Antonie Derkinderen werd op 20 december 1859 in ´s-Hertogenbosch geboren. Tussen 1878 en 1880 was hij leerling van de Koninklijke School voor Beeldende Kunsten te Den Bosch onder leiding van J. Th. Stracké en ging daarna in 1880 naar Amsterdam waar hij tot 1882 woonde en werkte en studeerde aan de Rijksacademie aldaar. In 1882 ging hij met Jan Toorop naar Brussel en verbleef daar een jaar. Hij was leerling van de Tekenacademie in deze plaats onder leiding van J. Portaels en ging daarna weer terug naar Amsterdam. Tussen 1888 en 1890 verbleef hij weer in Brussel en weer daarna vestigde hij zich in Laren. Hij schilderde (ook glas) tekende, etste, lithografeerde portretten, figuren en maakte ook wandschilderingen onder meer in het Stadhuis in Den Bosch (nog steeds te zien) en in de Koopmansbeurs te Amsterdam. Hij maakte boekversieringen voor Vondel-uitgaven, de Mis van Diepenbrock enz. Hij woonde in zijn Larense tijd tussen 1893 en 1907 en vanaf 1903 op de Naarderstraat 67 in de villa ´De Zonnebloem´ waar hij een werkplaats voor schilderen, glasschilderen en glas-in-lood-zetten opende. In 1897 was hij tevens medewerker van J. Veth. Hij had veel contacten en zijn ideaal was om naar voorbeeld van de middeleeuwse gilden, leerlingen in het schilderen te oefenen. De werkplaats bereikte echter niet het beoogde succes en in 1907 vertrok Derkinderen naar Amsterdam, waar hij tot directeur van de Rijksacademie werd benoemd, een functie die hij heeft bekleed tot 1925. In 1914 behaalde hij zijn titel doctor h.c. aan de Universiteit te Groningen. Werken van Derkinderen zijn in bezit van het Haags Gemeentemuseum: twee kinderen, 1880 dode trompetter, naakt. Centraal Museum, Utrecht: het beginsel der levensverzekering (tekening in houtskool). Rijksmuseum Kröller-Müller, Otterlo: portret van Mallarmé; 9 tekeningen. Museum voor Communicatie (voorheen Het Nederlandse Postmuseum), Den Haag: ontwerpen voor Nederlandse postzegels. Noordbrabants Museum, Den Bosch: een portret; ontwerp voor wandschildering in het stadhuis te Den Bosch. Stedelijk Van Abbemuseum, Eindhoven: man met staf 1890 (tek.). |
Geb. Den Bosch 20 december 1859, overl. Amsterdam 2 november 1935. In 1914 doctor h.c. van de Universiteit te Groningen. Woonde en werkte in Den Bosch tot 1880, Amsterdam 1880-1882, Brussel 1882-1883, Amsterdam 1883 (Brussel 1888)-1890, Den Bosch 1890-1893, Laren (N.H.) 1893-1907, daarna in Amsterdam. Leerling van de Koninklijke School voor Beeldende Kunsten in Den Bosch (1878-1880) o.l.v. J.Th. Stracké, van de Rijksakademie te Amsterdam (1880-1882) en van de Tekenakademie te Brussel (1882-1883) o.l.v. J. Portaels. Medewerker van J.P. Veth (1897). Van 1907-1925 direkteur van de Rijksakademie te Amsterdam. Schilderde (ook glasschilder), tekende, etste en lithografeerde portretten, figuren; maakte veel wandschilderingen, o.m. in het Raadhuis in Den Bosch, in de Koopmansbeurs te Amsterdam enz. enz. Gaf les aan F.H. Abbing, N. Baak, H.J.M. van Baar, F. Bakker, J.C. Bander, D. Blanes, P.Th.H. Bohnke, C. Brandenburg, D.A. Bueno de Mesquita, H.A. Bijvoet, J.J.Z. Croïn, P. Determeijer, P.M. Dillen, D.G. Duijvis, A.J.M. van Dijk Azn., J. Eriks, Ch.H. Eijck, J.H. Fekkes, A. Fresco, Th.F. Goedvrind, P. Groeneveld, R. Hamstra, S. de Heer, J.H. Heesters, M.G. Hölscher, G.H.J. Huijsser, L.M. Jansen, W. Jansen, H.A. Jelinger, H.C. Jonas, W.H. Klijn, C. Koning, L.W. van Kooten, H.J.E. van der Kop, L. Lutomirski, J.H. Marcus, A.E. ter Meulen, H. Meijer, G.A. Meursinge Reijnders, P.H. van Moerkerken, Th.H.A.A. Molkenboer, J. Naarden, M. Nauta, J.M. van Nie, C. Nierop, D.H. Nijland, F.A. van Oostveen, J.E. Osieck, H. Paulides, J.H. Pieneman, W.L.H. Pieters, E.M.M.A. Reerink, J. Ruys, Ch.E.H. Saijers, C.E. Schlüter, W.J.B.A. Schram, A.Th. Smit, E.H. Tamminga, J.C. van der Ven, J.F.M.J. Verdonk, A.J.J. Verschuren, J.P. Veth (medewerker), Ch.H.M. Vos, H.A. van der Wal, J.G. Weijland, M.J.M. Wiegman, W.L. Wiegmans, G.P.W. Wildschut, M. Willemsz, K.J. Willerding, J.W. van Winkoop, J.A.J. de Wolf, W.H.M. Wouters, A.C. Wijnstroom, H. IJkelenstam. Was lid van 'Arti et Amicitiae' te Amsterdam. Schreef de geschiedenis van de Rijksakademie (in 1908).
