Joannes van Gent

's-Hertogenbosch 6 februari 1664 - Antwerpen 28 juni 1748 (84)

Noordbrabantse studenten

1595. GENT, Joannes van

307
H. Bots, J. Matthey, M. Meyer, Noordbrabantse studenten (1979) 307
Van Reyn & Persoons

Joannes van Gent

Literatuur
Hildebrand, De kapucijnen, 5 (1950), blz. 390; 7 (1952), blz. 30, nr. 83; 8 (1954), blz. 478-479, 536, 764, 784; 9 (1955), blz. 136, 169, 189, 210, 301, 349, 374, 396, 445, 604, 657, 660-661, 693; 10 (1956), blz. 478; St.Axters, Geschiedenis van de vroomheid in de Nederlanden, 4, 1960, blz. 47, 49, 54, 55, 302-304; Bots, Noordbrabantse studenten, blz. 307; Gerlach, De retraite bij de Capucijnen in de XVII-XVIIIe eeuw, in Franciscaansch leven, 13 (1930), blz.106; Hildebrand, Albert de Bois-le-Duc, in Dictionnaire de spiritualité, 1 (1937), kol. 283-284; P. Albertus van 's-Hertogenbosch in Westdorpe, in Franciscaansch leven, 11 (1928), blz. 83-89; Een apostel der H. Communie in de XVIIIe eeuw. P. Albertus van den Bosch, kapucijn, in Algemeen Nederlandsch eucharistisch tijdschrift, 7 (1928), blz. 158-163; Een portret van P. Albertus van 's-Hertogenbosch, in Franciscaansch leven, 11 (1928), blz. 94-95; Kapucijnerpredicatie in België voor de Fransche Omwenteling, in Ons geestelijk erf, 16 (1942), blz. 78, 239; De Belgische kapucijnen en de wereldlijke derde orde, in Franciscana, 4 (1921), blz. 137-168; Een vergeten ascetische schrijver en apostel der veelvuldige communie. P. Albertus van Den Bosch, in Ons geestelijk erf, 2 (1928), blz. 176-188 en 245-275 (cfr. Etudes franciscaines, 41 (1929), blz. 616-617); P. Albertus van 's-Hertogenbosch en de zusters van Horst, in Franciscaansch leven, 11 (1928), blz. 124-131; Uitgaven betreffende Nederlandsche kapucijnen, in Ons geestelijk erf, 7 (1933), blz. 443-445 (naar aanleiding vna Gerlachus, Wie is de auteur van de "Geestelijcke oeffeningen voor de novitien" ?, in Franciscaansch leven, 15 (1931), blz. 266-272, 297-301, 323-332); Lexicon capuccinum, Rome, 1952, kol. 29-30; Metodio da Nembro, Quattrocento scrittori spirituali, Rome, 1972, blz. 412-413; J. Nouwens, de veelvuldige H. Communi in de geestelijke literatuur der Nederlanden vanaf het midden van de 16e tot in de eerste helft van de 18e eeuw, Bilthoven en Antwerpen, 1952; Optatus, Benedictus van Canfield en ons geestelijk erf, in Ons geestelijk erf, 20 (1946), blz. 316, 318-319, 322; Paschasius, Een Bossche dichter, P. Albertus van Gendt, minderbroeder-kapucijn, in Franciscaansch leven, 1 (1917-1918), blz. 173-177 en 225-228; L. Polman, Katholiek Nederland in de achttiende eeuw, 3, Hilversum, 1968, blz. 258-259.
G. Van Reyn en E. Persoons
Literatuur en bronnenpublicaties

H. Bots, J. Matthey, M. Meyer, Noordbrabantse studenten (1979) 307

P. Hildebrand, De Kapucijnen in de Nederlanden en het Prinsbisdom Luik V (1950) 390; VII (1952) 30; VIII (1954) 478-479, 536, 764, 784; IX (1955) 136, 169, 189, 210, 301, 349, 374, 396, 445, 604, 657, 660-661, 693; X (1956) 478

n: vermelding in een voetnoot