afb.
De markantste straatfiguur die de stad ooit kende was Janus Borghs. In zijn leven werd hij geliefd en verguisd. Het dreigende wandelstokje stond in contrast met de in wezen vriendelijke man.
Hij had een bijzondere verering voor de Zoete Moeder van Den Bosch en het koninklijk huis. Je zou hem zelfs de heilige onder de Bossche typen kunnen noemen. Janus Borghs was koningsgezind. Zijn voorliefde voor Oranje zette hij om in felicitatiewensen op de verjaardagen van leden van het koninklijk gezin. Op de hoogtij dagen van Oranje droeg Janus steevast een oranje rozet en sjerp. Die uitmonstering hield hij ook in de oorlogsjaren aan, maar dan wat subtieler met de voorletters van Juliana en Bernard, die toevallig zijn eigen initialen waren. Dergelijke vertoningen leverde je zonder meer een proces verbaal op van de eerste de beste Duitse soldaat. Maar tegen de breedvoerige uitleg van Janus Borghs kon zelfs geen Oberstfeldwebel op. Na de oorlog ondernam Janus pogingen een politieke partij op te richten. Zijn genegenheid voor Maria voerde hij door tot in de naam van de partij: „Onder bescherming van Maria". De kandidaatstelling dreigde zo'n succes te worden, dat er met de stembriefjes een truc werd uitgehaald. Janus was zo stellig overtuigd, dat er een aantal uitgebrachte stemmen was verdonkeremaand, dat hij de gemeente-ambtenaren valsheid in geschrifte verweet. Hij moest het onderspit delven. Zijn teleurstelling zette ie om in een levenslange politieke miskenning. Nimmer zou Janus nog een stap zetten in een stemlokaal. „Ik heb alleen recht als ze mij kandidaat maken en ik wettig gekozen word”, luidde zijn eis. GrimassenJanus speelde in op zijn betekenis als straatfiguur. De maatschappij, wat meer onpersoonlijk gericht, kon zo'n ludieke Bosschenaar best waarderen. Door als ceremoniemeester voorop te lopen bij processies en carnavalsoptochten kreeg hij nog meer een onaantastbare positie. Als verkenner die elke dag een goede daad deed, of als assistent van de broeders van de GGD voelde hij zich het stedelijke hulpje van alleman. En die slungelachtige persoon, die grimassen maakte en naar goed uitziende dames zijn wandelstok opstak of ze de stuipen op het lijf joeg, grinnikte zelf des te meer naar mate hij succes oogstte.Carnaval was voor Janus het feest bij uitstek. Daarover kon hij lyrisch uitweiden: „Carnaval is voor alle standen en volken weggelegd. Je moet het al dweilend over de straat vieren, de ene herberg in, de andere weer uit. Hier wat vreten en daar wat zuipen, jonge klare, cognac, bier of advocaat, alles door elkare. Waarom niet hè. Ik laat me de wet niet voorschrijven”. Op carnavalsmaandag 1978 zakte hij in elkaar tijdens een uitbundige viering van drie dolle dagen. Een taxichauffeur die hem aantrof bracht hem naar huis. Vanaf dat moment werd Janus niet meer de oude. Hij bleef met rugklachten lopen. Maar de geringste huishoudelijke hulp wees ie van de hand. Tot kort voor zijn zevenenzestigste leefde hij teruggetrokken in een historisch pandje aan Lombardje 13. Het huisje van enkele vierkante meters was behangen met kruisbeelden en schilderijen met religieuze voorstellingen. Onafscheidelijk met zijn hondje Tippie rookte hij er zijn pijp en bad er zijn dagelijkse schietgebedjes. Totdat bouwvakkers hem dood op de grond aantroffen. Het gebeurde in het weekend van 4 op 5 oktober 1981. De dag was gekomen, zoals hij zelf voorspeld had. „Ik voel me een vrij man en als zodanig wens ik te sterven. Zouden ze hierboven zeggen -Janus kommen-, nou dan ga ik. Hierboven beslissen ze en niet wij.” | 29 |
