H.C. de Graaff, 1889
Historische verzameling der Schutterij te 's-HertogenboschNL-HtSA Archiefnummer 0233 |
Portret van Jacob Martin Severinum Heuckeroth (1853-1936), luitenant-kapelmeester van de schutterij van |
Geb. te Amsterdam 17 April 1853, leerde van zijn vader Jacob. H. (solo-pistonist) verschillende instrumenten bespelen. Zijn vioolstudiën werden bij de achtereenvolgende concertmeesters van het Parkorkest (directie W. Stumpff) voortgezet, terwijl hij van De la Fuente, J. Kwast en D. de Lange onderricht in theorie en compositie ontving. Als jongmensch van 16 jaar was hij reeds lid van het Parkorkest en trad herhaalde malen als viool-solist op. Later werd hij orkest-directeur aan den Stads-Schouwburg, daarna bij de Operette van Prot. In 1889 werd Heuckeroth tot kapelmeester en tot leeraar aan de muziekschool te 's Hertogenbosch benoemd, om daarna als 2e dirigent van het Concertgebouw-orkest (directie W. Kes) op te treden. Daarna leidde hij gedurende twaalf jaar het orkest der Arnhemsche Orkest-vereeniging en bracht dit op een moderne hoogte. Twee muziekfeesten met een koor van ± 500 zangeressen en zangers en een orkest van 120 personen hebben er toe geleid, dat hij Beethoven's negende Symphonie in Arnhem en Gustav Mahler's derde Symphonie in Nederland heeft geïntroduceerd. In 1907 werd hij voor de tweede maal 2e dirigent bij het Amsterdamsche Concertgebouw-orkest, nu onder directie van W. Mengelberg. Toen hij na eenigen tijd het voornemen te kennen gaf om als zoodanig af te treden, liet hij, op nadrukkelijk verlangen van het Bestuur en de orkestleden, dit plan varen. Evenwel, kort daarna kwam hij op dit voornemen terug en dirigeerde hij voor het laatst in de eerste dagen van Augustus 1908. In zijn plaats werd Cornelis Dopper benoemd. Thans is hij Dirigent-Directeur van de Nederl. Opera in het Rembrandt-theater te Amsterdam. Hij componeerde en arrangeerde voor Harmonie-orkest, ouvertures, en diversen voor strijkorkest, mannenkoren, enz. o.a. „Eria", voor mannenkoor. Marsch, opgedragen aan de Vereen. voor vreemdelingenverkeer te Arnhem. „Het Hollands duin" (A. Bogaers), voor bariton met piano. | 75 |
René Bouwman en Theo Hoogbergen, Muziekleven in 's-Hertogenbosch : Thema vol variaties (2002) 44, 115, 120
J.H. Letzer, Muzikaal Nederland 1850-1910 (1913) 75
A.J.J. van de Well, Beschrijvende Catalogus van de Historische Verzameling der Schutterij te 's-Hertogenbosch (1910) 67
H.J. Zomerdijk, Het muziekleven in Noord-Brabant 1770-1850 LI (1981) 171
H.J. Zomerdijk, Het muziekleven in Noord-Brabant 1850-1914 LV (1982) 141, 151, 153, 168-169, 219-221, 250, 266, 273, 357, 372