Overleden te Lier 7 februari 1638, zoon van Mr. Hendrik en Johanna van Weert gezegd van der Stegen. Hij was schepen van 's Hertogenbosch in 1610, 1618, 1619, 1622, 1623 en 1626, pandde in laatstgenoemd jaar van koning Philips IV van Spanje voor de som van 97.000 gulden Bergeik, Westerhoven, Riethoven, Borkel en Schaft, welke te samen een dingbank vormden, als een heerlijkheid; de Staten der Vereenigde Nederlanden losten in 1658 door de pandpenningen terug te betalen aan zijn weduwe, de heerlijkheid weder in. In 1626 volgde hij eveneens zijn broeder Pieter als raad en rentmeester-generaal der Staten van Brabant in het kwartier van den Bosch op. Hij was volgens contract van 13 mei 1617 te Brussel gehuwd met Catharina Maes (overleden 2 november 1660), oudste dochter van Jan Baptist, heer van Bousval en Laloux, raad- en advocaat-fiscaal van den raad van Brabant, en van Maria van Boisschot. Beiden liggen begraven in het koor der St. Gomaruskerk te Lier. | 147 |
Gerard van Broechoven is de vierde zoon van Henrick van Broechoven en Johanna van Weert. Hij werd geboren op 24 januari 1580.422 Hij trouwde op 37-jarige leeftijd met huwelijkse voorwaarden van 13 mei 1617 te Brussel met Catharina Maas, een dochter van Jan-Baptist Maas en Maria van Boisschot. Gerard was lid van de kerngroep van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap en overleed op 7 februari 1638 te Lier.423 Zijn vrouw, Catharina, maakte haar testament in september 1658 en overleed op 2 november 1660. Beiden zijn begraven in het koor van de Gomaruskerk in Lier.424 Gerard van Broechoven wordt in 1601 vermeld als rechtenstudent te Leuven en behaalde in 1608 de titel licentiaat in de beide rechten.425 In 1610 werd hij voor de eerste keer tot schepen benoemd. Zowel in 1619 als in 1623 werd hij gecontinueerd als schepen en tijdens zijn twee laatste mandaten was hij vice-president van het schepencollege. In totaal zou hij zes keer in de schepenstoel zitten: 1610, 1618, 1619, 1622, 1623 en 1626. In 1619 werd hij door het stadsbestuur tot weesmeester benoemd, maar een poging, in 1627, om kerkmeester van de Sint-Jan te worden slaagde niet.426 In september 1627 werd hij in de plaats van zijn kort daarvoor overleden broer Peter benoemd tot rentmeester van de Staten van Brabant in het kwartier van ’s-Hertogenbosch.427 De afgifte van een borgtocht en de borgstelling tot een bedrag van 6000 carolus guldens gebeurde (eerst) in april 1629. Als rentmeester van de (Spaanse) Staten van Brabant in de Meierij was hij niet onomstreden. De Meierijenaars
| 87 |
klaagden over hem en bovendien schuwde hij gijzeling van lokale bestuurders als drukmiddel voor betaling allerminst.428 Op basis van de verdiensten van zijn vader Henrick werden Gerard van Broechoven en zijn andere broers en zussen in 1607 erfelijk in de adelstand verheven. In 1626 verpandde Filips IV aan hem de heerlijkheid Bergeijk, alsmede die van Riethoven, Westerhoven, Borkel en Schaft. In 1638 verhief Catharina Maas, als weduwe van Gerard van Broechoven en als testamentair momber van haar 2 zoons, voor het leenhof van Brabant de heerlijkheden van Bergeijck, Riethoven en Westerhoven, maar al in 1658 werd het pandschap van de heerlijkheid door de Staten-Generaal van de Verenigde Nederlanden ingelost.429 Doch op basis van een door Filips IV bij besluit van juni 1665 gecreëerde baronie Bergeijk, welke in 1676 werd verheven tot graafschap, voeren de afstammelingen van de zoon van Gerard van Broechoven, Jan-Baptist, ook heden nog de titel graven van Bergeyck.430
Woonadressen van Gerard van Broechoven zijn niet bekend. Aangenomen mag worden dat hij tot 1629 in ’s-Hertogenbosch woonde, maar dat hij de stad na de inname door Frederik Hendrik heeft dan wel moest verlaten. Hij verbleef aanvankelijk in Antwerpen en hield vanaf begin 1630 kantoor in Breda.431 Tot 1632 was hij in het bezit van een staats paspoort. Vervolgens verhuisde hij naar Lier, waar hij tot zijn dood in 1638 zijn ambt bleef uitoefenen. Gerard van Broechoven en Catharina Maas hadden twee zoons: Jan-Baptist en Anton-Ferdinand.
