Winkelier manufacturen, grossier en fabrikant te ’s-Hertogenbosch en Vught, geboren te 's-Hertogenbosch op 3 november 1889, overleden aldaar op 28 december 1944, zoon van Bernardus Adrianus Boelens en Frederica Johanna van Getsen. Christ is getrouwd aldaar op 17 september 1910 met Johanna Maria (Anna) van der Gelt, geboren te Waalwijk op 6 april 1890, overleden te Rosmalen op 19 mei 1977, dochter van Adrianus van der Gelt en Engelina Theodora Leenders.
Christ is vernoemd naar zijn grootvader Boelens en richt de in Den Bosch jarenlang zeer bekende textielzaak annex grossierderij ‘de Bij’ op. Het was in de grote familie Boelens vaak moeilijk uit te maken wie nu bedoeld werd, wanneer men het had over Ben Boelens, Christ, Ans of Ton Boelens, want daarvan had je er zoveel. Over de afstammelingen van Christ kon geen misverstand bestaan, want dan werd er gesproken van Ben ‘van de Bij’ of Christje ‘van de Bij’.
Getuigen bij zijn geboorteaangifte: Petrus Wilhelmus Schrey, goudsmid, oud 25 jaar, en oom Willem Claassen. Adres bij de geboorte: Marktstraat C 236.
Christ heeft alleen lagere school doorlopen en was al vroeg actief in de textielzaak van zijn ouders of hij ging met paard en kar naar de markten. Op jonge leeftijd had hij al zijn eigen kar om naar de markten te gaan.
1910:
Getuigen bij zijn huwelijk waren: zijn oudoom Wilhelmus Cornelis Rek, concierge, oud 68 jaar, en een neef van zijn vader, Antoon Boelens uit de Minderbroedersstraat. Aan de kant van de bruid waren getuigen: haar broer Petrus Johannes van der Gelt, 30 jaar, smid in Den Bosch, en haar zwager Johannes van Rossum, 37 jaar, smid te Maastricht.
Schoonvader Van der Gelt (met een t werd er altijd bij gezegd) had een schoenmakerij annex lederzaak op Markt 28, aan de noordzijde.
Het pas getrouwde stel gaat wonen in het Tweede Korenstraatje (Karrenstraat) 18, zijn ouderlijk huis. Zijn vader en moeder verhuisden naar Markt 29. Christ was de derde generatie Boelens in het pand ‘De Put’, want eerst hadden Tijs en Betje Boelens-van Mulbregt, een oudoom en -tante van hem er ook al gewoond. Hij had er al vanaf 3 februari van dat jaar (1910) een winkel in manufacturen.1 Markthandel en winkelbedrijf werden gecombineerd. De vijf oudste kinderen zijn geboren in ‘de Put’.
Rond 1920 koopt Christ zijn eerste auto, een Spijker. Hij moet ook, als één van de eersten in Den Bosch, een T-ford gehad hebben. Een opvallende advertentie laat zien dat Christ in ‘de Put’ niet alleen in textiel handelde:
PNHC 27 januari 1920
1922/1923:
Hij koopt een huis en erf aan de Lepelstraat van Arnoldus Cornelis van Dijk, koopman uit Den Bosch. In 1932 verkoopt hij het weer.2
1923, 30 juli:
Het gezin verhuist naar Vlasmeer B301 in Vught. Ook de winkel verhuist mee naar dat adres. Ze gaan niet meer naar de markt, ze beperken zich tot de winkel.
Nadat in 1921 een zoontje jong gestorven was, wilden Christ en Anna geen kinderen meer. Dit was in het katholieke zuiden in die tijd eigenlijk ongepast. Een goed katholiek hoorde de uitspraak van Jezus: “Gaat en vermenigvuldigt U” letterlijk op te vatten. Jezus deed deze uitspraak tegen zijn leerlingen en bedoelde ermee dat zij het geloof moesten uitdragen en voor meer aanhangers moesten zorgen. Het hebben van intimiteit, ook binnen het huwelijk, moest volgens de katholieke leer, uitsluitend gericht zijn op de voortplanting. Was het dat niet, dan werd het beschouwd als onkuisheid en dat was een zonde. Vandaar de zo vaak gehoorde verhalen uit deze tijd van ‘het Rijke Roomsche Leven’ van de jaren ’20 en ’30 dat, als er eens een paar jaar geen kinderen kwamen in een gezin, de pastoor op huisbezoek kwam en het onderwerp tactisch ter sprake bracht.
