De twaalfde man, zó eerljk dat hij regelmatig de hoon van de eigen aanhang moet trotserenGeen club kan zonder bestuur. Ook BVV heeft in 1948 een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Wim Pöpplein, de Pup, leidt de vereniging vanaf 1938 totdat een hevige crisis binnen de vereniging hem in 1958 tot aftreden dwingt. Herman Heiligers waakt tot 1952 veertien jaar lang over de financiën.Nog langer dient Willem van Buul zijn club als secretaris, en tevens als grensrechter bij de wedstrijden van het eerste elftal. Liefst 23 jaar fungeert hij als ‘twaalfde man’. Van Buul (1904-1962) neemt meteen de vlag op als hij op 1 maart 1932 op 27-jarige leeftijd tot secretaris wordt benoemd. Hij is in 1925 lid geworden, maar organisatorisch zijn z’n kwaliteiten groter dan op het veld. Van Buul werkt in een administratieve functie bij het gemeentelijk licht- en waterbedrijf. Voor BVV ruimt hij graag tijd in; als secretaris, als verzorger en masseur, als hoeder over de materialen, én als grensrechter bij het eerste elftal. Die klus langs de lijn doet Van Buul zó eerlijk, dat hij regelmatig de hoon van de eigen aanhang moet trotseren. ‘Mijn vader was een ambtenaar. Hij was altijd goudeerlijk, rechtlijnig. Hij vlagde zelfs als volgens hem een speler van BVV een overtreding beging. Daardoor heeft hij het ook nogal eens flink te verduren gehad onder de fluitconcerten van de eigen supporters’, herinnert Hans van Buul (1936) zich. Hij heeft van nabij meegekregen wat zijn vader ervaart als bestuurslid én als grensrechter. Thuis neemt Hans als kind al vaak de dan nog niet ingeburgerde telefoon op wanneer er vragen zijn voor de secretaris van BVV. Zijn jongere broer Martin, die vrij jong is overleden, zal als grensrechter in het spoor treden van zijn vader. Als KNVB-grensrechter is hij jarenlang actief in de Eredivisie. Tot 1955, tot op zijn vijftigste, blijft Willem van Buul de vaste grensrechter van BVV, ook tijdens de strijd om de landstitel. Hij is de twaalfde man, die mee mag op de elftalfoto’s, die bij kampioenschappen meegaat op de schouders. Met de komst van het betaald voetbal in 1954 dient zich op het hoogste niveau het einde aan van de ‘clubgrensrechter’. Vanaf 1955 worden neutrale grensrechters aangesteld. Met tegenzin moet ook Willem van Buul stoppen. Hij had nog wel zo graag in 1957, ook als grensrechter, zijn zilveren jubileum willen vieren. ‘Een der beste en eerlijkste mannen van het lijntje’, schrijft Het Huisgezin als Van Buul de vlag moet neerleggen, ‘Met weemoed in mijn hart’, zegt hij er zelf over. De complimenten resteren als getuigenissen van zijn objectiviteit. ‘BVV is een van de weinige clubs in Nederland waar men begrijpt dat men niet een willekeurige Hendriksen of Pietersen een vlag in de hand moet stoppen’, schrijft Jan Weenink in 1945 al in het dagblad De Waarheid. ‘Is er wel een eerlijker grensrechter dan Willem van Buul? Wij geloven van niet’, stelt Bruno Bruinsma in 1947 in het weekblad Marathon. ‘Van Buul vlagde als altijd met een prettige neutraliteit’, schrijft ir. Ad van Emmenes, de bekendste voetbaljournalist van het land in 1951, in het weekblad Sportief. ‘Zijn objectiviteit en eerlijkheid als grensrechter waren bekend en werden gerespecteerd in heel het land’, schrijft het Brabants Dagblad na zijn overlijden in 1962 op 57-jarige leeftijd. De dood