Gedoopt Grote Kerk 's-Gravenhage 29 januari 1764, vader mr. François Jacob, gepromoveerd te Leiden 13 augustus 1757, die met mr Handrik Justus van Oldenbarnevelt gen. Witte Tullingh en twee andere juristen het College van 's lands advocaten vormde, overleden 's-Gravenhage 14 mei 1809, moeder Catharina Lamina Elisabeth de Roos, gedoopt N.H. Kerk Amerongen 27 februari 1735, dochter van ds Johannes, 23 februari 1725 als predikant te Amerongen bevestigd, en Maria Margarita Pronck, overleden 's-Gravenhage 18 februari 1813 (B.S. 's-Gravenhage 17, B.S. Amerongen 23b, N.B.S. 's-Gravenhage en A.R.A. Staten-Generaal 7559 d.d. 18 november 1790, 7865 d.d. 29 juni 1792 en 5385 d.d. 10 october 1794 en Nat. Gerechtshof 165); in 1782 ingeschreven aan de Leidse Universiteit (Alb. Stud. L-B. blz. 1140); 22 januari 1785 lid van het exercitiegenootschap Pro Pallade et Libertate te Leiden (A.R.A. coll. Dum. Pig. JJJJJ.); poirter van 's-Hertogenbosch 21 october 1788 (Poirtersboek 3); trouwt in de Grote Kerk 's-Hertogenbosch 16 juni 1789 met Elisabeth Samuella Theophile Bon, geboren 's-Hertogenbosch, dochter van dr Johan, geboren Harderwijk, poirter van 's-Hertogenbosch sinds 26 september 1749, schepen in 1754 en sinds 1 augustus 1754 professor in de geneeskunde aan de Illustre school te 's-Hertogenbosch, getrouwd in de N.H. Kerk te St. Michielsgestel 28 april 1765 en aldaar begraven 4 mei 1802, en Margarethe Jacoba Smits, overleden Buitenzorg onder Zoeterwoude 16 april 1806 oud 37 jaar (S 's-Hertogenbosch93, 566, 570, Poirtersboek 3, Van Zuylen XIV en Voorname huizen II blz. 414); woonde in 1795 in de Loverstraat te Rosmalen (Not. Centr. Adm. blz. 25); zoon dood geboren 8 april 1796 op de buitenplaats Noordervliet onder Voorburg, idem 21 december 1797 te 's-Hertogenbosch en 31 maart 1806 op Buitenzorg bij Leiden, had in 1814 twee dochtertjes waarvan een gedoopt in de N.H. Kerk te Vught 10 augustus 1800 (S 's-Hertogenbosch 570, S Vught 6, Advert. 's-Hert. Vaderl. Courant 15 april 1796 en Krantenknipsels C.B.v.G.); practiserend advocaat tot 15 januari 1800 (A.R.A. Wetg. Colleges 443); schepen te 's-Hertogenbosch in 1790 en 1792 en 8 maart 1798 aangesteld tot griffier der stad 's-Hertogenbosch, tot 15 januari 1800 in functie (Van Zuylen XVII en XXXII en Res. Repr. Bataafs Braband 8 maart 1798 no 10 en A.R.A. Wetg. Colleges 433); 14 en 24 december 1798 en 27 januari 1799 voorzitter van het Interm. Adm. Bestuur van het voormalige gew. Bataafs Braband, verzocht in 1798 om als lid van het Hof van Justitie over Bataafs Braband te worden aangesteld, A.R.A. Uitv. Bewind 581 d.d. 15 mei 32d en 24 mei 32d); van 15 januari 1800 - 1802 lid van het Departementaal gerechtshof in het gewest Bataafs Braband en het departement de Dommel te 's-Hertogenbosch (A.R.A. Wetg. Colleges 443 en S.s.k.L. 534 blz. 495, Alm. Bat. Omwentel. en Bossche Alm.); 27 october 1801 lid van de Commissie van schikking voor het departement Braband, bedankt 31 october en 16 november 1801 voorzitter (Alm. Bat. Omwentel. 1802 en A.R.A. Staatsbew. 235 exh. 19 november 1801 no 25 en 238 exh. 3 november 1801 no 27); in 1798 en 1802 regent van het Gereformeerd Weeshuis te 's-Hertogenbosch (Bossche Alm. 1798 en 1802); in 1802 en 1803 lid van het Departementaal Bestuur van Bataafs Braband (Wag. XLIV blz. 263 en Vredesalm. Bat. Volk 1803); verzocht 15 januari 1808 om aanstelling tot hoogheemraad van Rijnland, welke plaats reeds vervuld was (A.R.A. S.s.k.L. 506); bij Keizerlijk decreet van 30 november 1811 benoemd | 383 |
tot vrederechter van het derde canon van het departement Bouches de la Muese te Leiden, beëdigd 12 maart 1812 (A.R.A. Pr. Stedeh. 57); woonde Hoge Rijndijk 443 te Zoeterwoude; overleden te Zoeterwoude 31 juli 1814 (N.B.S. Zoeterwoude en Krantenknipsels C.B.v.G.); bij Souverein Besluit van 10 december 1814 no 24 werd de benoeming van 3 voogden over de beide dochtertjes door wijlen mr F.J. Gallé als onbestaanbaar met het thans regerend recht gedeclineerd (A.R.A. Min. van Justitie 10). | 384 |
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 32, 34-35
A.R.M. Mommers, Brabant van generaliteitsland tot gewest II (1953) 383-384
A.F.O. van Sasse van Ysselt, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch (1910) II. 414
R.A. van Zuijlen, Naamlijst en wapenkaart der leden van de regering de pensionarissen, griffiers en secretarissen van 's Hertogenbosch (1863) XVII, XXXII