Telg uit een oud Limburgs geslacht van katholieke bestuurders die na zeventien jaar burgemeester te zijn geweest op het Brabantse platteland op aandrang uit de provincie zelf Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant werd. Gewend een collegiaal bestuur voor te zitten, streefde hij in het college van GS actief naar compromissen. Integer en stijlvol, maar ook doortastend bestuurder met grote aandacht voor de sociale en economische belangen van de Brabanders. Vriendelijk gedistingeerd heer, die zo nodig op de fiets naar het Provinciehuis kwam en ook bij de koninklijke familie reçu was. in de periode 1987-2003: Commissaris van de Koning(in) |
Namen en wapenen der Heeren Beêedigde Broeders soo Geestelijke en Wereltlijke van de seer oude ende seer doorluchtige Broederschap van onse Lieve Vrouw binne de stad s'HertogenboschMr. F.J.M.Houben Candidandus 1983 | 10v |
Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (2012) 413
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Geschiedenis van Noord-Brabant (1996-1997) III. 45, 46, 49, 50, 54, 114, 356
Nel van der Heijden Rogier, Slager : Acht Bossche kunstenaars en een museum (2015) 282, 283
Noordbrabants Historisch Jaarboek 13 (1996) 217; 16 (1999) 257
Jan van Oudheusden, Geschiedenis van Brabant van het hertogdom tot heden (2004) 11