Katholiek - Artois - De geregelde stamreeks vangt aan met Louys, die waarschijnlijk een zoon was van Jean de Villebois, escuyer, conseiller du Roy, receveur-général des gages des Présideaux de la Province de Champagne, uit diens eerste huwelijk d.d. 31 januari 1583 met Marie de Saint-Yon. Louis de Villebois volgt 9 juni 1611 „feu Jehan de Villebois son pére”op als receveur-général. Jean de Villebois huwt 2° 3 januari 1592 Jeanne de Saint-Yon en had o.a. een zoon Jean Jacques, wiens zonen Anne Pierre en Pierre Gabriel 12 juli 1678 een adelsproces winnen, waarbij wordt erkend, dat zij zijn „nobles et issus de noble et ancienne race”. In Histoire généalogique de la Maison de Villebois-Mareuil (Angers 1909) vangt op grond van een Arrêt de la Cour des Aydes de Paris van 1659, de stamreeks aan met le Sire de Mareuil, die in 1180 huwt met Milésinde de Bourbon Archambaud, en wiens zoon Hugues de Mareuil, na den slag bij Bouvines in 1214, van Philippe Auguste de baronnie Villebois in Angoumois ontving, welke zich uitstrekte over 30 parochiën en meer dan 40 leenen. Van hem stamde Jean de Villebois voornoemd in rechte lijn af. Of hij de vader was van Louys Villebois, met wien de stamreeks aanvangt, is niet bewezen. Bij Koninklijk Besluit d.d. 18 oktober l877, n° 2 werden Mr. Johannes Maria Benedictus Josephus van der Does de Willebois en Mr. Pieter Joseph August Marie van der Does de Willebois verheven in den Ned. Adel. | 240 |
Familie van rentmeesters, later dokters in de 17e eeuw in Henegouw bekend, doch die beweert van | 185 |
Fransche adellijke afkomst te zijn. Begin 19e eeuw hier te lande gekomen. Zonder eenig recht daarop verheven 1877. Er zijn nog stamhouders. | 186 |
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 69-70
Klaasje Douma, De adel in Noord-Brabant, 1814-1918 (2015) 17, 125, 130, 154, 163-164, 186, 191, 194, 212, 229, 233-234, 240, 483 (afb. 7.3); Bijlage 71-72, 142, 160, 203, 226
Maarten Duijvendak, Rooms, rijk of regentesk (1990) 365-366
M. de Haas, Bossche scholen van 1629 tot 1795 (1926) II, XIII
Elisabeth Leijnse, Cécile en Elsa, strijdbare freules (2017) 73
Nederland's Adelsboek (1927) 441-446; (1928) 386-388; (1931) 467-473; (1932) 361-362; (1935) 463-469; (1936) 402-404; (1939) 474-479; (1941) 221-231; (1953) 372-383; (1955) 30-34; (1959) 322-329; (1961) 29-33; (1965) 326-334; (1971) 325-333; (1980) 318-327; (1982) 145-155; (1987) 321-329
Nederland's Adelsboek : Historisch gedeelte I (1925) 240; II (1930) 246-247
Noordbrabants Historisch Jaarboek 33 (2016) 132, 136, 142
Jan van Oudheusden en Harry Tummers, De grafzerken van de Sint-Jan te 's-Hertogenbosch (2010) I. 37n