Halteren, Johannes Joseph Maria van
Architect, lid Alg. Kath. Kunstenaars Vereeniging. Geboren op 14 april 1893 te Amsterdam, als zoon van Jan van Halteren, aannemer, en Maria Otto. Gehuwd met Gerarda Maria van der Hoek op 29 december 1921 te 's-Gravenhage.
Kinderen: Maria Adelberta, geboren 19 september 1922; Johanna Georgina, geboren 5 december 1923; Johan Joseph Maria, geboren 30 april 1925; Catharina Maria, geboren 28 december 1926; Adelbertus Martinus Antonius, geboren 3 maart 1928 en Antonius Maria, geboren 14 mei 1930.
Hij bezocht de Industrieschool te Amsterdam, en werkte verder met privaatlessen en lessen aan de Haagsche Teekencursus voor de acte M.O. teekenen, die hij in 1920 verwierf. Daarna was hij op diverse teekenbureaux werkzaam, o.a. bij de architecten Jan Stuyt, Jos. Cuypers, en P.J. Bekkers, allen te Amsterdam, ook werkte hij eenigen tijd in Rijksdienst, afd. Rijksgebouwen.
In 1919 vestigde hij zich als architect te 's-Gravenhage, waarna hij zich in 1920 associeerde met architect W. van Aalst. Deze associatie duurde tot 1925 en was oorzaak dat zijn woonplaats 's-Hertogenbosch werd.
Sinds 1925 heeft hij verschillende groote werken tot stand gebracht, o.a. inrichtingen voor opvoeding en onderwijs, kloosters, verzorgingshuizen, ziekenhuizen en kerken. Tot de kleine opdrachten behoorden diverse landhuizen.
Zijn jongste opdracht is het maken van plannen voor het opnieuw bouwen van de door brand vernielde kerk te Tiel.
W. Van Oranjelaan 5, 's-Hertogenbosch.
|  |