Overleden te 's Hertogenbosch 19 Juli 1604, zoon van Pieter v. B. Aegidiusz. en Judith van Doerne. Hij was schepen van 's Hertogenbosch 1571-73, 1581, | 147 |
1585, 1587 en 1602, raad, rentmeester 1577, 1580, en vervolgens pensionaris 1588-95, raad en rentmeester-generaal der Staten van Brabant in het kwartier van den Bosch, prins en hoofdman der rederijkerskamer Mozesbosch. Hij maakte 6 Oct. 1598 zijn testament en had ook in 1570 aan de hoogeschool te Leuven twee studiebeurzen gesticht. Hij was gehuwd met Johanna van Weert gezegd van der Stegen (overl. 10 Oct. 1605). Beiden liggen in de kerk te Rumpst bij Antwerpen begraven. Hun kinderen waren: jhr. Mr. Pieter (die volgt); jhr. Mr. Christiaan (overl. te Brussel 12 April 1612), was schepen van 's Hertogenbosch en pensionaris tot aan zijn dood, lid der Illustre Lieve Vrouwe-broederschap, huwde Anna van Assche; jhr. Rogier (overl. 16 Febr. 1656), huwde te 's Hertogenbosch 25 Nov. 1597 Johanna van Horenbeeck (overl 27 Aug. 1652). Beiden liggen in de St. Janskerk begraven, waar hun grafsteen nog te zien is; en jhr. Gerard (die voorgaat). Deze kinderen werden bij diploma, gegeven te Praag 10 Febr. 1607 door keizer Rudolf II, wegens de verdiensten van hun vader in den adelstand verheven; en ontvingen 13 Febr. 1620 van de aartshertogen Albert en Isabella adelsbevestiging. | 148 |
GenealogieOuders: Peter van Broechoven Gzn x Judith (dochter van Rutger van Doorne en Mechtildis dochter van Claas van Delft).Proband: Henrick van Broechoven x Johanna (dochter van Corst Janzn van Weert en Sophia Peterdr van de Oever). Kinderen: Sophia; Peter; Christiaan; Rogier; Gerard; Mechteld; Gielis Johan. Bestuurlijke functiesPolitieke: Schepen 1571 72 73 1581 1602; stadsrentmeester 1577 78 79 80 83 84 85; pensionaris 1588 89; rentmeester van de beden 1590 91 92 93 94 95 96 97 98 99 1600 01.Andere: Prins en hoofdman van rederijkerskamer Moyses Dooren. Reizen in dienst van de stad1576 77 78 80 81 85 86 88 89 1602.StudieImm. Leuven 24 mei 1565; voerde de titel I.U.L.Lidmaatschap van de Lieve Vrouwe BroederschapRentmeester van de broederschap 1573-1592; ontvangen als zwanenbroeder in 1592.2Bijzonderheden
|
Noten | |
1. | Cöp, Het spel van de macht, 2014; Schuttelaars, Heren van de Raad, 454; Van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap, 163; Bots e.a., Noordbrabantse studenten, nummer 897. |
2. | BHIC, ILVB, toegang 1132, R 4. |
Henrick van Broechoven werd geboren op 1 oktober 1544 in ’s-Hertogenbosch en trouwde in 1569 met de op dat moment negentienjarige Johanna van Weert alias Van der Stegen, dochter van Corstiaen van Weert Janszn. en Sophie Petersdr. van den Oever.358 Henrick testeerde in 1598, en stierf op 19 juli 1604.359 Zijn echtgenote overleed op 10 oktober 1605.360 Henrick was tot kort voor zijn dood bestuurlijk actief.361 | 81 |
Mogelijk is hij aan de pest is gestorven. Immers in haar vergadering van 27 juli 1604 besloot de stad in verband met de uitbreiding van de pest een chirurgijn aan te nemen.362 Zowel Henrick als zijn vrouw werden begraven in een grafkelder in de kerk van de minderbroeders in ’s-Hertogenbosch voor een door hen gefundeerd altaar.363
Henrick werd in 1565 ingeschreven aan de universiteit van Leuven en was iuris utriusque licentiatus (I.U.L.), dit wil zeggen. licentiaat in het kerkelijk en het burgerlijk recht.364 In 1597 stichtte hij een beurs van vijftig gulden aan Leuvense universiteit. Deels gebruikte hij hiervoor een betalingsachterstand op een rente op de Staten die aan de universiteit was geschonken.365
De politieke en bestuurlijke carrière van Henrick van Broechoven was indrukwekkend. Hij was schepen in ’s-Hertogenbosch in 1571, 1572, 1573, 1581 en 1602. In 1577 koos de stad hem tot stadsrentmeester en met uitzondering van de jaren 1581 en 1582 vervulde hij deze functie tot en met het jaar 1585.366 In augustus 1588 benoemde het stadsbestuur hem samen met Willem van Reys tot pensionaris.367 Deze functie vervulde hij maar ruim een jaar want al in het begin van 1589 besloten de Staten van Brabant dat hij Jacob Bacx zou opvolgen in het rentmeesterschap van het kwartier van ’s-Hertogenbosch soe wanneer hij(= Jacob Bacx) bij de wille goits van deser werelt sal geraken te sceijden oft anderssins tzelve officie bij redenen als voer moeten verlaten.368 In januari 1589 legde Henrick ten overstaan van de prelaat van Grimbergen de eed af en in augustus van hetzelfde jaar gaf hij een borgtocht af van 6000 carolus guldens voor de schepenen van ’s-Hertogenbosch. Hij was als rentmeester verantwoordelijk voor het ontvangen van de beden vanaf Kerstmis 1590 tot en met Kerstmis 1601.369 In 1602 werd hij weer tot schepen benoemd zoals hiervoor vermeld.