van Willem van Buul komt drie jaar na de veel ophefmakende affaire rond een poging Wim Landman, international en doelman van Scheveningen-Holland-Sport (SHS) om te kopen. ‘Die zaak kan niet los worden gezien van zijn overlijden’, weet zijn zoon Hans heel zeker. De omkoping komt in het najaar van 1958 aan het licht wanneer BVV na degradatie uit de Eredivisie. Het rommelt binnen het bestuur, binnen de club, rond trainer Charles Jackson. Bestuurslid Anton Lieven treedt af en lanceert daarna een notitie van zeven velletjes met tal van (onbewezen) beschuldigingen. Bestuursleden zouden zich laten betalen door de penningmeester, secretaris Van Buul heeft volgens de vrouw van voorzitter Pöpplein in de gevangenis gezeten. BVV is armlastig, de boekhouding is volgens Lieven een rommeltje. Anton Lieven is een bekende Bosschenaar en geniet, buiten BVV, veel aanzien. In maart 1938 heeft hij op de Dieze twee wereldrecords over 4 en 6 uur voor boten met een buitenboordmotor verbeterd. Zijn topsnelheid reikte tot de bromfietssnelheid van 55,7 kilometer per uur. Een spectaculaire happening was dat, voor veel publiek, afgesloten met een grootscheepse huldiging op het stadhuis en in het Casino. In 1956 wordt Lieven bestuurslid van BVV, naar voren geschoven door een oppositiegroep die zich is gaan roeren. Lieven stuurt zijn grieven naar de KNVB, die vervolgens met spoed een onderzoek instelt. Hoewel in de notitie’ slechts in drie woorden ‘Het geval SHS’ wordt aangeroerd, spitst het KNVB-onderzoek zich toe op de omkooppoging. Drie maanden later volgen stevige straffen. Elf Bosschenaren worden geschorst, de meesten voor één jaar, secretaris Willem van Buul en penningmeester Frans Spermon mogen tot 1 januari 1970 geen functie binnen bond of vereniging vervullen. De beschuldigingen en de straf die boven zijn hoofd hangt, komen bij Van Buul zo hard aan aan dat hij enkele dagen voor de uitspraak van de KNVB al wordt getroffen door een lichte hersenbloeding. Waarom wordt juist hij zo zwaar bestraft, langer dan vrijwel alle andere betrokkenen, vraagt Van Buul zich af. Hij gaat tevergeefs in beroep, klaagt Lieven aan wegens smaad, maar de straf van de KNVB blijft intact. Naar aanleiding van de lichamelijke gevolgen voor Van Buul voelt de KNVB zich geroepen om drie weken na bekendmaking van de straffen daarop terug te komen in het bondsorgaan Sportkroniek: ‘Het is ons gebleken dat het onjuist is dat de heer Van Buul ten gevolge van de bekendmaking in de Sportkroniek een lichte attaque heeft gekregen. Immers, dit verschijnsel heeft zich zaterdagmiddag 14 maart voorgedaan; het besluit van het Bondsbestuur werd in de Sportkroniek van maandag 16 maart gepubliceerd. Wij kunnen hieraan nog toevoegen dat de heer Van Buul ‘s zondags (dus 15 maart) de wedstrijd Wageningen - BVV heeft bijgewoond. Wij kunnen tevens meedelen dat de commissie van onderzoek dagen en avonden heeft opgeofferd om de ganse affaire minutieus te onderzoeken. Men kan er dan ook van verzekerd zijn dat de schorsingen op juiste gronden zijn gebaseerd.’ Drie jaar later legt het Brabants Dagblad na het overlijden van Willem van Buul een direct verband tussen de schorsing en zijn ziekte: ‘Willem van Buul heeft zich nimmer kunnen onttrekken aan de gedachte ontrechtvaardig te zijn behandeld en hoopte nog altijd op eerherstel. Het heeft niet zo mogen zijn. Misschien maakt dit zijn overlijden extra droevig. Zijn ambities voor BVV te moeten prijsgeven, heeft hem zo diep en pijnlijk getroffen dat hij ten prooi viel aan een langzaam slopende kwaal’, schrijft het Brabants Dagblad na zijn overlijden op 6 juni 1962. ‘In de laatste fase van zijn leven lag hij op bed met op zijn borst de brief van de advocaat waarin stond dat hij door Lieven ten onrechte was beschuldigd. Zo zwaar had hij het met die hele kwestie. In drie jaar tijd heeft mijn vader zeven keer een hersenbloeding gehad. Als schadeclaim heeft hij 600 gulden ontvangen. Dat heeft maar heel weinig goed gemaakt’, zegt Hans van Buul. De affaire bekoelt ook zijn verhouding met de andere bestuursleden van BVV. Willem van Buul kan weliswaar verder gaan als voorzitter van de (aparte) veteranenclub van BVV, maar kort na het ingaan van zijn schorsing moet hij al ervaren hoezeer zijn positie is veranderd. ‘Drie dagen later al stond Thijs Burgerhof namens het bestuur voor de deur om de typemachine van de club op te halen. Reken maar dat zoiets hard is overgekomen bij mijn vader’, herinnert Hans van Buul zich. Of de verhouding tussen Willem van Buul en medebestuursleden verzuurd is geraakt, is nooit naar buiten gebleken. Dat voorzitter Wim Pöpplein is afgetreden vlak voordat de KNVB onderzoek ging doen naar de omkooppoging doen, en er vervolgens met een veel lichtere straf vanaf kwam, heeft Van Buul wel aan het piekeren gezet. Na zijn overlijden verschijnt in het Brabants Dagblad een advertentie namens slechts vier oud-bestuursleden. De naam van Pöpplein, met wie hij 20 jaar is opgetrokken, ontbreekt. Met Wim Pöpplein heeft BVV van eind 1938 tot 1958 als voorzitter een erudiet leraar die ook zijn weg vindt tussen de vele leden van de volksclub. ‘De Pup’ praat even gemakkelijk met ze mee op z’n Bosch als hij in vergaderingen van de KNVB speecht in voldragen zinnen. Pöpplein is gezaghebbend in de voetbalwereld. Hij is jarenlang bestuurslid van de Vereniging van Eerste-Klassers (VEK) en in de dagen dat er geijverd wordt voor betaald voetbal, spreekt Pöpplein zijn woordje mee. ‘Hij weet initiatieven van anderen te waarderen en hij geeft ieder zijn kans. Er zit niets in hem van een dictator’, schrijft Soïssie in het jubileumboek van BVV, dat in 1946 verschijnt. Het dagelijkse handwerk binnen de club laat Pöpplein doorgaans aan anderen over, bijvoorbeeld aan Willem van Buul die in het jubileumboek wordt getypeerd met: ‘Wandelend archief, impresario en manusje-van-alles voor zijn club.’ Bijzonder aan Willen van Buul blijft dat hij als secretaris van BVV zijn familienaam steevast een andere schrijfwijze geeft dan de gemeente registeert. Alle correspondentie namens BVV ondertekent hij met Van Buel: getypt, gestempeld en in zijn handtekening.Ook bij de elftalfoto’s in kranten en jubileumboeken staat hij vermeld als Van Buel. En als de KNVB in 1959 met een schorsing een eind maakt aan zijn activiteiten als secretaris, wordt hij in het vonnis als Van Buel opgevoerd. Zo is Willen van Buul onder zijn echte eigen naam nooit geschorst geweest. | 223 |
Thys Burgerhof e.a., 75 jaar voetbal wel en wee van BVV (1981) 40
A.L. Mees e.a., Gedenkboek B.V.V. 1906-1946 (1946) 120
Henk Mees, De vergeten kampioen : BVV in 1948 (2024) 32, 52, 56, 80, 90, 114, 124, 211 223-226, 236, 241, 252