Cler. Luik, I.(L.) 1437-1454 (1436-1455) Den Bosch Heer Philips van Boningen, Bonyng(h)en, heer Philips Mesmeker, werd in Den Bosch geboren als zoon van Jan van Boningen alias Mesmeker, zoon van Philips Philipss van Boningen. Zijn grootvader Philips was messenmaker van beroep en had bij zijn vrouw Katherijn, die omstreeks 1431 hertrouwde met Steven vanden Broeck, vijf kinderen die zich allen Van Bonyngen of Mesmeker noemden: Mechtelt, Meliata, Philips, Henric en Jan. Mechtelt was getrouwd met Jan, zoon van Jan Scalmack of Scalmacke, en had van hem een zoon Jan (junior). Haar zuster Meliata droeg op 12 maart 1455 een deel van een stenen huis in de Orthenstraat over aan haar neef heer Philips die daarbij mede optrad namens zijn zuster Lysbeth en namens zijn neef Jan Scalmack (junior), wiens ouders toen beiden overleden waren. Hun oom Philips Mesmeker treedt samen met zijn zuster Meliata en zijn broer Henric op in een akte van 6 februari 1432. Henric was van beroep smid en trouwde met Lysbeth, dochter van Arnt Jans Drinchellinc. Henric had een natuurlijke zoon Jan en een wettige zoon Lambrecht. Deze laatste was aanvankelijk getrouwd met Hillegont, dochter van Dirc Aelbrecht Jan Hermans alias van Orten, en daarna met Bele, dochter van Dirc Jans Bull en weduwe van de korenkoper Henric die Wijze. Vermoedelijk hadden Jan en Lambrecht nog een zuster Mechtelt want een soror Mechteldis, filia quondam Henrici Mesmeker, was rond het midden van de vijftiende eeuw rectrice van het Bethaniklooster op de Windmolenberg. Heer Philips’ vader Jan was getrouwd met een zekere Lysbeth en overleed vóór 1432. Jan en Lysbeth woonden in de Vughterstraat tegenover de St.Jorisstraat. Hun jaargetijde werd gehouden op 19 november. Behalve heer Philips hadden ze nog een kind Lysbeth (zie boven). 1) Heer Philips is als notaris bekend vanaf 1436 toen hij heer Jan die Gruter (nr.157) assisteerde bij de collatie van een akte. Hij was toen nog clericus en bezat alleen de keizerlijke benoeming. In 1438 of 1439 verwierf hij ook de admissie van de officialiteit van Luik. In zijn oudste akte uit 1437 schrijft hij zijn naam als Boninghen, daarna als Boningen en vanaf 1439 steeds als Bonyngen. Behalve in Den Bosch instrumenteerde hij ook driemaal in Heusden en verder in Bokhoven en in Middelrode bij Berlicum. Hij ingrosseerde zijn akten vrijwel allemaal zelf en schreef tot 1447 ook nog meer dan dertig akten voor andere notarissen, met name voor heer Henrick ten Kolke (nr.223) en heer Peter Mollenair (nr.269). In 1449 noemt hij zich kapittelnotaris van de St.Jan maar vermoedelijk was hij dit al vanaf 1444 of eerder. Zijn protocollen werden op 17 mei 1455 toegewezen aan heer Jan Amelrijcx (nr.5) die ze in ontvangst nam van zijn executeurs-testamentair, Goyart Pottey en meester Gerit Hoernken. De laatste was in 1447 ook al in zijn woonhuis als getuige aanwezig bij de collatie van een akte. In 1467 werden heer Philips' protocollen samen met die van andere notarissen toegewezen aan heer Dirck van Hall (nr.162). 2)
Naast zijn notariële bezigheden had heer Philips nog een aantal andere inkomstenbronnen. Van 1437 tot 1446 was hij organist van de O.L.V.-broederschap. Als dienaar van de broederschap kreeg hij tot 1442 voor zijn broederschapsmantel jaarlijks anderhalve el laken dat ieder jaar een andere kleur had. Vanaf 1443 ontving hij steeds drie pond waarvan hij zelf laken voor zijn covel moest kopen. Daarnaast kreeg hij jaarlijks nog eens 12 pond als loon "van opt orgelen te spelen". De orgelblazer was Henneken metten Clocken die tevens als beiaardier van de broederschap fungeerde. Op 15 mei 1446 werd heer Philips gezworen lid van de O.L.V.-broederschap, waarna hij niet langer als organist voorkomt. Hij was in 1440/41 tot priester gewijd en komt vanaf die tijd ook voor als beneficiant van de St.Jan. Hij was daar rector van het St.Andreasaltaar waaraan tot 1447 echter maar weinig missen verbonden waren. Om deze reden voegde heer Gerit Albrechts, kanunnik van de St.Jan, in het testament dat hij op 5 juli 1447 ten overstaan van heer Philips maakte nog eens drie missen aan de fundatie toe die iedere week op maandag, vrijdag en zondag door heer Philips moesten worden gelezen. Misschien kon hij dankzij deze extra inkomsten het schrijven voor andere notarissen opgeven. Heer Philips, die omstreeks 1450 in de Peperstraat woonde, overleed op 14 mei 1455. In het obituarium van de broederschap staat hij vermeld als dominus Philippus de Boeningen, notaris capituli et organista confraternitatis. 3)
|
Noten | |
1. | GAH, RA 1193, fo.411v (1421/22), RA 1202, fo.211r (6 febr.1432), fo.249r (1432), RA 1225, fo.47r (9 febr.1455), fo.48r (12 mrt.1455), fo.205r (1455), RA 1226, fo.228r (1455), RA 1234, fo.284v (23 mei 1465), RA 1237, fo.95v (1467/68), RA 1245, fo.216r (1476), RA 1261, fo.140v (1491/92); APB, St.Jan II, cijnsregister van 1503, p.108; APB, St.Jan II, Obituarium, p.336, vgl. p.66. |
2. | Bijlage II 60.1, 60.2, 60.3, 60.7, 60.15, 60.21, getuige: 157.25, 293.4, hand: 223.4 t/m 223.29, 269.2 t/m 269.7; |
3. | OLVB 52, band 2, organist: fo.77r (1437/38) t/m fo.201v (1445/46), priester: fo.127v (1440/41: "doen her Philips onss organist syn yerst miss sanck"), broeder: fo.200v (15 mei 1446); Bijlage II, beneficiant: 5.6, 5.15.1, 14.42.2, 60.14 (in quo altari pauce misse sunt), 422.3, woonhuis: 60.15, 60.29, 60.30; GAH, RA 1220, fo.159v (22 okt.1449); Schutjes, Gechiedenis, IV 204; APB, St.Jan II, cijnsregister van 1503, p.23; APB, St.Jan II, Obituarium, p.147; OLVB 49, fo.31r. RANB, KDOG 1492 (6 okt.1455); Bijlage II 173.47. |
Namen en wapenen der Heeren Beêedigde Broeders soo Geestelijke en Wereltlijke van de seer oude ende seer doorluchtige Broederschap van onse Lieve Vrouw binne de stad s'HertogenboschHr. Philippusvan Boningen. notaris vant Ca- pittel vn St. Jan | 59r |
Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (2012) 117-118