afb.
Pseudoniemen: Ad Marefkes en Dokus Cent. Gymnasium bij Franciscanen in Venray en Augustijnen Eindhoven, studeerde aan Koninklijke Academie voor Kunsten in 's-Hertogenbosch van 1937-1939, en aan de Kon. Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen van 1939-1942; ziekbed van 1942-1945, vanaf 1946 free-lance kunstcriticus bij o.a. Provinciaal Noordbrabantse Courant Het Huisgezin, voorloper van Brabants Dagblad; van 1949 correspondent-kunstcriticus bij het dagblad Het Vrije Volk, editie Zuid-Nederland. Sinds de vijftiger jaren promotor, organisator en inrichter van tentoonstellingen en coördinator tussen kunstenaars en opdrachtgevers; werd aangesteld als hoofd tentoonstellingsdienst van het Provinciaal Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant; in 1971 -na een conflict- uit deze functie getreden; sindsdien 'los werkman' in dienst van de Muze, richtte nog diverse tentoonstellingen in, trok heel Brabant door met een tentoonstelling over de Brabantse monumenten in het Monumentenjaar 1975. Domien van Gent legde een grote verzameling van moderne kunst uit Brabant aan, alsmede een grote collectie kikkers, symbool van de carnavalsstad Oeteldonk. Onder overgrote belangstelling werd in maart 1979 afscheid van Domien van Gent genomen. Bij wijze van eerbetoon werd in mei 1980 een tentoonstelling samengesteld uit de nagelaten collectie, bestaande uit schilderijen, tekeningen, grafiek en objecten van voornamelijk Brabantse kunstenaars en enige werken van Domien zelf; het werd een hommage aan Domien van Gent in kasteel Nemelaer te Haaren. | 41 |
In april 1983, bijna vijf jaar geleden, begon het Brabants Dagblad de rubriek 'Oe gotte kčk doar' met een foto met twee stenen en deze tekst. Dit 'monumentje' was een van de vele ideeën van 'Blokopener' en 'los werkman in dienst van de muze' Domien van Gent (1917-1979). Zijn idee was het om meer van dergelijke teksten in de stad te plaatsen. Echter, bij de juist gereedgekomen restauratie van het hoekpand Molenstraat/Sint Jansstraat zijn deze stenen verdwenen... Domien van Gent werd als zoon van een boekhandelaar in 1917 in Den Bosch geboren. Hij volgde een opleiding aan de Antwerpse kunstacademie er werd na de oorlog kunstcriticus bij verschillende bladen. Daarnaast organiseerde hij tentoonstellingen. Dit leidde ertoe dat hij in 1956 tot hoofd (en enige medewerker) werd benoemd van de tentoonstellingsdienst van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant. Voor de honderden tentoonstellingen die hij maakte, zocht hij zelf de kunstenaar uit, doorzocht hij honderden ateliers, verzorgde hij het drukwerk, richtte deze tentoonstellingen in en leidde de bezoeker zelf rond. In de elf jaar dat hij deze functie uitoefende organiseerde hij 380 tentoonstellingen in 92 Brabantse gemeenten. Soms moest hij op één dag op drie verschillende plaatsen zijn. In deze periode heeft hij de Brabanders kennis laten maken met de moderne kunst. Vooral door zijn contacten met scholen confronteerde hij de kinderen ermee. In 1975 werd Domien aangezocht om in verband met het Monumentenjaar een tentoonstelling in de provincie te presenteren. Gedurende één jaar ontving hij 35.000 bezoekers, waaronder 12.000 schoolkinderen. Er werden 33 gemeenten aangedaan met de expositie 'Monument en Brabant'. In het officiële verslag van dit Monumentenjaar staat dat 'Domien van Gent op de van hem bekende wijze met de tentoonstelling rondtrok'. Iets verder: „Op enkele plaatsen ontstonden er conflicten rond tentoonstelling en begeleiding, doch deze werden naar vermogen in der minne opgelost”. Logisch dat er conflicten ontstonden, want Domien had voor iedere gemeente een eigen inbreng verzorgd, waarin die gemeente op haar eigen missers (het slopen van monumenten) uit een recent verleden werd gewezen. De gemeentelijke bestuurders stelden dat niet zo erg op prijs. Er kwamen dan ook krantekoppen als 'Best is Domien van Gent meer dan zat'. In dit artikel schreef de verslaggever ondermeer: „Schokkend vonden ook de bezoekers de manier waarop Van Gent zijn homoseksualiteit uitdroeg.” Hierop reageerde Domien zeer fel met een ingezonden stuk, waarop de redactie ijlings excuses maakte wegens het 'onzorgvuldig handelen' van een correspondent. Domien schreef: „Schokkend vind ik het zelf ook in zoverre, dat ik uit uw publicatie moest vernemen dat ik zo zou zijn. Ik was daar niet eerder van op de hoogte, noch heeft ooit iemand mij dat gezegd.” En: „Een minder aangenaam gevolg van de aantijging voor mijn persoon is, dat tal van aangename relaties van hetero-aard zoals dat heet, zorgvuldig passend bij mijn vrijgezellenstaat, kwetsbaar en wel, mogelijk hier en daar lichtelijk verstoord zouden kunnen raken.” |