Tussen 1573 en 1592 was Henrick rentmeester van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap en in dat zelfde jaar 1592 werd hij zwanenbroeder van de Broederschap.370 Daarnaast was hij prins en hoofdman van de kamer der rhetorica genoemd Moyses Dooren.371
Henrick van Broechoven vergaarde tijdens zijn leven een aanzienlijk vermogen. De nadruk lag hierbij vooral op beleggingen in agrarisch onroerend goed, renten ten laste van de stad en de Staten van Brabant, pachten en enkele windmolens.
Henrick van Broechoven woonde aanvankelijk in een caemer in de Sint-Jacobstraat.372 In 1576 verhuisde hij naar de Sint-Jorisstraat.373 In 1599 kocht hij het huis Van Loon in de Waterstraat en het jaar daarop de ernaast gelegen negen kamers met toebehoren, eertijds vormende het Van Deventher mannengasthuis.374
Wegens de diensten door hem aan Koning Filips II van Spanje bewezen, werden zijn kinderen bij akte van 10 februari 1607 in de adelstand verheven. Deze verheffing werd in
| 82 |
1620 vernieuwd en bekrachtigd door de aartshertogen Albertus en Isabella.375 Een andere waardering werd hem verleend door de Staten van Brabant die hem in 1603 eerden met de eretitel Oud-rentmeester van de Staten, ende tot dijen genijeten die eere, emolumenten ende vrijdicheijt daertoe staende.376 Henrick van Broechoven en Johanna van Weert hadden 8 kinderen die de volwassen leeftijd bereikten: Peter, Christiaan, Rogier, Gerard, Gielis, Johan, Sophie en Mechteld. In januari 1606 gaven Henricks kinderen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch goedkeuring aan de erfdeling van de goederen van hun ouders aanbestorven.377
| 84 |
De gedeputeerden van de Staten van Brabant hadden inmiddels besloten - na overleg op 5 en 7 december 1588 en 9 januari 1589 - dat Henrick van Broechoven Pzn. Jacob Bacx in de toekomst zou opvolgen in het rentmeesterschap van het kwartier van ’s-Hertogenbosch. Als redenen voor de benoeming worden vermeld dat hij (= Jacob Bacx) tzelve sijn officie nyet geveugelijck meer selver en soude connen bedienen, maer daertoe gebruijken moeten soe hij oijck alrede gebruijct hadde zijne comisen ende andere persoonen gheensins wesende inden eedt oft plicht der voirseijde heeren Staten,[….] ende meer andere goede considerantien denselven gedeputeerde daertoe moverende.825 De Staten hadden hierbij in formele zin bepaald dat hij Jacob Bacx vanwege diens indispositie als adjunct in het rentmeesterschap zou assisteren. De overname van het rentmeesterschap door Henrick van Broechoven Pzn. verliep allerminst soepel en Jacob was verontwaardigd over de ‘voortvarende’ wijze waarop Henrick van Broechoven Pzn. het adjunctschap vorm gaf.826 Al in juni 1590 werd de overdracht van het rentmeesterschap een feit. Henrick van Broechoven Pzn. was als rentmeester verantwoordelijk tussen Kerstmis 1590 en Kerstmis 1601.827 In ieder geval vanaf 1597 ondersteunt zijn zoon Peter hem bij de uitvoering van het rentmeesterschap.828 Een andere zoon, Rogier, wordt eind 1601 genoemd als facteur en agent van zijn vader.829 Het is wellicht ook vanuit die hoedanigheid dat deze Rogier in 1600 wordt aangeduid als rentmeester van Kempenland.830 In 1601 volgde Peter van Broechoven Hzn. zijn vader op als rentmeester van de beden. | 166 |
