Wilhelmus Marinus Bekkers - wiens roepnaam Willem, Rinus of Rinie was - werd op 20 april 1908 te Sint-Oedenrode geboren als zoon van de landbouwer Willem Bekkers en Barbara Krol. Op 9 mei 1966 overleed hij op 58-jarige leeftijd in het Tilburgse Sint-Elisabethziekenhuis aan de gevolgen van een ernstige ziekte. Zijn uitvaart in de Sint-Janskathedraal te 's-Hertogenbosch en de begrafenis op het kerkhof van de Sint-Martinusparochie in zijn geboortedorp groeiden uit tot een nationale gebeurtenis. Op 14 mei 1966 werd onder zeer grote belangstelling afscheid genomen van de overleden bisschop van 's-Hertogenbosch, mgr. Bekkers. De Rooise boerenzoon was in relatief korte tijd uitgegroeid tot een nationaal bekende en gewaardeerde persoonlijkheid. Op het leven van velen, en beslist niet op dat van katholieken alléén, heeft Bekkers invloed uitgeoefend. In de maanden na zijn overlijden werd zijn graf als een bedevaartsoord door duizenden bezocht. Bekkers' vorming tot priester verliep via het middelbaar onderwijs aan het klein-seminarie Beekvliet te Sint-Michielsgestel (1921-1927) en de studies filosofie en theologie aan het groot-seminarie te Haaren (1927-1933). Korte tijd na zijn priesterwijding, op 10 juni 1933, werd hij benoemd tot kapelaan in de arbeidersparochie van de H.H. Antonius en Barbara te 's-Hertogenbosch. Na zes jaar pastorale ervaring opgedaan te hebben, in de moeilijke crisisjaren voor de Tweede Wereldoorlog, werd hij in september 1939 rector van het pensionaat Eikenburg te Eindhoven. Bekkers vervulde nog verschillende andere rectoraatsfuncties en werd daarnaast op diocesaan niveau ingeschakeld als directeur van de Katholieke Actie. Voorts was hij geestelijk adviseur van de Noordbrabantse Christelijke Boerenbond en van de Katholieke Arbeidersbeweging. Op 24 februari 1956 werd hij benoemd tot pastoor van de parochie van de H. Dionysius ('t Heike) te Tilburg. Slechts korte tijd was de inmiddels zeer ervaren priester Bekkers in zijn nieuwe parochie werkzaam. Nog in hetzelfde jaar, op 19 december, werd hij benoemd tot coadjutor met recht van opvolging van zijn 'eigen' bisschop, mgr. W.P.A.M. Mutsaerts. Zijn bisschopswijding vond plaats op 12 februari 1957 in de Bossche Sint-Janskathedraal, en | 18 |
op 27 juni 1960 volgde hij Mutsaerts op, die met emeritaat ging. Vanaf eind 1961 ondervond hij steun van zijn nieuwe hulpbisschop, mgr. J.W.M. Bluyssen. De tijdspanne waarin Bekkers fungeerde als bisschop van 's-Hertogenbosch was niet lang maar wel belangwekkend. Zijn episcopaat viel in een tijd waarin veel gebeurde, zowel in brede zin op maatschappelijk gebied als meer beperkt in de katholieke kerk. Als bisschop was Bekkers betrokken bij het Tweede Vaticaans Concilie, zorgde hij (mede) voor een vernieuwing in de Nederlandse katholieke kerk, was hij een pleitbezorger van de oecumene en kon hij door middel van het nieuwe massamedium, de televisie, een grote invloed verkrijgen op katholieke en niet-katholieke televisiekijkers. Bekkers wordt altijd in verband gebracht met openheid en vernieuwing. Vóór zijn episcopaat, tot in de jaren vijftig, was hij evenwel een traditioneel denkend en werkend priester die zich hield aan de kerkelijke leer: hij sprak zich uit tegen het socialisme, tegen gemengd zwemmen en dansen en verdedigde in 1954 het Mandement van de Nederlandse bisschoppen. Pas ten tijde van zijn episcopaat werd hij opener en kreeg zijn beleid een vernieuwend en meer progressief karakter. | 19 |