In de jaren ’20 zijn Christ en Anna, met een grote groep mensen in aanwezigheid van Mgr. Diepen, de bisschop van Den Bosch, op visitatiereis gegaan met de boot. We zien ze staan op een foto genomen op het dek, die bewaard is gebleven, met mgr Diepen en enkele geestelijken in hun midden. In de familie is sprake van een reis naar Dublin, maar ook Kopenhagen. Van Mgr. Diepen zijn enkele reizen naar Scandinavië bekend. Op verzoek van Rome reisde hij daarheen om te proberen het katholieke geloof in die landen weer wat te stimuleren. In 1922 maakte hij een reis naar een eucharistisch congres in Dublin. Er reisden ook leken mee, zoals Christ.3 Het was een trip vol vroomheid en gesprekken met de bisschop. Je kunt het vergelijken met de bedevaarten naar Lourdes. Helemaal onder de indruk teruggekeerd wilde Christ zijn leven beteren. Met heel zijn gezin ging hij iedere dag naar de kerk en Anna moest weer in verwachting raken. Ze beviel in 1929 van een tweeling en vervolgens nog van twee dochters.
Op reis met Mgr. Diepen in 1922 (=de 3e zittende persoon van links); Christ staat rechts van het midden van de rechterhelft (met pet, snor en strikje) naast vrouw met lichte baret die tegen de reling van het schip leunt; waarschijnlijk staat Anna vóór hem (zonder hoofddeksel).
1928, 4 juni:
De familie en de zaak verhuizen naar Taalstraat A125 te Vught, op de hoek van de Zeeldraaierstraat. Vóór die tijd had vader Bernard Boelens er een paar jaar een winkel gehad. Vanaf december 1928 is aan de manufacturenhandel tevens een grossierderij verbonden, nog steeds in de Taalstraat.
1929, 7 november:
Het gezin verhuist naar Hinthamerstraat 45 in Den Bosch. Ook de zaak wordt daar gevestigd, en tevens aan de overkant op nr. 30. Voor de grossierderij blijft de handelsnaam ‘Chr. Boelens’ gehandhaafd, voor de winkel wordt de naam ‘Magazijn de Bij’ bedacht. Men huurt de panden. Nummer 30 zal altijd gehuurd blijven. Het pand op nummer 45 wordt gehuurd van Elisa Maria Mulder, een dochter van het echtpaar Mulder-Herzet dat er gedurende tientallen jaren een handel in kunstbloemen en religieuse artikelen had.4
De zaak van de ouders van Christ heette De Bijenkorf. Hij was dus de bij die uitgevlogen was en voor zichzelf was begonnen. Zwager Jan van den Dungen maakte een prachtige smeedijzeren bij die jarenlang een sieraad voor de winkel is geweest. De zaak zou hier nog tot eind zestiger jaren gevestigd blijven. Men verkocht textiel in de brede zin: huishoudtextiel, maar ook ondergoed, kleding, nachtgoed, het was dus geen specifieke confectiezaak.
1932, 19 januari:
Op deze datum schrijft Christ een brief aan B & W.5 De inhoud is verder niet zo van belang maar het briefhoofd wel. Er staat: ‘C. Boelens, confectiefabriek, Tricotage en gros, stukgoederen, Postelstraat, ’s-Bosch.’ Het adres Postelstraat is door hem doorgestreept en vervangen door: Hinthamerstraat 30-45. Hij had een tricotagefabriekje in de Uilenburg. Het pand grensde aan de achterzijde aan de Postelstraat, maar de Uilenburg was toen zo’n armoedige buurt dat het beter was om in het briefhoofd Postelstraat te hebben staan. Er stond geen huisnummer bij, het was gewoon omdat het beter oogde.
1933, 13 april:
Christ verhuist met zijn gezin naar Esscheweg 59 te Vught. De zaak blijft in de Hinthamerstraat.
Op 29 juli wordt oudste zoon Ben procuratiehouder in de zaak. De zomer van 1934 brengen ze al door aan het Eksterpad/hoek Eikenlaan in Vught in ‘Huize Fify’, genoemd naar de jongste dochter.
1935, 7 oktober:
Er worden twee filialen van Magazijn ‘de Bij’ geopend één op Vughterstraat 33 en één op Hinthamerstraat 47.6
1936, 30 april:
Christ, Hinthamerstraat 47, en zijn zoon Ben, Nieuwstraat, beiden koopman, richten samen een Naamloze Vennootschap op. De naam is: ‘Boelens Manufacturenhandel De Bij N.V’. Het bedrijfskapitaal is ƒ 5000, in 10 aandelen van ƒ 500 verdeeld, 9 zijn geplaatst bij Christ en één bij Ben.7 Ook de grossierderij was in de N.V. ondergebracht.
1937, 25 oktober:
Christ koopt Hinthamerstraat 45 van de erfgenamen van de ongehuwde Elisa Maria Mulder (zie hiervoor).8 Het waren oorspronkelijk twee panden, als volgt omschreven: Een huis, erf en winkelwoonhuis aan de Hinthamerstraat, kad. sectie H nr. 1105 en een fabriek, erf en magazijn aan de Hinthamerstraat, kad. sectie H nr. 4475. Laatstgenoemd nummer was een aan de achterzijde van nr. 45 gelegen pand, dat bereikt kon worden via een smal straatje, dat vanuit de Hinthamerstraat langs de linkerzijde van nr. 47 naar achteren liep. Het heette ‘Achter de Vergulde Ploeg’. De panden en het straatje kwamen aan de achterzijde bij elkaar bij een binnenplaatsje dat ook ‘Achter de Vergulde Ploeg’ heette. Vanaf die plaats liep een tweede steegje langs de rechterzijde van het achterste pand naar achteren en kwam daar ook weer op een open plaats uit.9 Vandaar uit kon men rechtsaf en dan kwam men midden in de Gasselstraat uit. Nog steeds is er midden in de Gasselstraat een door een hek afgesloten toegang tot dat binnenplaatsje. Laatstgenoemd straatje kocht Christ in 1938 van de gemeente.10 In het achterste pand kwam de grossierderij en de winkel kwam aan de straatzijde.
