Henricus Fabri

Baardwijk - 7 juni 1550

Bichelaer, van den

124. Fabri, Henricus - de Baerdwijck

Noten
1.GAH, Coll.VDM, Eigendomsbewijzen Peperstraat en Lange Putstraat, E.244 (7 sept.1573); RANB, Baardwijk 2, fo.11r, 13r; Bijlage II 124.1, 124.2; ABH, OPA Baardwijk, obituarium; Hornman, "Geschiedenis", 40.
2.Bannenberg e.a., De oude dekenaten, II 337, 343; Drossaers, Het archief van den Nassauschen Domeinraad ... Breda, III 35 nr.2521; Juten, Consilium, 59; Bijsterveld, Laverend, II 440 nr.78.
3.Bijlage II 134.23, 345.1, 345.4, 345.5, 347.1; Munier, "Uit de correspondentie van een Nederlands curieprelaat", 24 (= SAPD, par.Mierlo 2); RANB, Baardwijk, 2, fo.67r; Hens e.a., Mirakelen 661-662 nr.472, 664 nr.473, 670 nr.477.
4.Van Dijck, De Bossche optimaten, 452; OLVB 52, band 10bis, fo.327v-328r (12 juli 1529); Bijlage II 124.1, 124.2, zie ook 406.2; GAH, Coll.VDM, Eigendomsbewijzen Peperstraat en Lange Putstraat, E.244 (3 sept.1526, 7 mei 1527 en 7 sept.1573); Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, II 559 noot 1; RANB, Baardwijk 1 (cijnsregister 1526), 2 (obituarium), fo.61v (18 nov.1525), fo.64r-65r, fo.67r (1522), zie ook de teksten op de band (o.a.: "Schult, wederschult ende rekenboeck 1539 mijns Henrici Fabri, pastoirs tot Baerdwijck"); Frenken, "Een cijnslijst", 24; Hornman, "Geschiedenis", 45; Juten, Consilium, 40, 43; Bannenberg e.a., De oude dekenaten, II 222-223, 336, 429; Bijsterveld, Laverend, II 440 nr.78; Zie ook: ABH, MA 177 dorso (Den Bosch, 10 febr.1525).
5.OLVB 52, band 10bis, fo.190r (1527/28); ARAB, Rekenkamers, delen, 638, fo.107r (30 apr.1528); RANB, Coll.PG 515 (regest suppl. 219) (12 febr.1543 of 1544 n.s.); Hornman, "Geschiedenis", 41-45; Schutjes, Geschiedenis, IV 580; Bannenberg e.a., De oude dekenaten, II 336, 337; Verreyt, "Leden der Lieve-Vrouwebroederschap", 16 (1909) 56; OLVB 49, fo.36v; GAH, Coll.VDM, Eigendomsbewijzen Peperstraat en Lange Putstraat, E.244 (7 sept.1573); Josephus Valkenborch, filius Henrici, de Buscoducis was van 1535 tot 1552 in Den Bosch werkzaam als notaris (cler. Luik, A.) en was na 1537 nog rector van het altaar van St.Jan Evangelist en St.Barbara in Baardwijk, beneficiant van de St.Jan, kapelaan van het Groot Gasthuis, vice-cureit, en gezworen broeder en deken van de O.L.V.-broederschap. Hij overleed op 4 januari 1553, volgens Schutjes aan de pest. Zie: GAH, THG - (20 mrt.1535); GAH, GG 3435 (18 mei 1552); Mosmans, "De middeleeuwsche notarissen", 191; Don, De archieven der gemeente Kampen, II 507 nr.1463; OLVB 49, fo.7r, fo.36v; Juten, Consilium, 40, 41; Bannenberg e.a., De oude dekenaten, II 215, 337; Hornman, "Geschiedenis", 43; Schutjes, Geschiedenis, IV 206, 312, 376; Melssen, "Manuaal", 233; Van Sasse van Ysselt, "De vereeniging", 186; Bijsterveld, Laverend, I 151 nr.79; APB, St.Jan, II, Obituarium, p.17, p.383.
A.H.P. van den Bichelaer, Het notariaat in Stad en Meierij van 's-Hertogenbosch tijdens de Late Middeleeuwen (1306-1531) (Amsterdam 1998)
Wapenboek I

Namen ende Wapenen der Heeren Beêedigde Broeders

88v
Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
Literatuur en bronnenpublicaties

G.C.M. van Dijck, De Bossche Optimaten (1973) 452

Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (2012) 57

n: vermelding in een voetnoot