afb. Toussaint Kluiters, 1 augustus 1996
Met twee wereldtitels op zak en vier overwinningen in Grandslam-toernooien mag Manon Bollegraf niet alleen tot de Nederlandse, maar zeker ook tot de internationale tenniselite gerekend worden. Een keer staat ze ook op de Olympische Spelen. Samen met Brenda Schultz reikt ze in 1996 tot de vierde plaats in het vrouwendubbel. Manon Maria Bollegraf wordt op 10 april 1964 in Den Bosch geboren. "Mijn ouders woonden destijds in de Philippus de Montestraat en ik ben zelfs gedoopt in de Sint Jan. Mijn moeder kwam uit Maastricht; mijn vader uit Indonesië, Hij was beroepsmilitair en dat laatste betekende dat we nogal eens verhuisden. Ik heb maar vier jaar in Den Bosch gewoond, daarna zijn we naar Harderwijk verhuisd. Daar heb ik de lagere school en | 91 |
de brugklas gedaan. De rest van de middelbare school in Assen en na het eindexamen Atheneum terug naar Harderwijk en later Ermelo." Met het Atheneumdiploma op zak besluit Bollegraf om in de Verenigde Staten studie met tennis te gaan combineren. Na een paar maanden raakt ze echter geblesseerd, waardoor ze niet voor haar school kan tennissen. Bollegraf keert terug naar Nederland om daar eens na te denken over haar verdere toekomst. Ze kan dan al een aardig balletje slaan en de blessure geneest snel. Ze neemt het kloeke besluit om in navolging van Marcella Mesker en Betty Stöve als 21-jarige fullprof te gaan tennissen. "Dat ging echt redelijk goed. Je moet je daarbij niet voorstellen, dat ik financieel binnenliep. De 10.000 dollar-toernooien kostten eigenlijk alleen maar geld. Ik was al blij dat ik de eerste driejaar quitte speelde. Maar dat kwam vooral omdat ik bij mijn ouders een dak boven mijn hoofd had. Het geld dat ik verdiende investeerde ik weer in de wedstrijden. Pas wanneer je de top 100 binnenkomt krijg je uitnodigingen voor de grotere toernooien met meer prijzengeld." Hoewel ze zelf beweert geen louter dubbelspeelster te zijn behaalt ze in die discipline van de tennissport wel haar belangrijkste titels. In 1989 is ze samen met Tom Nijssen de beste op Roland Garros en bij de US Open. Acht jaar later wint ze met Rick Leach als dubbelpartner zowel de Australian als de US Open. "Een overwinning op Wimbledon ontbreekt helaas in mijn lijstje. Maar ik ben er wel erg dichtbij geweest. De meeste mensen weten het niet, maar samen met Nicole Arendt stond ik in 1997 in de finale van Wimbledon. We verloren met 7-6, 6-4 van Fernández/Zvereva." Tussen 1985 en 2000, de jaren van haar profloopbaan, staat ze in 1990 29e op de individuele WTA-rankinglijst. Als dubbelspeelster is ze twee jaar eerder al de nummer vier van de wereld en in die hoedanigheid wint ze liefst 26 WTA-toernooien. De laatste vier jaar van haar actieve loopbaan komt Bollegraf alleen nog uit in het dubbelspel. In het begin van haar tenniscarrière is tennis geen Olympische sport. Tot en met 1924 wel, maar daarna wordt het tot 1988 van de officiële Olympische kalender geschrapt. Calgary beleeft de primeur en sinds die tijd strijden de duurste profs om Olympisch goud in zowel het mannen als vrouwen enkel en dubbelspel. Het gemengd dubbelspel moet tot Londen 2012 wachten op de wedergeboorte. In 1992 heeft Bollegraf een deelnemersbewijs op zak voor zowel het enkelspel als, samen met Nicole Jagerman, voor het dubbelspel. "Maar op 14-7-1992 val ik na de kwart-finale van Roland Garros, wanneer ik in een auto wil stappen, van een stoepje van 1 centimeter hoog. In plaats van in Barcelona zit ik thuis in het gips op de bank." Vier jaar later maakt ze in Atlanta wel haar Olympisch debuut. 'Een geweldig evenement; juist ook voor ons tennissers. Het is hét sportevenement op de wereld. Eens in de vier jaar, maar voor elke sporter wel het mooiste wat hij mee kan maken. Indrukwekkend zo'n openingsceremonie, waarbij je voor zo'n 100.000 toeschouwers het Olympisch stadion binnenwandelt." Samen met Brenda Schultz verliest Bollegraf in Atlanta de troostfinale van Conchita | 92 |