Hinthamerstraat 45 is gelegen aan de rechterzijde, als je van de Markt komt, in het gedeelte tussen de Gasselstraat en de Torenstraat. Het pand is makkelijk te herkennen, omdat het een opvallende erker heeft op de eerste etage.
1937, 25 oktober:
Christ leent ƒ 12.000 van de erfgenamen van Joanna Maria Cornelia van Heyst en belooft jaarlijks 4 % rente te betalen. Tot zekerheidstelling verleent hij hypotheek op Hinthamerstraat 45.11
1937, 14 december:
Christ vraagt vergunning bij de gemeente tot het op de plaats van ‘een grootendeels gesloopt winkelpand bouwen van een winkel met afzonderlijke bovenwoning, benevens tot het uitbreiden van een magazijn op de perceelen sectie H no. 1105 en 4475 gelegen langs de Hinthamerstraat no. 45, ..., het bouwen van een erker buiten de weglijn’ en tot ontheffing voor bepaalde verordeningen. Het zeer uitgebreide bouwplan vermeldt o.a. dat ‘een gedeelte van het plat boven de winkel voor het gebruik door de bewoners wordt ingericht’. De etalagekasten komen vrij van het plafond te staan en zij bestaan uit een teakhouten raamwerk met daartussen verticale bronzen stijlen. Hij was dus van plan een heel nieuw pand aan de Hinthamerstraat te bouwen. De architect Leo Jansen was nog familie, een zoon van A.F. Jansen. De totale bouwkosten werden begroot op ƒ 10.500.12 Waarschijnlijk is de bouw nog even uitgesteld ofwel het heeft erg lang geduurd, want de officiële heropening was pas in 1941.
Jubileumkrant van 4 juli 1935 t.g.v. het 750-jarig bestaan van de stad.
Diner t.g.v. de 50e verjaardag van Christ Boelens in 1939; staand v.l.n.r. Ria v.d. Dungen, Frits van der Ven, Marie en Co Boelens, Cees Braat, Thieu v.d. Dungen, Annie Braat-Boelens, Jan en Mien v.d. Dungen-Boelens, Mies Boelens en haar verloofde Jan Leenders, Marie en Jan van Rossum-Van der Gelt, Jo en Antoon Boelens-Poot, Annie en Jo Boelens-Desmense, Wim Boelens; zittend v.l.n.r.: Ad en Annie Boelens-Kusters, Tonny Boelens, Anna en Christ Boelens-Van der Gelt, Christ Boelens jr, Ben en Mien Boelens-Hanegraaf, de heer Gevers, directeur van de Incasso Bank aan de Markt.
1938, 11 juli:
Christ leent ƒ 6000 van de erfgenamen van mej. Joanna M.C. van Heyst, zijnde mevrouw Van Heyst-van Bommel en haar zes kinderen. Hij gaat 3½ % rente per jaar betalen. Tot zekerheidstelling van de betalingen van rente en aflossingen verleent hij hypotheek op Hinthamerstraat 45.13
1938, 14 juli:
Christ treedt op voor zichzelf als privé-persoon en als enig directeur van Boelens Manufacturenhandel De Bij N.V. Hij leent van de bank F. van Lanschot uit Den Bosch. Aan De Bij wordt een crediet gegeven van ƒ 6000. T.b.v. de N.V. verleent Christ weer hypotheek op Hinthamerstraat 45, en verder op zijn landhuis met tuin te Vught. Op de Hinthamerstraat lag al een hypotheek van ƒ 17.750 en op Huize Fify lag een hypotheek van ƒ 6500.14
1938, 23 november en 6 december:
Veiling in twee ronden in Hotel Central op de Markt van een huis met ondergrond aan de Breede Haven nr. 34, door de familie Geerts uit Den Bosch. Antonius Wilhelmus van der Hagen, een Bossche aannemer, biedt ƒ 1825. Hij verklaart geboden te hebben namens Christ Boelens, die voor dit bedrag eigenaar van het huis wordt.15
Christianus Maria Wilhelmus Boelens (1889-1944) en Johanna Maria van der Gelt (1890-1977).
