Cler. Luik, I.(L.) 1458-1484 (1458-1485) Den Bosch Heer Gerit Lambrechs (van Berlikem) werd in Berlicum geboren als zoon van een zekere Lambrecht. Buiten zijn akten heet hij meestal (dominus) Gerardus Lamberti en ook in zijn signet staat alleen vermeld "G. Lamberti". De wijze waarop hij zijn herkomstplaats in het onderschrift weergeeft varieert. Soms schrijft hij Berlichem, soms Berlickem en soms Berlikem. Heer Gerits notariële activiteiten in Den Bosch vallen uiteen in twee perioden: 1458-1464 en 1481-1484. In 1454 verschijnt heer Gerit voor het eerst in de Bossche bronnen. Op 18 september van dat jaar was hij als getuige aanwezig toen een poorter van Den Bosch zijn testament maakte ten overstaan van de kanunnik en notaris heer Dirck van Rethym (nr.329). Hij was toen clericus en koster van de St.Jan. In deze kwaliteiten trad hij in 1458 ook tweemaal op in akten van heer Melis Pan (nr.303). Vermoedelijk leerde hij het notarisvak van hem, want zijn eerste notariële akte van 4 september 1458 was een codicil horend bij een testament dat eerder die dag voor heer Melis was verleden. Heer Melis, vice-cureit van de St.Jan, figureert in hetzelfde codicil als de eerste getuige. Heer Gerit stelde daarna regelmatig testamenten en codicillen op en werd tussen 1458 en 1463 tot priester gewijd. Op 27 januari 1463 kocht hij een huis met erf en tuin in de Peperstraat dat voorheen mogelijk toebehoorde aan heer Philips van Bonyngen (nr.60). Op 12 april 1464 stelde hij als notaris nog een akte op in Den Bosch, maar daarna lijkt hij uit de stad te zijn vertrokken. 1) In 1469 was dominus Gerardus Lamberti onderpastoor te Lithoijen en van 1470 tot 1474 was hij waarnemend pastoor in Lith. In de laatste hoedanigheid verving hij heer Dirck van Rethym. Op 26 april 1474 werd heer Gerit beboet wegens incontinentie met Margriet, weduwe van Coster(s) of van de koster (Margareta, relicta quondam custodis). Vermoedelijk was heer Gerit daarná enige tijd werkzaam als één van de beide kosters van Berlicum. In een ongedateerde tekst wordt hij als zodanig genoemd samen met Anthonius Gerardi die van 1477 tot 1485 als koster bekend is. Van 1481 tot 1484 was heer Gerit weer als notaris actief in Den Bosch, waarbij hij zich nu tevens gezworen notaris van het Luikse hof noemde. Ook in deze periode stelde hij vrijwel uitsluitend testamenten en codicillen op. Verder beoorkondde hij in 1484 te Rosmalen de overdracht van een kamp in Berlicum waarbij enkele inwoners uit die plaats en misschien ook verwanten van de notaris betrokken waren. In 1485 treffen we dominus Gerardus Lamberti voor het laatst aan. Hij bediende toen als plaatsvervanger van heer Willem van Elderen het altaar van St.Barbara, St.Lucia en St.Catharina in de kerk van Maarheeze. 2)
|
Noten | |
1. | Bijlage II 43.1, 236.8, 236.15, 236.16, 303.2, 303.3, 329.1, vgl. 182.11; GAH, RA 1232, fo.208v (27 jan.1463), RA 1253, fo.126v (1483/84); APB, St.Jan II, cijnsregister van 1503, p.23; RANB, SET 2 nr.XCVII (15 febr.1464); RANB, HCMM 121, fo.6r-v (12 april 1464); Vgl.: APB, St.Jan II, Obituarium, p.128; Bijsterveld, Laverend, I 305, nr.2406. |
2. | Bannenberg e.a., De oude dekenaten, I 45, 47, II 14, 307; Bijsterveld, Laverend, I 305 nr.2406; Van der Velden, "Het 15de-eeuwse jaargetijdenboek", 73; Bijlage II 43.13. Mosmans maakt nog melding van een Cornelis Lamberts van Berlicum als notaris in Den Bosch in 1461, maar dit is waarschijnlijk een vergissing, zie: Mosmans, "De middeleeuwsche notarissen", 189. |