Martinez en Arantxa Sánchez Vicario. "Daardoor misten we het brons; dat was het eerste jaar dat er ook om brons gespeeld werd. Voor die tijd kregen de verliezers van de halve finales allebei brons." In het mannendubbel overkomt Jacco Eltingh en Paul Haarhuis in Atlanta hetzelfde, waardoor de totale oogst aan tennismedailles voor Nederland nu nog steeds op twee staat: Bouman/Timmer (brons in 1924) en Boogert/Oremans (zilver in 2000). In 1996 denkt Bollegraf er al stevig over na dat het einde van haar tennisloopbaan nabij is. Ze koopt een huis in Ermelo, maar dat is voorlopig nog even alleen de thuisbasis. Pas in 2000 stopt ze echt. "Je komt dan op een leeftijd dat je gaat bedenken wat je met de tweede helft van je leven gaat doen. Het was wel geen diep gat waar ik in viel; maar je gaat wel even doelloos door het leven. Er moet's morgens ineens niets meer; je moet gaan zoeken naar wat je wilt doen. En je moet leren omgaan met iets wat voor de meeste mensen een normaal leven is. Geen leven meer van reizen en hotels; niet meer de bubble waar je in zit. In plaats van het gejaagde leven zit je thuis. je gaat wat coachen en training geven, maar dat is het." Ze krijgt alle tijd om terug te blikken op 15 jaar toptennis en reizen rond de wereld. "Ik trok eigenlijk weinig op met de andere Nederlanders op de verschillende toernooien; veel meer met buitenlanders." Op de vraag met wie ze het liefste dubbelde zucht ze even. Maar na even diep ademhalen komt er toch een rijtje indrukwekkende namen tevoorschijn. "Van Martina Navratilova heb ik het meeste geleerd, vooral over mezelf. Als het spannend werd moest ik altijd de beslissingen nemen. Het beste heb ik gespeeld met Nicole Arendt en het gezelligst was het met Katrina Adams. Met alle andere speelsters was het vooral vrijblijvend." En dan komt er toch iets van het echte leven op het pad van Bollegraf. Ze wordt verliefd en raakt zwanger. "In 2004 wordt mijn dochtertje geboren. Maar daar stond ik wel alleen voor; mijn vriend was al tijdens de zwangerschap verdwenen. Dat alles veranderde mijn leven wel heel drastisch. Ik wilde er natuurlijk zijn voor mijn kind, maar solliciteerde ook naar een parttime baan. Ik hoorde dat Tjerk Bogtstra stopte als coach van het FED-cup team. Direct gesolliciteerd en in parttime dienst aangenomen bij de KNLTB. Eerst een jaar met Tjerk meegelopen, daarna bondscoach en nu ook captain van het team. Ook heb ik de speelsters van Jong Oranje onder mijn hoede." Het bezorgt haar in ieder geval voor twintig weken per jaar werk. Daarnaast geeft ze tennislessen en clinics. Zorgt voor de kleine en kijkt om zich in heen in de wereld. En tennist alleen nog zo af en toe voor haar plezier. "Geen wedstrijden, daar kunnen mijn knieën niet tegen." In 2010 benadert Lifeguard haar. Na een interne opleiding kan ze samen met veel andere (ex)topsporters aan de slag. De missie is: "Nederland in Olympische vorm brengen, te beginnen met het bedrijfsleven. We geven training en hoe manage ik mijn energie. We laten zien wat het belang is van gezond gedrag en de kracht van vitaliteit op de werkvloer. Dat is erg belangrijk; zeker wanneer je tot je 67ste door moet werken is het goed managen van je krachten essentieel." | 93 |
2012 |
Henk Mees en Piet LauwenManon Bollegraf : Debuut met vertraging na val van stoepjeOlympische sporen in 's-Hertogenbosch (2012) 91-93 |