1939, 29 maart:
Christ leent ƒ 1000 van Louisa Huberdina van Roomen, Vughterstraat 18, en belooft jaarlijks 3¾ % rente te betalen. Tot zekerheidstelling verleent hij hypotheek op het pand aan de Breede Haven.16
1940, 13 december:
Christ koopt van een groep familieleden Schuller uit Raamsdonksveer een complex van 11 woningen aan de Boschdijkstraat in Den Bosch voor een bedrag van ƒ 40.000. Hij belooft op 31 december te zullen betalen. De firma Schuller was een aannemersbedrijf.17 Als je vanaf het Brugplein de Boschdijkstraat inrijdt stonden de woningen aan de linkerzijde.
1940, 13 en 21 december:
Op een veiling koopt hij een winkelhuis met afzonderlijke bovenwoning met tuin en erf aan de Vughterstraat nrs. 28 en 30. De verkoper is Jacobus Johannes van Olthuizen, koopman in Den Bosch.18 Later was in dit pand jarenlang de zaak in oosterse tapijten van Manoutcher Zarr gevestigd.
1940, 30 december:
Christ leent van de N.V. Levensverzekering-maatschappij Utrecht een bedrag van ƒ 24.000 en belooft jaarlijks 4¼ % rente te zullen betalen. Tot zekerheidstelling voor de betalingen van rente en aflossingen verleent hij hypotheek op een complex woningen bestaande uit winkels, boven- en benedenhuizen met ondergrond erven en schuren, aan de Boschdijkstraat nrs. 19, 21, 23, 25, 27, 2919, 31, 33, 35, 37 en 39, kad. bekend sectie I nrs. 738, 739, 740, 741 en 742. Huurprijzen: nr. 19 ƒ 5.25, nr. 21 ƒ 12, nr. 23 ƒ 4.90, nr. 25 ƒ 4.25, nr. 27 ƒ 4.75, nr. 29 ƒ 9, nr. 31 en 33 samen ƒ 8, nr. 35 ƒ 3, nr. 37 ƒ 4.50 en nr. 39 ƒ 4, alle huurprijzen zijn per week.20 De huizen hebben ƒ 40.000 gekost, dus hij legde ƒ 16.000 eigen geld bij.
1941, 28 februari:
Christ leent van de N.V. Levensverzekering-Maatschappij Utrecht een bedrag van ƒ 10.000 en belooft jaarlijks 4¼ % rente te zullen betalen. Tot zekerheidstelling van de betalingen van rente en aflossing verleent Christ hypotheek op Vughterstraat nrs. 28 en 30.21
Na de zwarte jaren ’30, de crisistijd, ging het, zeker in het begin van de Tweede Wereldoorlog, weer heel goed met de economie. Hoewel we zien dat Christ veel geld leent, investeert hij ook veel, vooral in onroerend goed. Het geleende geld had hij dus niet allemaal nodig om zijn zaak draaiende te houden. Onroerend goed is een veilige belegging. Waarschijnlijk vond hij dat, gezien de onzekere tijden van de Duitse bezetting, de verstandigste keuze.
1941, 6 maart:
Het winkelbedrijf in de panden Hinthamerstraat 45 en 30 wordt voortaan uitgeoefend door de firma Boelens & Co, een samenwerkingsverband tussen de zonen Ben en Ad en schoonzoon Cees Braat. De grossierderij maakt ook geen onderdeel meer uit van de oorspronkelijke N.V. de Bij. De handelsnaam van de grossierderij wordt ‘Chr. Boelens’. De winkel bleef gewoon Magazijn de Bij heten. De winkel was gevestigd in het voorste pand van nr. 45 en de grossierderij zat in het pand dat erachter lag. De grossierderij lag niet in het verlengde van de winkel, maar schuin links naar achteren vanaf het binnenplaatsje.22 In dit jaar was ook de hele nieuwbouw (zie hiervoor) klaar en vond de heropening plaats.
1941, 21 juli:
Christ verhuurt aan J. de Kort, bakker in Den Bosch, een bakkerij met winkel en woning aan de Boschdijkstraat 21. Dit is een van zijn elf woningen in die straat. Het contract is aangegaan voor 10 jaar tegen een huurprijs van ƒ 12 per week en voorts ƒ 3 per week voor de nieuw gebouwde oven. Het pand zal steeds gebruikt worden als woning, winkel en bakkerij. In mei had Christ een oven gekocht met 3 bakruimten met gasverwarming, een ondergebouwde rijskast en een warmwaterapparaat, samen voor een bedrag van ƒ 1515.23
Zwager Jan van den Dungen, die de smeedijzeren bij gemaakt had, verklaarde de naam van de zaak ‘de Bij’ altijd door te refereren aan het feit dat de Boelensen zulke bezige bijen waren. Zoals we hiervoor gezien hebben, geldt dit zeker ook voor Christ Boelens. Hij was een actieve ondernemer en zakenman. Evenals zijn broers en zusters had hij een groot gezin, waar altijd van alles gebeurde. Steeds was hij bezig met zijn handel en met organiseren. Hij hield ook van het goede leven, was een echte Bourgondiër, net als zijn vader. Christ was tamelijk familieziek en hij had niet alleen een leuke band met zijn broers en zusters, maar ook met de familie Boelens uit de Minderbroedersstraat. Antoon Boelens uit de Minderbroedersstraat was een neef van de vader van Christ. Zoals gezien ging hij altijd met Bernard Boelens naar de markten, maar Christ was daar ook al vrij jong bij en zo zal hij vaak met Antoon opgetrokken zijn, die ook in zijn latere leven veel in de Hinthamerstraat kwam, vooral om te kaarten. Hinthamerstraat 45 had een heerlijk groot dakterras waar de familie graag kwam zitten.
