Op 14 december 1769 werd hij te Asten geboren. Zijn ouders waren Ferdinandus den Dubbelden, chirurgijn, († Gemert 1793) en Henrica Verhoeven († Gemert 1805). Nadat hij was afgestudeerd aan de theologische faculteit in Leuven, werd hij te Brussel in 1794 tot priester gewijd en doceerde als professor in Mechelen en Brussel. Op 7 augustus 1796 kwam hij naar ´s-Hertogenbosch: hij was benoemd tot kapelaan in de parochie van St. Jacob. In het jaar 1800, op 8 mei, werd hij belast met de pastorale zorg van Gemert. Vanwege moeilijkheden over het collatie-recht van de Duitse Orde (het recht om een geestelijke te benoemen tot pastoor) bleef hij zich deservitor noemen (d.i. waarnemer, vanwege langdurige afwezigheid van een pastoor) tot 18 juli 1805. Op 10 februari 1810 werd hij Deken van Helmond. Ondertussen kwam van hem het initiatief om een begin te maken met het onderwijs aan doofstommen. Rond 1825 stimuleerde hij de kapelaan in Gemert, de geniale priester Martinus van Beek (Son 1790 - Antwerpen 1872), die in 1822 tot professor was benoemd aan de Latijnse School in Gemert, om vier volwassen doofstommen uit zijn parochie les te geven. In 1828 waren alle hindernissen genomen en had hij de specialistische studie voltooid (gebarentaal en vingerspelling) en maakte hij de start met deze bijzondere vorm van onderwijs, die later zou uitgroeien tot het wereldberoemde Instituut voor Doven, vanaf 1839 in Kasteel Nieuw-Herlaer en na 1910 in de Theerestraat in Sint Michielsgestel gevestigd. Op 15 juni 1831 volgde een aanstelling tot Administrator Apostolicus ad interim van het Vicariaat ´s-Hertogenbosch. (Dat wil zeggen: hij werd tijdelijk bestuurder van een bisdom, i.c. een missiegebied, omdat bisschoppen niet waren toegestaan. In naam was hij plaatsvervanger van een bisschop, maar in feite had hij bisschoppelijke bestuursbevoegdheid). Zijn voorganger was de apostolisch vicaris van Den Bosch, Antonius van Alphen, die in 1831 was overleden. In afwachting van het herstel van het bisdom ´s-Hertogenbosch, zoals dat door de Nederlandse Staat en de H. Stoel in 1827 in een concordaat was afgesproken, benoemde de paus Den Dubbelden daarom als ´interim´. De rechterhand van Van Alphen, dat was Franciscus de Wijs, was niet acceptabel voor de regering van Koning Willem I, Den Dubbelden wel. De uitvoering van het concordaat liet op zich wachten … In 1833 werd Den Dubbelden tevens Vicaris-Generaal over de stad Maastricht en de parochie Luijksgestel: beide gebieden waren door de Belgische opstand afgesneden van het Bisdom Luik en moesten door Den Dubbelden bestuurd worden. Hij bleef in Gemert wonen, tot september 1834. Toen verhuisde hij naar Sint-Michielsgestel, waar het Groot Seminarie zich bevond op het landgoed Nieuw-Herlaer (van 1799 tot 1839) en waar het Klein Seminarie van het Vicariaat op ´Beekvliet´ gevestigd was. Den Dubbelden ging wonen in het oude kasteeltje ´Ruwenberg´, gelegen aan de Dommel, dat hij in 1833 had gekocht. Tot zijn secretaris koos hij de priester en docent G.P. Wilmer (1800-1877), de latere bisschop van Haarlem. Door de inspanningen van Den Dubbelden en zijn rechterhand Wilmer kon een nieuw Groot Seminarie in Haaren zijn poorten openen in 1839. (Ruwenberg werd in 1852, één jaar na de dood van Den Dubbelden, na de nodige verbouwingen, bestemd tot internaat en school van de fraters van Tilburg, de Congregatie van O.L. Vrouw Moeder van Barmhartigheid, die er zich met een zestigtal studenten vestigden). Na de afscheiding van België in 1839 was uitvoering van het concordaat van 1827 van de baan. Wat was het gevolg en het vervolg … In het jaar 1842, op 10 april, werd Mgr. Den Dubbelden officieel (dus eindelijk niet meer ´ad interim´) door de paus tot apostolisch vicaris van Den Bosch benoemd en gewijd tot titulair bisschop van Emaüs i.p.i. (in partibus infidelium = in het land der ongelovigen, dit is de titel van een bisschop zonder diocees/bestuursgebied). In zijn 73ste levensjaar werd hij gewijd in de kathedraal van ´s-Hertogenbosch. Hij koos tot wapenspreuk ´Mane nobiscum Domine, Heer blijf bij ons´. Hij kreeg een coadjutor, met recht van opvolging, namelijk de Tilburgse pastoor J. Zwijsen die door de paus (Gregorius XVI) tot bisschop van Gerra i.p.i. werd benoemd. Pastoor Zwijsen werd op 17 april van dat jaar in de kerk van het Heike in Tilburg tot bisschop gewijd. De titulair bisschoppen van ´s-Hertogenbosch en Breda, Mgr. Den Dubbelden en Mgr. Van Hooydonk waren er tegenwoordig. Den Dubbelden werd onderscheiden tot ridder, later tot commandeur van de Orde van de Nederlandse Leeuw, vanwege zijn verdiensten voor het seminarie en het vicariaat. Mgr. Henricus den Dubbelden heeft het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 niet meer meegemaakt. Deze energieke bestuurder en bewaker van de leer der Kerk overleed op 82-jarige leeftijd op ´Huize Ruwenberg´, 13 oktober 1851. Hij werd begraven op het oude kerkhof naast de voormalige kerk van Sint Michielsgestel, maar toen dit kerkhof geruimd moest worden in 1932 werden zijn overblijfselen opgegraven en bijgezet in de bisschoppelijke grafkelder te Orthen. De mooie zerk werd overgebracht naar de St. Jan in ´s-Hertogenbosch, naar de noordelijke binnenzijbeuk van het koor.
