Presb. Luik, A. 1518 (1518-1529) Den Bosch Meester Joerdaen Corendijck werd vermoedelijk in Den Bosch geboren als zoon van een zekere Gerit. Op 18 mei 1500 werd hij als Johannes Gheraerdi de Buscoducis samen met Jacobus Jacobi de Corendijck uit het bisdom Utrecht aan de universiteit van Leuven ingeschreven. Aangezien de naam (Vanden) Corendijck verder in de Meierij niet voorkwam zal zijn familie uit het bisdom Utrecht afkomstig zijn geweest waar de naam wel gebruikelijk was. Nadat hij de graad van magister artium had behaald werd meester Joerdaen vóór 1510 in het bisdom Luik tot priester gewijd. Van dat jaar tot zijn dood in 1529 of 1530 wordt hij vermeld als absent vicaris van Nuland, aanvankelijk onder de naam dominus et magister Jordanus Gerardi en later als magister Jordanus (de) Corendyck. Als vicaris van Nuland koos hij op 30 september 1528 in de St.Jan samen met de andere pastoors van het dekenaat Cuijk ook een nieuwe deken. Omstreeks 1520 was meester Joerdaen tevens foraneus van de aartsdiaken van Kempenland in dit dekenaat, terwijl hij in 1529 als notarius subdeputatus namens de officiaal in Den Bosch kwitantie verleende aan erfgenamen of executeurs-testamentair die vrome legaten naar behoren hadden uitgekeerd. 1) Op 2 april 1518 beoorkondde hij als openbaar notaris "inden woenhuyse mijns notaris staende neven den convent vanden Swesteren bynnen der voirs. stat vanden Bossche" de verlening van een kwitantie door de Zwesteren of Zwartzusters aan de vader van één van de zusters voor een geldsom die deze had betaald ter financiëring van een mis in hun kapel. De akte werd geïngrosseerd door heer Dirck van Lieshout (nr.243). De notaris valideerde de akte vervolgens met zijn onderschrift en zijn signet met daarin de letters "M" en "I" en zijn handtekening (Jor. de Corendyck). Verder stelde hij op 4 januari 1520 in de sacristie van de O.L.V.-kapel in de St.Jan een akte op waarbij de gezworen leden van de O.L.V.-broederschap bepaalden dat nieuwe broeders voortaan alleen bij meerderheid van stemmen zouden worden toegelaten. Ze bepaalden tevens dat er voortaan niet meer dan vier zwanenbroeders mochten zijn en dat deze gekozen moesten worden uit de Bossche stadsmagistraat of uit de hertogelijke ambtenaren in die stad. Op 3 en 4 mei 1521 vertegenwoordigde meester Joerdaen samen met meester Marten die capellaen de stad Den Bosch in een proces te Keulen. Dit proces was door het stadsbestuur aangespannen tegen een geschutmaker, vermoedelijk Jan Zeghem die in 1510 opdracht had gekregen tot het smeden van een groot kanon, de ondeugdelijke "Boze Griet". Meester Joerdaen had een zoon Jan die zich op 30 augustus 1524 als Johannes, filius Jordani Corendijck de Buscoducis, liet inschrijven aan de Leuvense universiteit. Hij verbleef er als rijke student in het college "het Kasteel". Meester Joerdaen overleed in 1529 of 1530 en was toen gezworen broeder van de O.L.V.-broederschap. 2)
|
Noten | |
1. | Schillings, Matricule, III 200 nrs.40 en 41; Bannenberg e.a., De oude dekenaten, I 64, II xxii, 16, 256; Schutjes, Geschiedenis, V 227; Bijsterveld, Laverend, II 654 nr.2591; AAT II, 125, fo.51r (30 sept.1528); GAH, GG 3417 (10 sept.1529) (= akte 398.1 dorso); GAH, Coll.LK2, stukken van canoniekrechtelijke en kerkelijke aard (22 nov.1529, in dorso van een testament d.d. 20 juni 1527 ten overstaan van Godefridus de Holthusen, vice-cureit van de St.Jan); Vgl. Keussen, Die Matrikel, II 4 nrs.16 en 17 (Jacobus Johannis Korendijck en Johannes Johannis Korendijck, Traiectensis diocesis, imm. 2 mei 1476), 12 nr.52 (Antonius Korendick, imm. 2 nov.1476). |
2. | Bijlage II 224.1; Van Zuijlen, Inventaris, 371-372; Schillings, Matricule, III 726 nr.167; OLVB, 49, fo.35r; De akte van 1520 is niet in het broederschapsarchief aangetroffen maar wordt vermeld in: Van der Does de Bije, Catalogus, nr.13; Van Dijck, De Bossche Optimaten, 185; Hetzelfde geldt voor een register met afschriften van reglementen gecollationeerd door meester Joerdaen, vermeld in: Van der Does de Bije, Catalogus, nr.44. |
Namen en wapenen der Heeren Beêedigde Broeders soo Geestelijke en Wereltlijke van de seer oude ende seer doorluchtige Broederschap van onse Lieve Vrouw binne de stad s'HertogenboschMr. JordanusCorendijck vicaris tot Nuland overlede 1529 | 81v |
G.C.M. van Dijck, De Bossche Optimaten (1973) 185
Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (2012) 219-220