Haags Gemeentemuseum: twee kinderen, 1880; dode trompetter, naakt. Centraal Museum Utrecht: het beginsel der levensverzekering (tekening in houtskool). Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: portret van Mallarmé (gem. A.D.K. 91); 9 tekeningen. Het Nederlandse Postmuseum Den Haag: ontwerpen voor Ned. postzegels. Noordbrabants Museum Den Bosch: een portret; ontwerp voor wandschildering in het stadhuis in Den Bosch. Stedelijk Van Abbe Museum Eindhoven: man met staf, 1890 (tek.).
Luns; Hammacher; Plasschaert; Thieme-Becker; Van Hall I en II; Waller.
| 254 |
1932 |
A.M. HammacherDe levenstijd van Antoon der KinderenH.J. Paris | Amsterdam 1932 |
Margriet van Boven e.a., Noordbrabants Museum (1979) 29
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Geschiedenis van Noord-Brabant (1996-1997) I. 229, 320, 397, 403; II. 375, 377, 382
Marlies Enklaar e.a., Het oog van Jan Veth : Schilder en criticus rond 1900 (2023) 19, 20, 32, 33, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 54, 65, 70, 71, 138, 148, 178, 182, 100, 201, 204, 205, 207, 208, 215
Nel van der Heijden Rogier, Slager : Acht Bossche kunstenaars en een museum (2015) 33, 56, 164, 165, 177, 179, 257
Henk Henkes, Van den Raethuys tot Stadhuis (2016) 25, 28, 29, 30, 31, 32, 34, 63, 68, 155-166, 290, 291
Carine Hoogveld, Glas in lood in Nederland 1817-1968 (1989) 12, 29, 42, 49, 74, 108, 109, 110 (afb. 103), 111 (afb. 104), 112, 113, 118, 119, 120, 121, 127, 129, 131, 132, 138, 140, 141, 142, 198, 209, 230 (afb. 217), 230-231, 233, 236, 242, 261, 266, 267, 275, 292, 293, 294, 297, 318, 324, 325, 326, 341, 343, 356, 358, 359
Rob van de Laar, 's-Hertogenbosch 700 jaar : de historisch-allegorische optocht, 20 juli 1885 (1985) 9, 13, 53, 54, 55, 58, 60, 61, 62
Elisabeth Leijnse, Cécile en Elsa, strijdbare freules (2015) 107, 125, 149, 167, 299, 301, 312, 394, 433
Charles de Mooij en Paul Kokke, De Muze als Motor : Beeldende kunst en de ontwikkeling van het moderne Brabant, 1796-1940 (1996) 24, 30, 65, 75, 77, 81, 164, 165, 166, 167
Jan Mosmans, 'Antoon der Kinderen (20 december 1859 - 2 november 1925)' in: Taxandria (1940) 250-253
Jan van Oudheusden, Geschiedenis van Brabant van het hertogdom tot heden (2004) 670, 671
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 81, 82
Zsuzsanna van Ruyven-Zeman, Van heiligen tot amoeben : Honderdvijftig jaar monumentale glasschilderkunst in Nederland (Leiden 2014) 34, 37, 55, 99
Pieter A. Scheen, Nederlandse Beeldende Kunstnaars 1750-1950 A-L (1969) 254
C.J.F. van Schooten en W.C.M. Wüstefeld, Goddelijk geschilderd : Honderd meesterwerken van Museum Catharijnenconvent (2003) 261
J. Veth, Derkinderens wandschilderingen in ht Bossche stadhuis (Amsterdam 1892)
Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997) 123, 256, 257, 392
Chris Will, Noordbrabants Museum Bezoekersgids (1987) 78, 81
-
Biografisch Woordenboek van Nederland 4 (1994) 94-96