De geleidelijke 'ommekeer' werd mogelijk gemaakt door het Tweede Vaticaans Concilie en door de door hem zeer bewonderde paus Johannes XXIII. Bekkers ervoer het concilie in Rome, in de eerste helft van de jaren zestig, als een bevrijding en beschouwde het als een bevestiging van zijn langzaam gegroeide inzichten. Hij zag een voorbeeld in de paus die de deuren van de kerk wilde openzetten. In Bekkers' ogen moest de kerk zich heroriënteren; hij meende dat het godsdienstig leven niet hoofdzakelijk bepaald moest worden door geboden en voorschriften, maar door persoonlijke overtuiging en verantwoordelijkheid. Toen de eerste conciliestukken die hij ontving te somber en te conservatief waren, liet hij daarvoor een kritiek schrijven. Bekkers heeft in Rome ten tijde van het concilie veel gedaan aan public relations en gewerkt aan een mentaliteitsverandering van de Nederlandse bisschoppen. Bij dit laatste had hij echter beperkt succes. Zijn populariteit buiten het episcopaat bleek groter dan daarbinnen; naar beweerd werd onderhield hij een moeilijke relatie met aartsbisschop mgr. B.J. Alfrink. De joviale, spontane, maar ook impulsieve en ijdele Bekkers probeerde als bisschop niet boven maar juist tussen de mensen te staan. Hij beschouwde de kerk niet als een hiërarchisch instituut maar als een in beweging zijnde en communicatieve kerk, die hij zelf omschreef als 'Gods volk onderweg'. Bekkers was een prater die ook goed kon luisteren; hij was zeker geen lezer, geen geleerde of theoloog, van wie nieuwe ideeën te verwachten waren. Maar hij omringde zich met adviseurs uit verschillende disciplines - onder wie de dominicaan Edward Schillebeeckx - en kon veel bereiken dankzij een in vele jaren opgebouwd netwerk van relaties, waarbij zijn vermogen om met praktisch iedereen op elk niveau te kunnen omgaan hem zeer van pas kwam. In zijn eerste bisschoppelijke brief gaf Bekkers aan wat volgens hem de meeste aandacht verdiende: een goede samenwerking met zijn priesters; het huwelijk; de jeugd en het gezin. Hij besprak deze en andere zaken direct met betrokkenen: hij belegde bijeenkomsten met alle priesters van zijn bisdom en bracht afgevaardigden van de parochies bij elkaar. Ook de oecumene had zijn aandacht. Zijn pastorale houding kenmerkte zich door een openheid naar anderdenkenden; de invloed hiervan ervoer Bekkers als positief en als een verrijking. Zo onderhield hij een persoonlijke vriendschap met ds. N.K. van den Akker, Nederlands-hervormd predikant in 's-Hertogenbosch en praeses van de Provinciale Kerkvergadering van Noord-Brabant en Limburg. Bekkers' grote bekendheid en populariteit kwam met name voort | 20 |
uit zijn optredens voor de televisie. De in Nederland geleidelijk geïntroduceerde televisie maakte in de eerste helft van de jaren zestig een explosieve groei door en werd daardoor een massamedium. In de zomer van 1960 had Bekkers een uitnodiging van de Katholieke Radio Omroep (KRO) aanvaard om maandelijks een bijdrage te leveren aan het nieuwe, wekelijkse actualiteitenprogramma 'Brandpunt'. Tijdens zijn eerste televisieseizoen (1960-1961) waren zijn bijdragen nogal stichtelijk van aard en de kenmerken van de preek nog duidelijk aanwezig. Bekkers' teksten werden voorbereid in samenwerking met zijn persoonlijk secretaris, J. Reinhard. De bisschop verscheen aanvankelijk in vol (bisschops)ornaat voor de camera, maar gaandeweg verdween deze aanpak en ging Bekkers een eenvoudig priesterpak dragen. Ook de opzet en presentatie werden losser en directer. Mede op verzoek van de redactie van 'Brandpunt' ging Bekkers meer aandacht besteden aan actuele onderwerpen. Zijn, achteraf gezien, meest geruchtmakend 'Brandpuntje' - zoals hij zijn bijdragen zelf noemde - hield hij op 21 maart 1963. In een uitzending onmiddellijk na het journaal en met vele kijkers sprak hij over 'huwelijksliefde en verantwoordelijkheid'. Zijn toespraak was geheel op eigen initiatief en goed voorbereid tot stand gekomen. Voor de eerste keer sprak een bisschop over geboortenregeling en de eigen verantwoordelijkheid van gehuwden ten opzichte van de binnen de katholieke traditie heersende opvatting over het doel van het huwelijk, namelijk het voortbrengen van nageslacht. Bekkers neigde ernaar dat priesters in deze kwestie terughoudendheid