Voor zijn adviezen dank ik de heer N. Smulders pr.
|
Bronnen | |
• | A. Hermus, 'Gedenkboek bevattende de geschiedenis van het Instituut voor Doofstommen Sint-Michielsgestel 1840 - 1940' (1940) |
• | J. van Oudheusden en H. Tummers (red) 'De grafzerken van de Sint Jan te ´s-Hertogenbosch', grafnummer 399, deel IV (2010) 82 e.v. |
• | J. Peijnenburg pr. 'Zij maakten Brabant katholiek', deel 2 (´s-Hertogenbosch 1988) 41-51 |
In 1831 werd deze pastoor van Gemert en deken van Helmond door paus Gregorius XVI benoemd tot apostolisch vicaris en dat bleef hij meer dan 20 jaren. Hij vestigde zich op de Ruwenberg in St. Michielsgestel en bestuurde zijn territorium met krachtige hand. Hij bouwde bijvoorbeeld in 1839 het groot-seminarie in Haaren. Na de afscheiding van België kwam koning Willem II de katholieken van Zuid-Nederland tegemoet: nog geen herstel van de hiërarchie, maar wel bisschopswijdingen voor de vicarissen. In 1842 werd Den Dubbelden bisschop gewijd. Maar het herstel van de hiërarchie kwam pas op 4 maart 1853 en toen was Den Dubbelden net overleden. |
Apostolisch vicaris, bisschop van Emaus, werd na zijn priesterwijding kapelaan te 's-Hertogenbosch, daarna pastoor te Gemert en tevens deken van het dekenaat Helmond; werd administrator apostolicus van 's-Hertogenbosch en sinds 1842 apostolisch vicaris; Den Dubbelden werd tot bisschop van Emaus i.p.i. gewijd; woonde vanaf 1834 tot aan zijn dood in 1851 op kasteel Ruwenberg te Sint-Michielsgestel. | 348 |
1985 |
RedactieDubbelden, Henricus denEncyclopedie van Noord-Brabant 1 (1985) 348 |
Klaasje Douma, De adel in Noord-Brabant, 1814-1918 (2015) 223
Maarten Duijvendak, Rooms, rijk of regentesk (1990) 141
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Geschiedenis van Noord-Brabant (1996-1997) I. 349, 351, 357, 358, 394, 415, 422
F.P.M. Jespers, "Het loflyk werk der Engelen" LXXVIII (1988) 199, 207-210, 230, 236, 248-249, 252, 266, 309, 337
A.M. Lauret, Per imperatief mandaat X (1967) 15, 20, 21n, 26, 27, 27n, 28n, 29, 30, 31, 32, 32n, 34, 38, 39, 39n, 41, 56, 57, 57n, 67, 127, 251, 251n, 310, 371, 372n, 373, 374n, 434
P.B.A. Melief, Joannes van Hooydonk LXXI (1987) 37, 52, 56, 57, 63, 64, 67, 70, 81, 82, 91, 92, 100, 110, 130, 135, 136, 142, 157, 180, 198, 202, 206, 207, 214, 215, 242, 243, 254, 255, 262, 263, 265, 275, 302, 303, 379, 396
Jan van Oudheusden, Geschiedenis van Brabant van het hertogdom tot heden (2004) 642, 665
Jan van Oudheusden en Harry Tummers, De grafzerken van de Sint-Jan te 's-Hertogenbosch (2010) I. 65
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 9, 67
J.W.M. Peijnenburg, Van Roomsche Zegeningen en Paapsche Stoutigheden (2009) 180, 186, 189-194, 200, 209, 210, 211, 226, 227, 233, 234, 236, 237
L. Scheeder o.s.c., Henricus van den Wijmelenberg een religieus emancipator in Oost-Brabant 1800-1881 (1976) 12, 41, 69, 70
L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch (1876) II. 162; III. 692
G.M. van der Velden, De kosterij van Bokhoven 1369-1969 XXXVI (1976) 132
J.M.M. van der Vaart, Sterrebos, het Groot Heyvelt op Oud Herlaer (2017) 103
Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997) 158, 244, 249, 266
-
Noordbrabants Historisch Jaarboek 12 (1995) 203; 17-18 (2000-2001) 340
Tentoonstelling Bossche bischoppen 1559-1975 (1975) 8, 15
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst (1931) 198, 199