Christ en Anna leidden een leven in welstand; hij had veel succes in zaken en verdiende erg veel geld. Zij maakten regelmatig buitenlandse vakantiereizen, hetgeen voor hun generatie tamelijk uitzonderlijk was. De kinderen zaten op kostscholen.
Advertenties Provinciale Noordbrabantsche en ’s-Hertogenbossche Courant:24
1940, 5 december:
Beleg Uw geld in kleding en dekens
Dat is veilig en ... warm.
Magazijn ‘DE BIJ’, Hinthamerstraat 30-45 's-Hertogenbosch
1942, 13 en 20 februari:
Een gat als een vuist ...
In Uw ondergoed?
Wij repareeren dit voor U
Vraagt inlichtingen bij
Magazijn ‘DE BIJ’ Den Bosch
1942, 7 april:
Geen punten toch geen zorgen
Want wij maken uw kapotte werkkleding
Weer als nieuw. Laat Magazijn ‘DE BIJ’ het voor u opknappen
1942, 19 mei:
Van oud maken wij nieuw
Van één maken wij twee
Breng kapotte ondergoederen
Vooral die goede, oude kwaliteit
Naar Magazijn ‘DE BIJ’
Laat ons ze repareeren
Een groot succes
December 1940:
Rekening van Instituut Huize Ruwenberg St. Michielsgestel over het kostgeld voor de tweeling Christ en Tonny voor het eerste kwartaal van 1941 ƒ 224. Onkosten van de vorige termijn: Boeken enz. ƒ 13.77, reparatie van schoenen ƒ 6.90, verschotten ƒ 27.69, totaal ƒ 272.36.
Zelfde datum:
Rekening van internaat St. Maria te Beugen (bij Boxmeer), ook voor het eerste kwartaal 1941 voor de dochters Willy en Fify: ƒ 120, dit internaat was dus veel goedkoper dan de Ruwenberg. Overige onkosten: schoenreparatie ƒ 3.10, naaister ƒ 2.90, reisgeld ƒ 2.25, levertraan ƒ 0.90, diversen ƒ 0.75. Getekend: Zr. Eduarda, directrice. Jongste dochter Fief is vanaf haar 4e jaar haar hele jeugd op kostschool geweest, zij was bijna nooit thuis.
De groothandel in het achterpand verkocht veel aan marktkooplieden. Het was een drukke zaak. Er werden grote partijen opgekocht. Aan de overkant had De Bij op nummer 30 nog een zaak met bedrijfskleding (overalls, stofjassen, doktersjassen e.d.). Er is ook een periode geweest dat men daar tapijten verkocht. In de groothandel gingen veel artikelen per dozijn en moesten in grote balen naar buiten gebracht worden. Dit ging niet via de winkel. Men kon gebruik maken van het steegje ‘Achter de Vergulde Ploeg’ en van de verbinding met de Gasselstraat. Nergens in de stad was nog voetgangersgebied. Door de Hinthamerstraat en de Gasselstraat reed gewoon het verkeer.
Het gezin woonde boven de zaak, maar in de zomer woonden ze altijd in Vught, op huize Fify. Volgens de overlevering zouden Christ en Anna dit huis in 1929 gekocht hebben, toen het 9 maanden oud was.
Het was (en is nog steeds) een schitterende villa. 's Zomers gingen ze er begin mei heen en bleven er tot eind september. Dankzij het organisatietalent van Christ verliep de ‘verhuizing’ van het gezin van het ene huis naar het andere steeds vlekkeloos: In één dag tijd gebeurde dat. 's Avonds was alles op orde en zat men al weer in het andere huis aan de warme maaltijd. Iedereen vond het heerlijk in ‘huize Fify’ en voor de (klein)kinderen was het ideaal, want het huis ligt op loopafstand van de bossen en van ‘de IJzeren Man’ waar je fijn kon zwemmen. Christ had ook een motor, waarop hij in zijn vrije tijd tochten maakte. Toen de oorlog uitgebroken was en het niet prettig was dicht bij het kamp Vught te wonen, heeft Christ de villa verhuurd aan majoor Bakker met zijn echtgenote.
De oudste kinderen Ben, Ad en Annie met haar man Cees Braat waren in de zaak werkzaam, samen met hun ouders. In Vught verzorgde dochter Mies het huishouden. Als het 's zaterdags druk was, sprong ze bij in de zaak. Dan was er ook nog een pleegzoon in huis.
