVV in 1948 (2024) 6, 32, 48, 75, 77, 80, 88, 89 (afb. 5), 90, 98, 99, 104, 106, 114, 115, 118, 126, 129, 146, 148, 149, 151, 167, 168, 169, 170, 173, 177-178, 193, 209, 221, 236
Henk Mees en Piet Lauwen, Olympische sporen in 's-Hertogenbosch (2012) 34