Janus' levensloopJanus is op 6 oktober 1914 geboren in een van de bovenhuizen aan de Beurdsestraat westzijde. Hij is de zoon van Marinus Borghs en Antonetta (Netje) Vorstenbosch, die op 5 juni 1914 waren getrouwd. Marinus, is na ontuchtige handelingen met kinderen te hebben gepleegd, uit de stad vertrokken. In 1970 is hij overleden. Na de scheiding in 1921 is Netje Vorstenbosch een jaar later voor de tweede keer getrouwd met gemeente-arbeider Marinus de Mol, die op carnavalsmaandag februari 1944 dronken van de stadswal tuimelde en overleed. Janus: „Als je toch moet sterven dan liever niet op carnavalsmaandag."Zijn moeder overleed op 27 oktober 1950. De verminking aan zijn gezicht liep Janus op achtjarige leeftijd op, toen hij zo wild als ie was, zich aan een kachel verbrandde. Boze lippen beweren, dat zijn moeder die overdag gedroogde appeltjes en peertjes op de markt verkocht, haar kind vastbond aan de rand van het keukenfornuis. Toen zijn stoeltje een keer omviel moet het ongeluk zijn gebeurd. In de oorlogsjaren hielp Janus zijn stiefvader op de veemarkt bij het koeien drijven. Behalve als ceremoniemeester tijdens optochten en processies kreeg Janus vooral als bloemenverkoper bekendheid. „Maar de opkomst van bloemenstalletjes bij de benzinestations maakte mijn handel kapot", zei hij. Op woensdag 7 oktober 1981 nam een volle St. Jan afscheid van een even verguisde als geliefde Bosschenaar. Op het kerkhof in Orthen is het graf van Janus en staat dichtbij de ingang een grafmonument, dat na een actie door Ben van Gulik van Radio De Pijp, is bekostigd. | 30 |
's-Hertogenbosch kent weinig echte stadstypen meer. Natuurlijk herinnert iedereen zich 'Janus' nog. Vooral de meisjes die door hem stiekem vanachteren benaderd werden en die vevolgens door janus op de schouder werden getikt. Draaiden zij zich om en zagen zij hem van zo dichtbij: dan liepen ze meestal hevig geschrokken weg. Janus werd in oktober 1914 in de Beurdsestraat geboren. Als kind kreeg hij een ongeluk: hij viel tegen de kachel, waardoor zijn gezicht mismaakt werd. Maar er gaan ook andere verhalen: hij zou door zijn moeder (die op de Markt fruit verkocht) met zijn stoeltje aan de kachel vastgebonden zijn. Toen de stoel viel kwam Janus tegen de gloeiende kachel. Anderen vertellen dat zijn vader in een dronken bui zijn zoontje tegen de kachel gooide. In ieder geval heeft dit ongeluk ervoor gezorgd dat Janus als kind reeds een bepaalde richting ingeduwd werd: die van het stadstype. „Ik en m'n snertneus”, zei hij altijd over zichzelf. Janus Kiepoog werd zijn bijnaam.
In de Tweede Wereldoorlog bleef hij Oranje-fan. Hij kon vertellen over de verschillende keren dat hij bijna opgepakt werd, maar zich er steeds weer uitpraatte. Op zijn riem waren de letters JB te zien (van Juliana en Bernard), maar hij vertelde de Duitsers dat dit gewoon zijn naam was: Janus Borghs. Iedere keer als een van de prinsesjes jarig was, stuurde hij een felicitatie. De dankbetuigingen daarvoor van het Koninklijk Huis (dikwijls afdrukken van kindertekeningen van de prinsesjes zelf) bewaarde hij als was het een schat. Ook van Maria was hij een grote fan. Toen hij zo populair werd, dat hij zelfs een eigen politieke partij oprichtte, noemde hij deze 'Onder bescherming van Maria'. Maar in de gemeentepolitiek is Janus niet terechtgekomen. Zijn lijst werd in 1958 ongeldig verklaard. Officieel omdat zij niet voldeed aan de vereisten van de Kieswet. Hij moest namelijk een aantal handtekeningen hebben van Bosschenaren die hem steunden. Janus had deze, maar - zo gaat het verhaal - enkelen hadden hun handtekening teruggetrokken. Janus Borghs kreeg nog drie dagen de tijd om het een en ander in orde te maken, maar dat is niet gebeurd. Nog jaren later bleef hij erop hameren dat hem toen onrecht was aangedaan.
