afb.
Veelvoudig wereldkampioene bij de veteranen werd ze. Maar op die ene dag, op zondag 27 juli 1952, dat Lies Bonnier olympisch wilde pieken ging het mis. „Nu zou me dat niet meer overkomen”, zegt Liesbeth Burg-Bonnier (86). Een overdekt zwembad kent Den Bosch nog niet als Lies Bonnier, van 8 juli 1925, haar eerste zwemlessen krijgt. In het buitenbad in De Ijzeren Vrouw zijn mannen en vrouwen streng gescheiden in aparte gedeelten. Ze is vier jaar als ze achterop de fiets bij haar vader naar het zwembad gaat. Van haar vader Harry erft ze discipline, liefde voor sport en aanleg. Lies Bonnier reikt daarmee tot de zwemwedstrijden op de Olympische Spelen van 1952 in Helsinki. Mijn vader was voorzitter van de korfbalclub en had aan atletiek gedaan. Hij was kampioen geworden met hoogspringen, hij had heel lange benen", vertelt Liesbeth (Lies) Bonnier, thuis in Bussum. Vanwege haar huwelijk met Chris Burg heeft ze Den Bosch al eind jaren vijftig verlaten. Van origine komt ze uit de Muntel, waar ze opgroeit in de Korte Tuinstraat, in een gezin met twee | 37 |
broers en een zus. In de al verdwenen Antoniuskerk trouwen Lies en Chris op 17 november 1953. Hoewel ze dan al een jaar gestopt is met top-zwemmen, haalt de foto van het net getrouwde paar bij het verlaten van de kerk een hele hoop kranten; zó bekend is Lies Bonnier door haar zwemprestaties. Ze is al 21 als ze voor het eerst van zich doet spreken bij nationale wedstrijden. Ze dient zich aan als een serieuze concurrente voor Nel van Vliet, olympisch kampioene 200 meter schoolslag in 1948. Veel hulp krijgt Lies Bonnier niet als ze zich vanuit Brabant bij de nationale trainingen meldt. „Van Jan Stender en Ma Braun, dat waren toch de grote zwemtrainers in die tijd, heb ik niets geleerd. Die keken nauwelijks naar mij om, ze hadden alleen maar oog voor de westelijke toppers. Pas bij het Master-zwemmen, de kampioenschappen voor veteranen, heb ik van Judith de Nijs, ook een vroegere topzwemster, geleerd hoe ik een keerpunt moest nemen. We deden vroeger maar wat.” In de ijzeren Vrouw heeft ze het keren nauwelijks kunnen leren. Het damesbad kent geen startblokken en keerpunten, het herenbad wel. Een verzoek aan de gemeente om na sluitingstijd in het herenbad te mogen trainen, blijft onbeantwoord. „Ik ben nog wel eens over de schutting geklommen om toch in het herenbad te kunnen zwemmen.” Het Sportfondsenbad in Eindhoven biedt wel de faciliteiten die Lies Bonnier zich wenst. Om elke morgen te kunnen trainen mag Lies Bonnier een halfuurtje later komen op haar werk. Het zijn goed gevulde dagen voor haar, trainen, werken en studie in de avonduren. Na aan de Papenhulst de Mulo te hebben voltooid, haalt ze ook nog de diploma's secretaresse, handelscorrespondentie, stenotypen en boekhouden. Ze vindt werk op kantoor bij de bibliotheek. Vervolgens gaat ze de financiële administratie doen bij de Tuchtrechtspraak, voor 275 gulden (125 euro) per maand. In 1951 kiest Lies Bonnier voor een baan bij Philips in Eindhoven. Daar wordt ze lid van Aegir. Als topzwemster maakt ze zich op voor de Olympische Spelen van 1948 in Londen totdat een blessure roet in het eten gooit. „Ik kwam met een vinger tussen een deur in het zwembad. Mijn hele vinger lag open. De maten voor mijn olympische pakje waren al opgenomen, zo dichtbij waren de Spelen. In mijn plaats is toen Tonnie Hom uit Hilversum gegaan.” Vier jaar later mag ze haar Olympische Spelen toch beleven in Helsinki. Met een zilveren medaille op de 200 meter schoolslag bij de Europese kampioenschappen in Wenen, heeft ze in 1950 ook internationaal indruk gemaakt. Haar tijd: meer dan drie minuten. Anno 2012 leggen de nationale toppers die afstand meer dan een halve minuut sneller af. De openingsceremonie ligt al vier dagen achter de rug als de zwemploeg op woensdag 23 juli in Helsinki neerstrijkt. Drie dagen later komt Lies Bonnier aan bod, op de eerste dag van de zwemwedstrijden. In de serie gaat het vlotjes, ze tikt met vier meter voorsprong als eerste aan. Daags daarna valt ze in de halve finale terug naar de vijfde plaats en is daarmee uitgeschakeld; met een tegenvallende tijd van boven de 3 minu- | 38 |
ten (3.00,3). 'Hoewel zwemmen beneden de drie minuten voor Lies Bonnier, om dat zo te zeggen, een dagelijkse bezigheid is', schrijft het Bossche dagblad Het Huisgezin. „Ik had zware benen. Mijn benen voelden als lood, ik was ongesteld geworden. Tegenwoordig is dat allemaal te regelen en wordt het voorkomen tijdens grote toernooien”, blikt Bonnier terug. Na de Olympische Spelen komt er een eind aan haar zwemcarrière met de nationale titel op de 200 meter schoolslag. Ze trouwt met Chris Burg, ze betrekken hun eerste woning in de Fahrenheitstraat, in het dan net ontluikende Den Bosch-West. Ze krijgen er twee kinderen en nummer drie volgt in Eindhoven waar haar man bij Philips werkt. Als Chris Burg (in 2005 overleden) promotie maakt en dichter bij de Philips-vestiging in Amsterdam moet gaan wonen, verhuizen ze in 1962 naar Bussum. Haar drie kinderen voltooien succesvol hun studies aan respectievelijk Technische Hogeschool Eindhoven, Vrije Universiteit Amsterdam en de Sportacademie. Zelf haalt ze op haar zestigste op het Gooische avondcollege nog het vwo-diploma en leert ze vlot Spaans te spreken door acht cursussen op de Universiteit van Pamplona te volgen. Ook in de sport zit Lies Bonnier niet stil. „In Den Bosch deed ik ook aan waterpolo en tafeltennis, in de Kring in de Prins Bernhardstraat. Ik hockeyde bij MOP en ik deed aan korfbal. Ik heb tot 1997 doorgezwommen bij de Masters, de veteranen. Ik ben wereldkampioene geworden op de vijftig, de honderd en de tweehonderd meter schoolslag. Bij de veteranen ben ik nog altijd wereldrecordhoudster op de honderd meter schoolslag.” In haar woonplaats Bussum is Liesbeth Burg-Bonnier, 86 jaar nu en nog uiterst vitaal, voor haar veteranen-prestaties drie keer geëerd als sportvrouw van het jaar. Nog altijd ligt ze drie keer per week in het zwembad. Zo blijft Liesbeth Bonnier lichamelijk fit terwijl ze haar geest lenig houdt met bridge. Ook dan wil ze winnen. „Wel jammer dat het op de Olympische Spelen niet lukte.” | 39 |
2012 |
Henk Mees en Piet LauwenLies Bonnier : 'Ik had ineens zware benen'Olympische sporen in 's-Hertogenbosch (2012) 37-39 |