Peter Colen is een zoon van Coelken Jans die Dorre (Colen) en Christyn NN. Hij is gehuwd met Engelken (Engel Geryts) van Merlaer (zus van Bartholomeus van Merlaer stichter van het Merlaerskoor in 1534). De Bossche schepenen Gerard Colen sr. (overl. 1531) en Jacob Colen (overl. 1545) waren twee van hun kinderen. Na haar overlijden is hij gehuwd met Geertruyt de Gruyter Albertdr. Als lakenkoper bestelde hij tussen 1485 en 1492 meerdere malen grote hoeveelheden geheel besegelden Bosschen Laken vanden besten, gelijck men die aen die ramen bynnen deser stadt gewoenlick is te bezegelen. Groen en blauw lijken zijn voorkeur te genieten, gevolgd door rood en paars, terwijl zwart met af en toe half laken de hekkensluiter was. Per laken betaalde hij 10 rijnsgulden. Hij was schepen in Den Bosch in 1478, daar bewoonde hij de herberg "het Gulden Vlies" in de Zadelaarstraat. Hij verhuurde twee vleesbanken die hij van zijn vrouw Engelken geërfd had. Peter Colen wordt vermeld bij grafzerk 213 in de St. Jan van Joris Sampson (1532) als vader van Engel Colen, echtgenote van Joris Sampson. |
Bronnen | |
• | Beelaerts van Blokland, Het geslacht van den Bosschen stadssecretaris Gerrit Colen, (Taxandria 1938) 52-57 |
• | L.F.W. Adriaensen, De erfgenamen van de heer Ghysel Back, (Brabantse Leeuw 1992) 233-244 |
• | J. van Oudheusden e.a., De grafzerken van de St. Jan, (AH, Nijmegen 2010) |
zilver, gegoten, gesneden diameter: 2.6 cm dikte: 0.3 cm hoogte: 1.9 cm gewicht: 19.7 gr Rond zegelstempel met aan de achterzijde een eenvoudig bewerkt handvat (voluutvormig met driepasvormige opening) en in gotisch schrift: peter colen. Aan de voorzijde een omschrift met aan de buitenzijde een band van een parelrand en een cirkel, en aan de binnenzijde een cirkel. Op een versierd veld omsluit een versierde zespas een vroeg-gotisch schild. Heraldische beschrijving: een klimmende vos; rechts daarven een ladder en links een gestileerde boom (bos?). |