afb. Felix Janssens, 1 februari 1991
Gerardus Hermanus Josephus van de Camp werd op 18 maart 1927 in Berghem geboren als zoon van Cornelus van de Camp (* 24-7-1885) en Johanna van de Wiel (* 20-5-1888). Zijn vader was landbouwer en woonde aan de Laanderstraat. Gerrit was de tweede van vier zoons die tussen 1925 en 1931 werden geboren. Op 9 september 1940 verhuisde Gerrit alleen naar Megen. Daar heeft hij tot 1948 aan het Klein Seminarie van de Franciscanen gestudeerd. Het jaar 1944/´45 zullen er weinig lessen gegeven zijn vanwege de oorlogsomstandigheden. Na deze studie stapte hij in 1948 over van de Franciscanen naar het seminarie van het bisdom 's-Hertogenbosch: hij verhuisde voor één jaar naar het Klein Seminarie Beekvliet in Sint-Michielsgestel. Dit jaar 1948/´49, een gebruikelijke testperiode, was nodig om toegelaten te worden tot het Groot Seminarie in Haaren. Daar heeft hij van 1949 tot 1955 de priesteropleiding gevolgd. Op 4 juni 1955 werd hij priester gewijd. Zijn eerste benoeming daarna moet voor hem een teleurstelling zijn geweest. Hij werd niet benoemd tot kapelaan in een van de parochies van het bisdom 's-Hertogenbosch maar tot surveillant (´vice-prefect´ was de officiële benaming) op het Klein Seminarie Beekvliet en hij gaf er ook lessen Engels.1 Deze dubbelfunctie vervulde hij van 1955 tot 1961. Daarna werd hij moderator-godsdienstleraar aan het Mgr. Zwijsencollege te Veghel, van 1961 tot 1975. Vanaf 1970 was hij ook deken van Veghel. Over de kinderen van een groot gezin, de familie Van de Heuvel, waarvan de vader was overleden, werd hij het toeziend voogd. Dit gezin woonde in de Deken van Miertstraat, vlakbij de kerk. Hij was erg betrokken bij hun welzijn. Bisschop Bluyssen benoemde Gerrit van de Camp tot plebaan van de Sint-Jans-kathedraal in 's-Hertogenbosch op 1 maart 1975. Van 1978 tot 1994 was hij ook deken van 's-Hertogenbosch.2 Elk bisdom heeft één kathedraal, één bisschopskerk. We kennen in ons land zeven kathedralen en zeven plebanen: een plebaan is de parochiepastoor van een bisschopskerk of kathedraal. Gerrit van de Camp kreeg deze eervolle taak en hij was werkelijk een man voor en van het volk. Hij maakte een grondige restauratie mee van deze prachtige kathedraal, verdiepte zich in de geschiedenis ervan en nam het initiatief tot verschillende publicaties hierover. Hij stelde een commissie in die de publicaties verzorgde. De commissie bestond - in wisselende samenstelling - uit: A.M. Koldeweij, F.J. van der Vaart, W.J.J. Adriaanse, J.A.M. Hoekx, Th. Gielis, E.H.K.M. van Mackelenbergh, P.M. le Blanc, J. van Oudheusden, W. Van Rosmalen en T. Teulings. In de boekwerkjes behandelden de auteurs de preekstoel, de doopvont, de ramen, de beelden, de bouwloods, de kanunnikenbanken, de transeptportalen, het lijdensaltaar, de koorafsluiting en de beeldhouwer Niel Steenbergen die de plint rondom het eucharistisch centrum voorzag van beeldhouwwerk. (zie hierna in de tekst) De jaarlijkse thema´s voor de te bouwen kerststal kwamen uit het brein van Van de Camp. Zijn eigen motto was de tekst uit Psalm 4: ´Gij die mij ruimte geeft´. Zelf bedacht hij met Niel Steenbergen ook de invulling van de gedachtenisstenen van graniet ter herinnering aan de talloze Bosschenaren die er begraven zijn, naamloos, rondom de kerk. Een steen met psalm 72 ligt centraal: ´opkomen zal Hij voor de armsten, recht doen aan de kleinsten´. Tussen 1989 en 1992 heeft Van de Camp ´psalmdagen´ georganiseerd met als thema ´Gij die mij ruimte geeft´. In de St.