8.2.1 Activiteiten in nijverheid en handelZakelijk was Henrick van Broechoven Pzn. actief als bezitter van korenwindmolens. Samen met zijn broer Rogier verwierf hij in de jaren 1560 via zijn oom Gielis de windmolen buiten de Orthenpoort. Gedurende zijn hele verdere leven is hij eigenaar gebleven van een of meer windmolens, soms alleen, soms samen met zijn broer. Maar hij investeerde op de eerste plaats in renten, pachten en agrarisch onroerend goed. De zakelijke activiteiten van Rogier waren geconcentreerd rond koren, molens en bier. Daarnaast was hij actief in de lakenhandel en de blekerijsector. De nazaten van Henrick en Rogier van Broechoven Pzn. waren vrijwel uitsluitend actief als politicus, als rentmeester of als beheerder van hun goederen en als investeerders in renten, pachten en agrarisch onroerend goed.8.2.1.1 BrouwersactiviteitenBierbrouwen was zeker in het begin het hoofdberoep van Rogier van Broechoven Pzn. - in 1583 wordt hij genoemd ingeseten ende borgher van Shertogenbossche hem generende met bier te brouwen1070 - en van zijn zwager Hans van Wieringen. Ook Rogiers broer Gielis van Broechoven wordt in de stadsrekeningen als bierbrouwer aangeduid, en in het huis dat zijn neef Rogier van Broechoven Hzn. in 1618 kocht van Gerard van de Kerckhoff was op het moment van aankoop eveneens een brouwhuis.1071 Rogier van Broechoven Pzn. en Hans van Wieringen worden vanaf 1578 tot 1601 jaarlijks als brouwers genoemd in de stadsrekeningen. Na 1601 collecteerde de stad de bieraccijns niet langer zelf bij de brouwers, tappers en burgers, maar inde ze deze via verpachting.1072 Dit had tot gevolg dat de individuele belastingbedragen vanaf dat moment niet langer bekend zijn. Dat Rogier van Broechoven Pzn. en Hans van Wieringen echter ook na 1601 nog jaren als brouwer actief waren, is zeker.Een indruk van hun positie als brouwer volgt uit de door hen tussen 1578 en 1601 betaalde bieraccijns en de hoeveelheid bier die zij jaarlijks leverden aan tappers en burgers. Vanaf 1586 werden van nog slechts vijf brouwerijen de individuele afzetgegevens in de stadsrekeningen vermeld. Van de overige werden de verkochte hoeveelheid bier geregistreerd samen met de bieren gehaelt opten cleijnen ketel. De reden achter deze administratieve wijziging vloeide wellicht voort uit de betrekkelijk geringe omzet van een aantal brouwerijen. | 240 |
Noten | |
358. | OSA 2697, f410; Schuttelaars, Heren van de Raad, 221. |
359. | Donnet, ‘Dons de la famille van Brouckhoven’, 68. |
360. | ABB, R 2; sH, R 1478, f84, 21 november 1606. |
361. | OSA 175, 28 en 30 juni 1604. |
362. | OSA 175, 27 juli 1604. |
363. | De Schryver, Jan van Brouchoven, 12; Donnet, ‘Dons de la famille van Brouckhoven’, 44-45. |
364. | Bots, Matthey en Meyer, Noordbrabantse studenten, 235(nummer 897). |
365. | Van der Does de Willebois, Studiebeurzen, 475. |
366. | Van Zuijlen, Inventaris der Archieven, 938, 965,990,1003,1039,1046, 1057. |
367. | OSA 1200, f503-f506v, 22 augustus 1588. |
368. | sH, R 1850, f144, 29 augustus 1589. |
369. | BHIC, toegang 1, R 4, f25. |
370. | Schuttelaars, Heren van de Raad, 373. |
371. | OSA 183, f86, 18 april 1615. |
372. | OSA 1426, 7 mei 1575. |
373. | OSA 1427, 3 februari 1576; Donnet, ‘Dons de la famille van Brouckhoven’, 77. |
374. | sH, R 1423, f 435, 26 juli 1599 ; Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, II, 61-66; sH, R 1424, f40, 8 maart 1600. |
375. | AT-Oesta/AVA Adel RAA 49.12, Nobilitatio cum augmento insignorum, 10 febr. 1607; Van Sasse van Ysselt, ‘De afkomst’, 106; Donnet, ‘Dons de la famille van Brouckhoven’, 73. |