Een andere herinnering aan Maria was dat hij mocht optreden tijdens het grootse spel Bosch' Marieke. Wekenlang was hij iedere avond tijdens dit toneelstuk te zien als de vaandeldrager.
De mooiste tijd van het jaar was voor Janus de carnaval. Mooi uitgedost liep hij trots door de straten van zijn Oeteldonk. Niet voor niets werden hem tal van carnavalsonderscheidingen toegekend. In het begin vierde hij altijd drie dagen carnaval, maar later pakte hij ook de zaterdag erbij. Maar hij stopte zoals dat hoort op dinsdagnacht 12 uur. eens was hij tijdens de carnaval verkleed als lid van de Militaire Politie. Wekenlang heeft deze foto toen bij Het Zuiden voor het raam gehangen. En dagelijks kwam Janus kijken of deze foto er nog hing. In oktober 1981 overleed hij, plotseling. Velen namen in een volle Sint Jan afscheid van hem. Aan hem herinnert nog een standbeeldje en een gedenksteen: 'Dit blijve, een taal een teken: een man alleen, de pijp, de hond, het oog, de bloemen, Bossche grond. Hier had hij 't wel bekeken.
|
1974 |
RedactieMensen, die al wat langer in Den Bosch wonen kennen ongetwijfeld Janus Kipo. ...
Brabants Dagblad, donderdag 4 april 1974
|
|
1975 |
Adri BoschDe volledige waarheid omtrent Bossche Janus
Bisdomblad 7 februari 1975
|
|
1977 |
RedactieAdrianus Antonius Borghs: 'Iedere dag een goede daad'
Krantenknipsel, donderdag 1 december 1977
|
|
1981 |
RedactieJanus Borghs overleden
Brabants Dagblad, dinsdag 6 oktober 1981
|
|
1981 |
RedactieDat Janus Borghs
Brabants Dagblad, donderdag 8 oktober 1981
|
|
1981 |
RedactieStad is ludiek figuur armer. Janus is niet meer
Bossche Omroep, 14 oktober 1981
|
|
1985 |
RedactieKiep, Janus
Encyclopedie van Noord-Brabant 2 (1985) 321
|
|
1990 |
Paul Kriele en Aart van WoenselStadsgezichten een Bosch album
Boekhandel Mosmans 's-Hertogenbosch (1990) 29-31
|
|
1992 |
Henny MolhuysenVerhalen en legenden : Janus
Brabants Dagblad, donderdag 23 januari 1992
|
|
2000 |
J. van HaarenJanus Borghs
KringNieuws 3 (2000) 17
|
|
2005 |
J. van HaarenJanus
KringNieuws 5 (2005) 4
|
|
2011 |
Anke BardieJanus vat oe nog unne keer
Bossche Omroep, zondag 2 oktober 2011
|
|
2011 |
'Markant figuur als janus is er nu niet meer'Het is morgen dertig jaar geleden dat Janus Kiep stierf. Cobie de Jong-Van der Putten is één van de meisjes die hij altijd liet schrikken in de stad. „Hij deed geen vlieg kwaad, maar zag er wel eng uit.”
Eva van der Steen | Brabants Dagblad, dinsdag 4 oktober 2011
|
|
2011 |
RedactieJanus Borghs mag nog zeker tien jaar rusten in zijn graf op Orthen
Brabants Dagblad, vrijdag 18 november 2011
|
|
2022 |
Lianne van BeekDe twee gezichten van Janus Borghs
Bossche Kringen 1 (2022) 36-39
|
|
Janus en Tippie, z.j.Harry Thielen(aquarel) |
Henk Henkes, Van den Raethuys tot Stadhuis (2016) 274