-Janskathedraal vonden er ontmoetingen plaats tussen jongeren, monniken en monialen. Rondom het liturgisch centrum zien we de omranding van Niel Steenbergen. Het thema bevrijding en ruimte, verwijst naar de God-met-ons. Van de Camp schreef hierover: De Schrift gaat door wanneer het gelovige volk rond het altaar verenigd is. Zo zag deze spirituele man de dynamiek in de geloofsbeleving. De door hem aangedragen Bijbelfragmenten: de bevrijding van het Joodse volk uit Egypte, koning David die optrekt met de ark van het verbond naar Jeruzalem, rechter Samson die kracht krijgt naar kruis, de tocht in ballingschap naar Babylon, het dorre beenderenvisioen van Ezechiël, de bruiloft van Kana, de opstanding van Lazarus: uit de ellende evolueert altijd iets nieuws. Een jonge neef en kunstenaar, zoon van zijn oudste broer Nico, Geert van de Camp, ontwierp het toegangspoortje tot het grote orgel in de Lui-poort, bij gelegenheid van het zilveren jubileum van organist en dirigent Maurice Pirenne in 1990. In 1994 voltooide Pirenne een compositie voor koor, opgedragen aan plebaan Van de Camp, uit Psalm 4, ´Gij die mij ruimte geeft´. Toen in 1984 bisschop Bluyssen ontslag nam vanwege zijn gezondheid, was Van de Camp zijn ideale opvolger dacht iedereen die hem kende en waardeerde: zijn kerkdiensten spraken aan, hij bezat de gave van het woord, (de door hem ingevoerde carnavalsmis was een enorm succes), hij had humor, bestuurlijke kwaliteiten, was vindingrijk, was geïnspireerd en had een Brabantse inborst zoals de bisschoppen Bekkers en Bluyssen. Maar voor Rome was hij niet aanvaardbaar. Het volk kreeg een bisschop van een andere statuur, Jan ter Schure. De dekens van het bisdom protesteerden, maar Van de Camp hoorde je niet. Hij ging zijn weg, manoeuvreerde binnen de regels van de Kerk, loyaal, nooit cynisch of publiekelijk klagend over ´de overkant´. (de plebanie en het bisschoppelijk paleis zijn tegenover elkaar gelegen aan de Parade in de stad). Van de Camp overleed na een slopende ziekte op 18 juli 1995. En nadat het volk massaal een laatste groet3 had gebracht aan zijn plebaan werd hij te rusten gelegd op de begraafplaats van het klooster van de Zusters van de Choorstraat, op de Duyn en Daelseweg in Nuland. In de tuin van dit klooster heef hij vaak gewandeld in stilte om er, in Franciscaanse eenvoud, inspiratie op te doen voor zijn preken. Hij legateerde nog een bedrag voor het vervaardigen van een glas-in-loodraam voor de St.-Jan, ´Gij die mij ruimte geeft´. Het is in de hal vóór de sacristie geplaatst. |
Noten | |
1. | Vriendelijke mededelingen van zijn oud-collega aan Beekvliet, N. Smulders, pr. |
2. | Vriendelijke mededelingen van J. Peijnenburg, priester en archivaris van het bisdom 's-Hertogenbosch. |
3. | Ter illustratie: Pieter van der Ven schreef in het dagblad ´Trouw´ op 24-7-1995 een ´In Memoriam´ getiteld: ´Den Bosch´ laatste groet aan een ´man voor het volk´. |
Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (2012) 185
Coen Free, Zoete Lief, oorzaak veler plagen (1999) 65, 81
Henk Henkes, Van den Raethuys tot Stadhuis (2016) 53
Jan van Oudheusden en Harry Tummers, De grafzerken van de Sint-Jan te 's-Hertogenbosch (2010) I. 108n
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 124, 134, 135
J.W.M. Peijnenburg, Van Roomsche Zegeningen en Paapsche Stoutigheden (2009) 293, 294, 295
Zsuzsanna van Ruyven-Zeman, Van heiligen tot amoeben : Honderdvijftig jaar monumentale glasschilderkunst in Nederland (Leiden 2014) 83