afb.
‘Zijn spel was steeds vol demonstratie, vol variaties, huppelen, dansen en zweven’Als Dorus Donhuijsen in mei 1951, bij het afscheid van BVV van Heidelust, stopt als speler, wordt hij met lof overladen in Het Huisgezin. ‘Hij was als speler er een van de super-klasse. Zijn spel was steeds vol demonstratie, vol variaties, huppelen, dansen en zweven, zo goed dat men heel dikwijls hoorde roepen: wat is hij toch handig!’‘Mijn vader was op en top gentleman, een heel technische speler met een heel goed inzicht. Hij kwam altijd met een schone broek het veld af. Daarom werd hij ook wel het juffertje genoemd’, heeft zijn jongste zoon Gerry (1952) uit de overlevering meegekregen. Dorus Donhuijsen is bijna 34 jaar als BVV zijn linksbinnen, de spelmaker van het elftal, kwijtraakt. Met hem verliest het ook een sfeermaker. ‘Gij waart een voortreffelijk kameraad, gij waart ook een goed solozanger in de bus en die zullen we nu moeten missen’, speecht voorzitter Wim Pöpplein bij het afscheid. Ruim drie jaar later, eind 1954, keert Dorus Donhuijsen plotseling terug, onaangekondigd. Zonder verdere toelichting meldt Het Huisgezin twee dagen voor de uitwedstrijd tegen De Graafschap op 2 januari 1955: ‘Bij BVV zal Dorus Donhuijsen zijn come-back vieren, maar of dit direct de kwaliteit van de Bossche ploeg zo geweldig zal opvoeren, moet eerst nog blijken. BVV heeft schutters nodig.’ In de Eerste Klasse A zijn dan pas vier wedstrijden gespeeld. De competitie heeft op 28 november een nieuwe start gekregen nadat de clubs uit de Nederlandse Beroeps Voetbal Bond (NBVB) in de KNVB zijn opgenomen. BVV staat in de middenmoot met de doelcijfers 10-10. Drie clubs slechts hebben minder doelpunten gemaakt. BVV heeft Dorus Donhuijsen niet als schutter nodig. In zijn eerste wedstrijd, op 2 januari 1955 uit tegen voormalig NBVB-club De Graafschap, valt hij vooral op met ‘listige passjes die telkens een bres sloegen in de Graafschap-verdediging, maar niet het gewenste resultaat opleverden.’ Hij heeft niets verleerd, maar BVV verliest in Doetinchem toch met 1-0. Pas later blijkt dat BVV Dorus Donhuijsen heeft overgehaald tot een rentree nadat hij op 23 oktober de show heeft gestolen in een wedstrijd in stadion De Vliert tussen het eerste elftal van de Bossche club en de Oude Gorie. In het team van de veteranen komen elf spelers uit het kampioensjaar 1947-1948 in actie. De 37-jarige Donhuijsen speelt volgens de krant als een ‘prima ballerina’. Hij maakt de openingstreffer en leidt de tweede goal in van de Oude Glorie, die de nieuwbakken semiprofs van BVV met 3-1 een lesje leert. Als ‘technisch beste speler’ wordt na afloop aan Dorus Donhuijsen de ‘publieksprijs’ toegekend. ‘Ik voelde dat het nog best zou gaan. Ik kan ook gerust zeggen dat ik me even fit voel als vroeger. Tegen Ajax voelde ik mij weer als in mijn beste jaren’, zegt Donhuijsen in februari 1955 in het weekblad Marathon. Terug in het eerste elftal constateert hij wel een verandering: ‘Wij vormden vroeger één team. We bleven na afloop gezellig bij elkaar, maar reken maar dat iemand die minder goed had gespeeld er dan van langs kreeg. Dat is nu niet meer zo.’ De competitie eindigt voor de Bossche ploeg in 1955 op de zesde plaats. Of Dorus Donhuijsen er dan nog bij is, is onduidelijk. In de verslaggeving van BVV’s wedstrijden in laatste acht ronden komt zijn naam niet meer voor. Als trainer blijft hij actief, een trainer met gezag volgens Gerry Donhuijsen. ‘Als ik Louis van Gaal hoor praten, hoor ik mijn vader’, stelt zijn zoon. Trainer is Donhuijsen bij onder meer OJC , Haaften en RKJVV, de club van de vogelwijk in Den Bosch. De verhouding met frater Emiliaan, voorzitter van RKJVV, is zo goed dat deze het gezin van Dorus Donhuijsen aan een grotere woning helpt. ‘Toen de frater bij ons thuis kwam in de Willem Deckersstraat vond hij ons huis te klein. Hij heeft er toen voor gezorgd dat we een huis kregen in de Hadewijchstraat. Later zijn we verhuisd naar de Jacob van Maerlantstaat’, vertelt Gerry Donhuysen. Het gezin telt drie kinderen. De vader van Dorus Donhuijsen is vanuit Vught in Den Bosch terecht gekomen waar Dorus op 23 juli 1917 wordt geboren in Achter het Fortuintje, een zijsteegje van de Vughterdijk. In 1942 trouwt Dorus Donhuijsen met Jo van Prooijen, een zus van de vrouw van zijn BVV-medespeler Piet van der Sluijs. Door te trouwen kan Donhuijsen tijdens de Tweede Wereldoorlog ontkomen aan gedwongen arbeid in Duitsland. Ze hebben elkaar leren kennen in de fabriek van De Gruyter waar ze beiden na de lagere school aan het werk zijn gegaan. Na de Tweede Wereldoorlog switcht Donhuijsen van de gemeentereiniging naar het Algemeen Ziekenfonds in Den Bosch waar hij langdurig werkzaam is geweest. Later komt hij in dienst van Defensie als automonteur op de Isabellakazerne en Brederodekazerne in Vught. Het voetballeven van Dorus Donhuijsen begint op 10-jarige leeftijd bij de Rooms-Katholieke voetbalvereniging Roda, de club waar ook zijn jongere broer Tommy (1918) en Piet van der Sluijs zijn begonnen. Vervolgens switcht hij naar Stormvogels in Den Bosch, dat na twee jaar wordt verruild voor BVV. Kort daarna krijgt hij een vaste plaats in het eerste elftal van BVV, wat ook geldt voor zijn broer Tommie. Tommie Donhuysen, een stevig ingrijpende rechtsback, raakt in 1946 betrokken bij een ophefmakende affaire. Na een wedstrijd tegen NAC in Breda wordt hij door de commissaris van politie persoonlijk aangehouden wegens reen stomp in de maag van een NAC-speler en overgebracht naar het politiebureau. Er volgt een rechtszaak waarin Donhuijsen wegens mishandeling wordt veroordeeld tot een boete van honderd gulden en een voorwaardelijke straf van één maand. De KNVB schorst hem voor twee jaar. Tommie Donhuijsen zal niet meer voor BVV uitkomen. Dorus Donhuijsen daarentegen wordt in 1949 een huldiging met toeters en bellen bereid omdat hij dan tien jaar in het eerste elfal van BVV speelt. Zo’n eerbetoon ontlokt een kritische reactie bij de verslaggever van Het Huisgezin. ‘Er waren speeches, bloemen en cadeaus. Hoewel wij bewondering hebben voor Donhuijsens spel, moeten wij een dergelijke huldiging op het veld afkeuren. Zoiets hoort in de kleedkamer thuis of in het clubhuis. Of de KNVB er op de duur mee akkoord zou gaan lijkt ons een grote vraag’, schrijft de krant. Ook buiten Den Bosch en Vught worden de voetbalkunsten van Dorus Donhuijsen gewaardeerd. In 1947 maakt hij een tijdlang deel uit van de groep spelers van het Nederlands Elftal die voor trainingen bijeenkomen in Amsterdam. Geen enkele keer evenwel wordt Donhuijsen opgeroepen voor interlands. Wél speelt hij vijf keer in het selectie-elftal van De Zwaluwen en eenmaal in het Nederlands B-team. Bovendien komt ‘de technicus van BVV’ een aantal jaren uit in het zuidelijk elftal. Op 23 januari 1992 overlijdt Dorus Donhuijsen op 74-jarige leeftijd na een ziekbed van een jaar. Het bidprentje schetst zijn karakter: ‘Een in zichzelf gekeerde man, maar recht door zee, in de sport hard maar eerlijk.’ | 192 |
Thys Burgerhof e.a., 75 jaar voetbal wel en wee van BVV (1981) 8, 26, 39
A.L. Mees e.a., Gedenkboek B.V.V. 1906-1946 (1946) 103, 137, 120, 122
Henk Mees, De vergeten kampioen : BVV in 1948 (2024) 6-7, 32, 33, 45, 47, 48, 50, 51, 52, 53, 56, 66, 75, 80, 90, 98, 103, 109, 110, 114, 115, 118, 119, 120, 125, 140, 143, 146, 148, 149, 155, 156, 158, 173, 191, 193, 192-194, 211, 232, 236