afb. 2014
Protestant - Lengdendale Engeland - De geregelde stamreeks vangt aan met Thomas Boyer, die vóór 1590 uit Mottram in Lendendale als militair te Bergen-op-Zoom kwam. In de eerste generaties komt bijna uitsluitend de schrijfwijze Boyer, inplaats van Bowyer voor. Bij org. besluit d.d. 28 augustus 1814, n° 14 werd Mr. Maarten Bowier benoemd in de ridderschap van Noordbrabant. Bij Koninklijk Besluit d.d. 5 september 1821 n° 21 werd Mr. Hugo Bowier verheven in den Ned. Adel. | 31 |
Militair geslacht uit Cheshire in N.W. Engeland en in 1590 hier te lande gekomen. Eenige leden zaten in de regeering van Doesburg en ‘s-Hertogenbosch. Bij org. besluit van 1814 ten onrechte benoemd in de Noord-Brabantsche ridderschap, met acte van bewijs, doch de begiftigde zonder kinderen overleden. In 1821 verheven, zonder recht daarop te hebben. Ofschoon in de 19e eeuw zeer uitgebreid (de oudste zoon van den geadelde van 1821 had 25 kinderen) is de familie hard aan het uitsterven en de overgebleven stamhouders behooren tot de arbeidersklasse. | 34 |
Nederland's Adelsboek (1924) 242-251; (1928) 235-242; (1929) 210; (1932) 220-228; (1936) 245-252; (1940) 471-483; (1954) 356-368; (1960) 318-328; (1966) 338-347
Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (2012) 135-136
Klaasje Douma, De adel in Noord-Brabant, 1814-1918 (2015) 119-121, 154, 229, 409; 71-72, 160, 179, 223
Maarten Duijvendak, Rooms, rijk of regentesk (1990) 302-303
M. de Haas, Bossche scholen van 1629 tot 1795 (1926) II
Jan van Oudheusden en Harry Tummers, De grafzerken van de Sint-Jan te 's-Hertogenbosch (2010) I. 22n
Ferd. Sassen, Studenten van de Illustre School te 's-Hertogenbosch 1636-1810 (1970) 25-29
Th.G. Versfelt, 'Geslacht Bowier (1)' in: De Nederlandsche Leeuw 7 (1889) 58-60