moesten betrachten. De kern van zijn betoog was erin gelegen dat een beslissing tot gezinsuitbreiding een 'gewetenszaak' was, 'waarin niemand treden mag'. Het episcopaat blijkt vooraf niet op de hoogte te zijn geweest van de inhoud van de toespraak. De KRO, die pas kort vóór uitzending van het onderwerp vernam, liet het programma doorgaan met een beroep op haar eigen verantwoordelijkheid. In de pers kwamen nadien verschillende voor- en tegenstanders aan het woord. Vermoedelijk door heftige discussies binnen het episcopaat twijfelde Bekkers enige maanden na deze uitzending of hij wel door zou gaan met zijn bijdragen. Uiteindelijk besloot hij zijn medewerking aan 'Brandpunt' te continueren. Zijn toespraken, die hij voortaan uitdrukkelijk op persoonlijke titel hield, bleven doorspekt van hetzelfde thema: de eigen verantwoordelijkheid. De Bossche bisschop verwierf met zijn televisieoptredens èn door zijn verschijning - direct, vriendelijk, persoonlijk - een grote populariteit. | 21 |
Het laatste optreden van de televisiepersoonlijkheid Bekkers was op 19 februari 1966, drie maanden voor zijn dood. In het VARA-televisieprogramma 'Mies-en-scène' liet hij zich door een opgetogen presentatrice Mies Bouwman interviewen. Tijdens deze uitzending waren de eerste symptomen van zijn ziekte aanwijsbaar. Op 9 mei stierf Bekkers aan de gevolgen van een hersentumor. | 22 |
Bronnen | |
• | Jan Bank en Theo Potma, 'De macht van televisie. Bisschop Bekkers' optreden in Brandpunt', in: Jaarboek van het Katholiek Documentatie Centrum 14 (1984), 55-87 |
• | Bisschop Bekkers. Negen jaar met Gods volk onderweg, Utrecht 1966 |
• | L.H.A. Groothuis, De Brabantse bisschoppen Bekkers en De Vet. Wegbereiders van een vernieuwingsbeweging, Tilburg 1973 |
• | N. van Hees, Bisschop Bekkers. Vriend van ons allen, Amsterdam [1966] |
• | Katholiek Documentatie Centrum Nijmegen, Knipselcollectie 'W.M. Bekkers' |
• | J.W.M. Peijnenburg, 'Bekkers, Wilhelmus Marinus', in: J. Charité e.a. (red.), Biografisch Woordenboek van Nederland I, 's-Gravenhage 1979, 34-36 |
• | P.A. Steffen, Herdenking 25e sterfdag Bisschop W.M. Bekkers 1966-1991, Hattem 1991 |
• | Lize Stilma, Niet alle dromen zijn bedrog. Over mgr. Bekkers, Kampen 1994 |
2002 |
R.W.A.M. de VisserBeelden van Bisschop BekkersStichting Realisering Standbeeld Bisschop Bekkers | Sint Oedenrode 2002 | ISBN 90-9015-853-7 |
|
2006 |
RedactieBisschop Bekkers 1908-1966 : Een hartstochtelijk priesterlevenVeerhuis | Alphen aan de Maas 2006 | ISBN 90-8730-003-4 |
|
2016 |
Dr. J.W.M. PeijnenburgMarinus Bekkers : Een gewone bisschop voor gewone mensenBetsaida | 's-Hertogenbosch 2016 | ISBN 94-9199-122-6 |
W.J.M. Dings, 'Wilhelmus Marinus Bekkers (1908-1966)' in: Brabantse biografieën 4 (1996) 18-22
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Geschiedenis van Noord-Brabant (1996-1997) II. 331; III. 50, 269, 273, 275, 276, 281, 283, 284, 290, 312, 352
L.H.A. Groothuis, De Brabantse bisschoppen Bekkers en De Vet XXVIII (1973) passim.
Th.G.A. Hoogbergen, Over Geestdrift en Bevlogenheid : 75 jaar Ons Middelbaar Onderwijs 1916-1991 LXXXVI (1991) 174, 176, 206
Willem Huberts, Soli Deo : Wouter Lutkie (1887-1968) : Biografie van een priester-fascist (2022) 104, 398
F.L. Jansen, Kledinghandel in transitie LXXXVIII (1991) 229, 291
Noordbrabants Historisch Jaarboek 17-18 (2000-2001) 291
Jan van Oudheusden, Geschiedenis van Brabant van het hertogdom tot heden (2004) 648, 668, 699
Jan van Oudheusden en Harry Tummers, De grafzerken van de Sint-Jan te 's-Hertogenbosch (2010) I. 108n
C. Peeters, De kathedrale basiliek van St. Jan te 's-Hertogenbosch (1973) 43
J.W.M. Peijnenburg, Van Roomsche Zegeningen en Paapsche Stoutigheden (2009) 102, 261, 263-276, 315
Tentoonstelling Bossche bischoppen 1559-1975 (1975) 11, 14
Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997) 380, 382, 385, 387, 399