| 88 |
Noten | |
422. | Donnet, ‘Dons de la famille van Brouckhoven’, 77. |
423. | Verreyt, ‘Leden der Lieve-Vrouwebroederschap’, jrg. 15, 35; ABB, R 15. |
424. | ABB, R 28, testament Jan van Broechoven. |
425. | Bots, Matthey en Meyer, Noordbrabantse studenten, 235 (nummer 894). |
426. | OSA 177, 11 mei 1619; OSA 178, 22 juni 1627; De functie van kerkmeester wordt door Glebbeek (Glebbeek, De kerkfabriek van Sint-Jan, 43) omschreven als bijbaan, waarvoor als zodanig hoogstwaarschijnlijk geen honorarium werd vergoed. Het opmaken van rekeningen - en dat zal ook voor de kerkmeesters en weesmeesters hebben gegolden - was echter financieel interessant omdat de twintigste penning van de transacties de opstellers van de rekening toekwam en vanwege de usances die werden toegepast met het schuiven van inkomsten en uitgaven en het te gelde maken van inkomsten in natura (zie in dit verband de studie van Fierst aangaande de Graafse armeninstellingen (Fierst van Wijnandsbergen, Ghenge ende gheve, 308-316). |
427. | sH, R 1429, f554, 11 april 1629. |
428. | Beermann, Stad en Meierij 1629 tot 1648, 197; Adriaenssen, ‘Kidnapping in de Meierij’, 213-219. |
429. | Veekens, ‘Bergeijk van 1626 tot 1658’; BHIC, toegang 19, Raad van Brabant, R 1130, 2174. |
430. | Willems en Willems, Cortewalle, 191. |
431. | Frenken, ‘De voormalige finantieele toestand’, 250-259, Van Sasse van Ysselt; Resolutiën Statan-Generaal 1626-1630, 28 maart 1630, 1. |
GenealogieOuders: Henrick Pzn van Broechoven x Johanna (dochter van Corstiaan van Weert en Sophie Peterdr van den Oever).Proband: Gerard Hzn van Broechoven x 1617 Catharina (dochter van Jan-Baptist Maas en Maria van Boisschot). Kinderen: Jan-Baptist; Anton Ferdinand. Bestuurlijke functiesPolitieke: Schepen 1610 18 19 22 23 26; rentmeester van de Staten 1627-1638.Andere: Weesmeester 1619 20. Reizen in dienst van de stad1623.Studie1In 1601 licentiaatstudent rechten in Leuven; behaalde titel I.U.L. in 1608.Lidmaatschap van de Lieve Vrouwe BroederschapOntvangen als broeder in 1608.BijzonderhedenVerkreeg in 1626 de heerlijkheden Bergeijk, Westerhoven, Borkel en Schaft in pand. |
Noten | |
1. | Cöp, Het spel van de macht, 2014; Bots e.a., Noordbrabantse studenten, nummer 894. |
Namen en wapenen der Heeren Beêedigde Broeders soo Geestelijke en Wereltlijke van de seer oude ende seer doorluchtige Broederschap van onse Lieve Vrouw binne de stad s'Hertogenboschjor: gerard vanBroekhoven Henricx ontfange 1606. Hr. van Bergeijk Rentmr. van de state van Brabant sterft 1638 ..Februari | 100 |
gegoten, gesneden, zilver diameter: 3.0 cm dikte: 0.2 cm hoogte: 2.1 cm gewicht: 22.6 gr Rond zegelstempel met aan de achterzijde een rijk bewerkt handvat (geen vast type) en gegraveerd: S + G + BROECHOVEN. Aan de voorzijde een omschrift met aan de buitenzijde een band van drie cirkels, en aan de binnenzijde een band van twee cirkels. Op een rijk versierd veld een accoladeschild. Heraldische beschrijving: boven drie molenijzers, geplaatst 2-1; onder in het schild twee dwarsbalken. |
Provinciaal Genootschap 1610 Zilver | 13 |
1899 |
Noordbrabantsche zegels IIIZegel van jonker Gerard van Broeckhoven ...Taxandria 6 (1899) 165-166 |
H. Bots, J. Matthey, M. Meyer, Noordbrabantse studenten XLIV (1979) 235
Wim Cöp, Het spel van de macht (2014) 87-88
Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (2012) 168
B.C.M. Jacobs, Justitie en politie in 's-Hertogenbosch voor 1629 (1986) 278, 279
A. van Sasse van IJsselt, 'De afkomst van het Bossche geslacht Van Broeckhoven' in: Taxandria (1929) 107-108