Het was Max Kern. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was deze Duitse jongen naar Nederland gevlucht. Christ was met hem in contact gekomen, toen er iets aan zijn auto mankeerde en Max hulp aanbood. Het euvel was snel verholpen. Christ vond hem meteen sympathiek en was Max dankbaar voor de hulp. Max zocht werk en spontaan bood Christ aan dat hij bij hem in de zaak mocht komen werken. Max is op dat aanbod ingegaan en is niet alleen gebleven als werknemer, maar werd ook opgenomen in het gezin. Zijn ouders waren al jong overleden. Hij kon in het magazijn werken voor ƒ 10 per week en ieder jaar kreeg hij van Anna een nieuw pak en nieuwe schoenen. Er was permanent een dienstbode intern, maar ook Max deed erg veel, hij was een soort huisknecht. In Vught hield hij de tuin bij. 's Morgens om 6 uur stond hij op om de kachel aan te maken. Vervolgens bracht hij zijn ‘pleegouders’ koffie met beschuit op bed. Hij dekte de tafel en iedereen kwam ontbijten, alvorens naar de zaak in Den Bosch te vertrekken. Hij heeft altijd veel voor het gezin gedaan.
In 1939 ging Max, die nog steeds de Duitse nationaliteit had, toch onder de wapenen. Niet duidelijk is of hij vrijwillig lid geworden is van de SS of dat hij daartoe gedwongen werd. De SS was een zeer geducht fanatiek elite-regiment van de Duitse oorlogsmachine. Als hij vrij was, liep hij rustig in zijn SS-uniform door de Hinthamerstraat en ging dan bij zijn pleegouders naar binnen. Als de mensen naar boven keken, zagen ze Christ met de SS-er Max in de erker zitten praten. Dit zette veel kwaad bloed in de stad. Het nieuwtje verspreidde zich snel, dat Christ Boelens pro-Duitse sympathieën had. De eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat deze roddel ook wel een kern van waarheid had. De motieven van Christ waren echter louter economisch. Een goed contact met Duitsland was gunstig voor de economie, dat was de opvatting van Christ. Hij zou nooit Joden verraden hebben of andere daden gepleegd hebben tegen zijn vaderland, feit blijft dat Christ de Duitse bezetting dus niet als een erg groot onheil beschouwde. Hij was ook lid van de NSB.
1942, 11 september:
Testamenten van Christ en Anna. Ze legateren aan elkaar al hun onroerende goederen en lichamelijke roerende goederen. De langstlevende moet dan een tegenwaarde aan geld voor deze legaten in de nalatenschap inbrengen. Verder legateren zij het vruchtgebruik van hun hele nalatenschap. Christ kent aan Anna het recht toe om - met uitsluiting van ieder ander - de grossierderij onder zijn naam voort te zetten. Na het overlijden willen ze elf maandstonden, dit betekent dat er iedere maand een H. Mis voor hun zieleheil gelezen moest worden, en gedurende tien jaar na het overlijden een jaargetijde, dus een jaarlijkse H. Mis en binnen een week na het overlijden moeten er nog 10 H.H. Missen gelezen worden.25
Tijdens de gevechten om de bevrijding van de stad zaten Christ en Anna en verschillende van hun kinderen, ook hun zoon Ben met zijn vrouw en vier kinderen in een bunker die Christ speciaal had laten bouwen achter Hinthamerstraat 45.
Op 26/27 oktober 1944 werd Den Bosch bevrijd en de ‘Oranje-Brigade’, met Janus Kiep voorop, ging de ‘foute mensen’ uit hun huizen halen. Christ werd opgepakt en tijdelijk vastgezet in het lyceum in de Hinthamerstraat (nu Muzerije). Hij had daar helemaal geen voorzieningen, zelfs geen plek om te zitten. Er lag stro op de grond en het was er koud. Zoon Ad kwam nog een stoel brengen, want zijn vader kon niet steeds blijven staan. Dat was nog een hele onderneming, want Ad woonde in Vught en de Vughterbrug was kapot geschoten. Ad moest, met stoel en al, met een pontje overvaren. Christ stuurde zijn zoon meteen naar huis, want het was veel te gevaarlijk om te blijven. Door bemiddeling van zoon Ben werd toestemming verleend Christ naar het ziekenhuis te brengen, want hij was al ziek toen hij opgepakt werd. Vanwege zijn lidmaatschap van de NSB zou hij berecht gaan worden. Een gewapend man hield voor de deur van zijn ziekenhuiskamer de wacht, hetgeen Christ verschrikkelijk vond. Men was bang dat hij zou ontsnappen. Van 15 november tot zijn overlijden op 28 december 1944 heeft hij in het Groot Ziekengasthuis gelegen. Hij is aan maagkanker overleden.