Door Nort LammersDe meeste mensen in onze stad zullen deze Bossche uitdrukking wel kennen. Dat deze uit de verzameling van Bossche spreuken komt van Domien van Gent zullen velen niet weten. Domien, ook wel bekend als “los werkman in dienst der muze”, verzamelde een kleine 150 spreuken.Wie was Domien van Gent en waarom heeft hij deze spreuk laten aanbrengen schuin tegen over Zoete Lieve Gerritje, op het hoekpand van Molenstraat en Sint-Jansstraat? Domien werd in 1917 geboren in ’s-Hertogenbosch als zoon van een bekende Boekhandelaar. Hij bezocht de Bossche en Antwerpse kunstacademie en werd later kunstcriticus bij verschillende bladen. In opdracht van de Provincie organiseerde hij vele tentoonstellingen. Hij wilde de Brabanders en dan speciaal de jeugd, kennis laten maken met moderne kunst. Met groot succes organiseerde hij in 1975 de rondreizende expositie “Monument en Brabant”. Hij was een fervent voorstander van de bescherming van monumenten, voortkomend uit zijn liefde voor het authentieke in de mens en uit zijn houding voor authenticiteit van stad en streek. Bij dit alles had hij ook oog voor het kleine. Als fervent voorstander van de Bossche carnaval werd hij bekend door zijn creaties waarin de kikker een hoofdrol speelde. Alom geliefd was zijn enorme verzameling kikvorsen. Zelfs KLM-reizigers maakten kennis met Domien als verwoede verzamelaar van kikkers. In de Holland Herald verscheen een uitvoerige beschouwing over de “professor of frogology”. Hij verzamelde ook populaire Bossche uitdrukkingen, want het Bossche dialect was hem lief. Ze waren het volgens hem meer dan waard om aan volgende generaties door te geven. Hij zag ze graag als kleine monumenten ergens aangebracht in de Bossche binnenstad. Bij leven werd er slechts eentje in enkele keien gegraveerd: “Oe Gotte Kčk daor”. In 1979 stierf Domien. Zijn begrafenis vanuit de Sint-Jan, werd een geweldige happening die ouderen zich zeker nog zullen herinneren. In 1988 werd het hoekpand Molenstraat-Sint-Jansstraat verbouwd. De spreuk “Oe Gotte Kčk Daor” verdween al bij de eerste sloopwerkzaamheden. Dat was mede aanleiding om de werkgroep Het Kleine Monument op te richten in 1989. Na herhaalde oproepen in de plaatselijke pers kwamen beide stenen weer boven water. Een Bosschenaar had ze van het slooppuin gered en ze mee naar huis genomen en bewaard tot betere tijden. Dat moment kwam in 1995 toen het hoekpand werd gerestaureerd. HKM heeft in overleg met de aannemer de stenen opnieuw laten aanbrengen op de originele plek. Bij de onthulling kondigde de werkgroep HKM aan het werk van Domien van Gent voort te zetten. Niet alleen uit piëteit voor hem, maar ook omdat, zô gezeed, het een Bourgondische manier is om met ons Bossche dialect om te gaan. Er zij inmiddels al meer dan 40 Bossche gezegdes aangebracht. Zowel spreuken van Domien als ook die gebezigd werden binnen de eigen Bossche familie. Als papa, opa, met keind of kleinkeind langs zo’n spreuk loopt kan ’t mčnneke of mčske vragen: “Wat staat daar”? Papa, opa, kan dan in z’n beste dialect antwoorden met: Wčnne koekwaus, ’t is klaor goeie botter, Mar veur efkes, ’t is krčk veur d’n bult ’t heet net gespuld, …… Zeker weten: Domien vindt dit allemaal prachtig. Inmiddels zijn er ook twee speurtochten gemaakt langs de Bossche spreuken: de “Sint-Jansroute” en de “Havenroute”. Je hebt een gezellige dag , het is een leuke manier om met dialect om te gaan en ge komt “ok nog op hil bijzundere plčkskes van de stad, ok nog ok”. |
1961 |
VerslaggeverIn vaste dienst bij de muzeBrabants Dagblad zaterdag 18 november 1961 |
|
1973 |
VerslaggeverJaarvergadering Provinciaal Genootschap : Regeling kwestie - Van Gent?Brabants Dagblad zaterdag 9 juni 1973 |
|
1977 |
VerslaggeverDomien van Gent 60 jaarBrabants Dagblad woensdag 31 augustus 1977 |
|
1979 |
Ton FrenkenDomien van Gent confronteerde Brabant met het nieuwe. Een 'blikopener' voor de kunstBrabants Dagblad maandag 19 maart 1979 |
|
1979 |
Luc van GentDomien van GentHet Stadsblad woensdag 21 maart 1979 |
|
1979 |
RedactieDomien van Gent overledenBossche Omroep woensdag 21 maart 1979 |
|
1980 |
Ton FrenkenExpositie van bonte collectie in kasteel Nemelaer. Hommage aan Domien van GentBrabants Dagblad zaterdag 10 mei 1980 |
|
1988 |
Henny MolhuysenVerhalen en legenden : Domien van Gent: los werkman in dienst van muzeBrabants Dagblad woensdag 3 februari 1988 (foto) |
|
1992 |
Frans van Gaal, Patrick Timmermans'En dagge bedankt zijt, dč witte!'. Namen van straten, pleinen en gebouwen, tegen de Dieze-stroom in (concept)s.n. (s.l. 1992) |
|
1997 |
Gerard MontéLiteraire wandelroute 's-HertogenboschHet Noordbrabants Genootschap ('s-Hertogenbosch 1997) |
|
2000 |
Marjan VonkLuc van Gent onthult klein monumentKringNieuws 1 (2000) 4 |
|
2004 |
Nik de VriesSpreuken van DomienKringNieuws 3 (2004) 5 |
|
2013 |
RedactieExpositie rond Domien van GentBrabants Dagblad maandag 15 april 2013 | 13 |
Coen Free, Dit gaat nooit voorbij : Bossche Popmuziek en Literatuur in de Sixties (2010) 121
Coen Free, Zoete Lief, oorzaak veler plagen (1999) 21, 82