376. | OSA 5428, 2 oktober 1603. |
377. | sH, R 1477, f140, 13 januari 1606. |
825. | sH, R 1850, f144, 29 augustus 1589. |
826. | SAH, N 2660, f359, 21 oktober 1589; SAH, N 2660, f361, 22 november 1589. |
827. | OSA 1455, 1603. |
828. | OSA 5417, 14 april 1597. |
829. | OSA 181, f28, 5 november 1601). |
830. | Korvezee, ‘Lijsten van schouten’, 130. |
1070. | BHIC, toegang 1107, R 300, f73r, 3 december 1583. |
1071. | OSA 2288, 1589; sH,R 1494, f 303v, 15 mei 1618; Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, I, f 298-299. |
1072. | OSA 2151, f9-44. |
's-Bosch. Imm. Leuven 24 mei 1565. Voerde titel I.U.L. Geboren ca. 1545; zoon van Petrus en Judith van Doerne Rutgersdr. Huwde Johanna van Weerdt. Schepen (1571-1573, 1581, 1585, 1587, 1602) en pensionaris (1588-1595) van 's-Bosch. Rentmeester van de Staten van Brabant in het kwartier 's-Bosch. Prins en hoofdman van de rederijkerskamer Mozesbosch. Overleed 19 juli 1604. Stichter van studiebeurs. Op grond van verdiensten verhief Keizer Rudolf II in 1607 zijn kinderen in de adelstand. MUL, IV, 692; NNBW, X, 147; Tax. (1899) 163, 192, (1908) 35, (1929) 106; Schutjes, II, 230; DdW, IV, 475-478 | 235 |
Geboren 1544'45, overleden 9 juli 1604Bestuurlijke functiesSchepen 1571 81 1602; Rentmeester 1577 78 79 80 83 84 85; Pensionaris 1588-1595Reizen in dienst van de stad1576 77 78StudieImmatriculatie Leuven 24 mei 1565; mr. J.U.L.Lidmaatschap van de Lieve Vrouwe BroederschapNaam: Henrick van BroekhovenInschrijving: Overlijden: 19 juli 1604 Requiemmis: Proost: BijzonderhedenHij is begraven in Rumpst bij Antwerpen. Zijn kinderen zijn vanwege zijn verdiensten in 1607 in de adelstand verheven. |
Namen en wapenen der Heeren Beêedigde Broeders soo Geestelijke en Wereltlijke van de seer oude ende seer doorluchtige Broederschap van onse Lieve Vrouw binne de stad s'HertogenboschVan de familie van BroekhovenWaarvan velen regts geleerden in deze broederschap | 147 |
Noten | |
1. | Algemeen wapen, zoals opgenomen in het wapenboek van de Broederschap. |
gegoten, gesneden, zilver diameter: 2.5 cm dikte: 0.1 cm hoogte: 1.6 cm gewicht: 7.7 gr Rond zegelstempel met aan de achterzijde een eenvoudig bewerkt handvat (geen vast type) en in gotisch schrift: # hanrick # vâ # broechoven ( # is een schuinkruisje met vier puntjes). Aan de voorzijde een omschrift met aan de buitenzijde een band van drie cirkels, en aan de binnenzijde een cirkel. Op een rijk versierd veld een accoladeschild. Heraldische beschrijving: drie molenijzers, geplaatst 2-1; in het hart van het schild een jachthoorn. |
Provinciaal Genootschap 1571 Zilver | 11 |
Provinciaal Genootschap 1602 Zilver | 13 |
1899 |
Noordbrabantsche zegels IIIHet zegel van Nr. Hendrik van Broeckhoven ...Taxandria 6 (1899) 163-164 |
|
1899 |
Van BroeckhovenGenealogie van het geslacht Van Horenbeeck IVTaxandria 6 (1899) 192-195 |
H. Bots, J. Matthey, M. Meyer, Noordbrabantse studenten XLIV (1979) 235
Wim Cöp, Het spel van de macht (2014) 81-84
Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (2012) 163-164
Jan van Oudheusden en Harry Tummers, De grafzerken van de Sint-Jan te 's-Hertogenbosch (2010) 76
L.P.L. Pirenne, 's-Hertogenbosch tussen Atrecht en Utrecht (1959) 28n, 31, 84n, 85n, 117n, 175
A. van Sasse van IJsselt, 'De afkomst van het Bossche geslacht Van Broeckhoven' in: Taxandria (1929) 106
A. Schuttelaars, Heren van de raad (1998) 141, 167n, 221, 259, 269, 271, 311, 349, 359, 373, 376, 441, 454