In de familie is een rapport bewaard gebleven dat gemaakt is ten behoeve van de Onderlinge Oorlogsschade Verzekering Maatschappij te 's-Gravenhage. Deze schade-claims liepen via het kantoor van Ir. Fick in Breda, waar een broer van Christ, Wim Boelens, op dat moment al het werk deed. Het betreft de schade die ontstaan was aan de panden van Christ tijdens het oorlogsgeweld bij de bevrijding van Den Bosch en Vught tussen 23 en 29 oktober 1944. De panden Hinthamerstraat 45, Boschdijkstraat 19-39, Brede Haven 34, Vughterstraat 28-30 en in Vught aan het Eksterpad 9 hadden een totale schade opgelopen van ƒ 14.498. Er werd een bedrag van ƒ 9173.36 uitgekeerd. Verreweg de grootste schade hadden de panden aan de Boschdijkstraat en de Brede Haven opgelopen. Alle elf huizen aan de Boschdijkstraat hadden schade. Er moest veel nieuw glas gezet worden en ook moest overal metsel- en stuukwerk geschieden. Veel huizen hadden dakpannen verloren, soms moesten delen van muren hersteld worden. Op de Brede Haven had de electrische bedrading schade opgelopen. Bekend is dat in de wijk Het Zand (waar de Boschdijkstraat zich bevindt) tijdens de bevrijding heel hard gevochten is. De granaten vlogen rond. Het toenmalige station dat ook in de wijk gelegen was werd zodanig beschadigd dat men na de oorlog besloten heeft het niet meer te herstellen en het te vervangen door een ander station. Ook de parochiekerk St. Leonardus liep grote oorlogsschade op.
In mei 1945 is de grossierderij ingebracht in de firma Boelens & Co.26
Er waren nog vier minderjarige kinderen. Men deed alles samen. De oudere kinderen werkten hard om de zaken draaiende te houden en het zal niet lang meer geduurd hebben voordat de tweeling Christ en Ton ook al mee ging werken in de zaken. Vooral oudste zoon Ben heeft veel voor zijn moeder en zijn minderjarige broers en zusters gedaan, maar daar stonden ook voordelen tegenover.
's-Hertogenbosch: drukte bij Magazijn 'De Bij', Hinthamerstraat 45, na de heropening 18 februari 1949.
1949, 13 december:
Inventaris van de nalatenschap van Christ Boelens:
Een complex boven- en benedenwoningen aan de Boschdijkstraat nrs. 19 t/m 39 (oneven) | ƒ | 47.500 |
Een beneden- en bovenwoning aan de Brede Haven 34 | ƒ | 2.700 |
Een winkelhuis met bovenwoning en achterhuis aan de Vughterstraat nrs. 28 en 30 | ƒ | 24.500 |
Een winkelpand met afzonderlijk bovenhuis aan de Hinthamerstraat 45 en 45a | ƒ | 38.000 |
Een landhuis met open terrein aan de Eikenlaan 9 te Vught, | ƒ | 11.000 |
Drie percelen land te Vught-Cromvoirt, samen ong. 1.7 hectare groot | ƒ | 3.375 |
| | |
Totale waarde onroerend goed | ƒ | 127.075 |
Waarde v/d roerende lichamelijke goederen | ƒ | 3.017 |
Effecten: 2 aandelen à ƒ 1000 in de N.V. Manufacturenhandel ‘Nederland’ te Amsterdam27 | ƒ | 2.000 |
Waarde van verzekeringspolissen | ƒ | 943 |
Een levensverzekering uit te keren aan Anna op 1 juni 1954, groot ƒ 5000, waarde op deze boedel | ƒ | 4.069 |
Totale waarde der baten | ƒ | 137.104 |
Schulden:
Aan Handelsonderneming Boelens & Co. Den Bosch
‘ter zake van rekening-courant verhouding met een nadelig saldo van’ | ƒ | 12.069 |
Aan de fam. van Heyst van Bommel wegens hypothecaire schulden uit 1937 en 1938 | ƒ | 14.500 |
Aan de staat der Nederlanden wegens verstrekt bouwkrediet voor herstel der panden aan de Boschdijkstraat 17/19 en 27/29 wegens oorlogsschade | ƒ | 5.578 |
Notariskosten | ƒ | 964 |
Taxatiekosten | ƒ | 390 |
Totaal van de schulden | ƒ | 33.402 |
Baten - schulden = ƒ 103.702 = zuiver saldo der nalatenschap.
In een latere periode zijn de huizen aan de Boschdijkstraat door de gemeente onteigend om gesloopt te kunnen worden.
Anna Boelens-van der Gelt met haar dochter Annie Braat-Boelens op het dakterras van Hinthamerstraat 45.
1959, 22 juni:
Anna verkoopt grond in Cromvoirt aan de gemeente Vught voor een bedrag van ƒ 12.182.50.28
Anna kwam vaak in Cromvoirt, niet op haar eigen grond, maar op camping De Vondst, later Fortduinen, waar zoon Ad een sta-caravan had. Ook Anna zelf had er een zomerhuisje en haar tweelingzoons Christ en Ton hadden er sta-caravans en kwamen er met hun gezinnen. In de weekenden was er vaak een weilandje vol Boelensen op camping de Vondst aanwezig. Dat deel van de camping werd ‘het Boelens-weitje’ genoemd. De caravan van zoon Ad heeft er bijna 40 jaar gestaan.
Anna is begin vijftiger jaren met haar jongste dochter Fief verhuisd naar Achter het Wild Varken 1, in het centrum van de stad. Dit was een dubbele woning met vier etages, waar ook het gezin van haar zoon Ton woonde. Toen dochter Fief trouwde en met haar man een stomerij begon in de Vughterstraat, gingen ze daar boven wonen. Maar deze bovenwoning was onleefbaar vanwege de kakkerlakken en Anna bood toen haar dochter en schoonzoon een bovenhuis aan in de Vughterstraat aan de overkant in haar eigen pand en ging zelf bij hen wonen in het achterste deel van het bovenhuis. Vervolgens verhuisde zij mee naar verschillende adressen met haar dochter en schoonzoon. Tussendoor woonde Anna ook een aantal jaren in een flat aan de IJsselsingel met uitzicht op de Oosterplas.
1970, januari:
Voorstel door de makelaar: Exploitatiemaatschappij de Bouwmeester N.V., gevestigd Vughterstraat 102, koopt van Anna het pand Vughterstraat 28-30. Vughterstraat 30 was verhuurd aan Van Leeuwe voor ƒ 873 per kwartaal. Vughterstraat 28 was onverhuurd en nr. 28b (achter) was in gebruik bij Hosemans. Verkoopprijs: ƒ 20.000 contant en 10 jaar lang een maandbedrag van ƒ 828.29
1970, 31 maart:
Anna, IJsselsingel 108, leent ƒ 69.000 aan Exploitatiemaatschappij ‘de Bouwmeester’ met als directeuren Theodorus J. Lammers, architect te Beek en Donk en Johannes M. van Dongen, een Bossche ondernemer. De lening wordt voor 10 jaar aangegaan, tegen een rente-percentage van 7¼ %. Iedere maand moet aan Anna aan rente en aflossing een vast bedrag van ƒ 828 worden betaald. Tot zekerheidsstelling van de betalingen van rente en aflossing verlenen de schuldenaren hypotheek op het winkelhuis met bovenwoning en achterhuis, ondergrond, erf en tuin aan de Vughterstraat nrs. 28, 28b en 30, kad. bekend sectie G nr. 1705, dat zij van haar gekocht hadden.30
Al met al heeft Anna 11 jaar bij haar dochter Fief gewoond, daarna 9 maanden in een verzorgingsflat aan de Wethouder Schuurmanslaan op de Buitenpepers en vervolgens nog 9 maanden in Verpleegtehuis Maria-Oord in Rosmalen, waar ze is overleden.
Uit dit huwelijk:
- Bernardus Adrianus (Ben) Boelens (1911-1969), textielhandelaar, opvolger in de Hinthamerstraat.
- Engelina Theodora Johanna Antonia (Engelientje) (1912-1913).
- Adrianus Wilhelmina (Ad) Boelens (1914-1978), textielfabrikant en grossier in de Uilenburg en in de Orthenstraat.
- Anna Frederika Johanna (Annie) Boelens (1917-1988), winkelierster te Amsterdam. Zij trouwde in 1941 met Cornelis Jacobus Maria (Kees) Braat (1917-1980), mede-firmant fa. Boelens & Co., procuratiehouder, winkelier. Annie vestigt zich met haar gezin in Amsterdam. Nadat zij weduwe werd, keerde ze terug naar Den Bosch waar ze is overleden.
- Maria Johanna (Mies) Boelens (1918-1968). Zij trouwde in 1945 met Egidius Antonius Jacobus (Egie) van der Heijden (1908-1983) (eerder gehuwd met Johanna Jacoba Bedaux), vertegenwoordiger. Zij woonde jarenlang met haar gezin in het buiten van haar ouders, de villa Huize ‘Fify’ in Vught.
- Johannes Wilhelmus Antonius Boelens (1921-1921).
- Christianus Bernardus Engelina (Christ) Boelens (1929-1991), textielhandelaar, grossier, marktkoopman, winkelier. Hij trouwt in 1950 met (en scheidt van) Wilhelmina Adriana Johanna (Mien) Kitslaar (1925-1976). Christ hertrouwt in 1973 met Wilhelina Agnes Maria (Willy) Rijff uit Amsterdam en zij vestigden zich later in Breda.
- Antonius Johanna Maria (Ton) Boelens (1929-1983), vertegenwoordiger, grossier en marktkoopman. Hij trouwt in 1950 met Anna Maria (Ans) de Jong (1928-2014).
- Wilhelmina Christina (Willy) Boelens (1930-2018), woonachtig te Amsterdam.
- Rudolfina Maria (Fief) Boelens (*1933), directrice stomerij. Zij is getrouwd in 1953 met Antonius Nicolaas Johannes (Ton) Crefcoeur (1929-2014), directeur stomerij. Fief en Ton hadden diverse stomerijen in Den Bosch: Palthenette in de Vughterstraat, ‘de Pouw’ in de Hinthamerstraat en later hadden ze een stomerij aan het Rivierenplein.
| |