Presb. Luik, I.L. 1389-1390 (1389-1390) Den Bosch*, Postel* Heer Jan vanden Bekerdijc alias van Oerscot was waarschijnlijk verwant aan de andere notarissen Van Oerscot (nrs.276, 287, 288 en 289). Een Arnoldus, filius Arnoldi de Bekerdijc, clericus komt in 1389 voor als getuige in een akte van Jan Jans van Oerscot van Beke (nr.288) en een Johannes de Bekerdijck, laicus wordt als zodanig genoemd in een akte uit 1432 van Jan Jans van Oerscot (nr.289). De Bekerdijk was een weg die door Hilvarenbeek liep en was tevens een leengoed aldaar. Omstreeks 1370 was dit goed in bezit van Didderick Arnts soen vanden Bekerdijc die in 1373/74 overleed en wiens vermoedelijke zoon Dierc vanden Bekerdijc volgens Adriaenssen omsteeks 1394 regulier kanunnik van Tongerlo en rector van de kerk van Venlo was. Rond 1520 was het leengoed nog in bezit was van Arnt van Tuldel, zoon van Katherijn Janss vanden Bekerdijk. Ze zullen vermoedelijk aan de notaris verwant zijn geweest, net als meester Aert Jan Arnts vanden Bekerdijck die van 1471 tot 1479 als vice-plebaan van Hilvarenbeek wordt genoemd en wiens vader Jan onder meer schepen en Heilige-Geestmeester van dezelfde plaats was geweest. De notaris zelf is alleen bekend uit oorkonden die hij in opdracht van de meester van Postel opmaakte in Den Bosch en in Postel. Ze hebben inkomsten van Postel uit goederen te Oirschot, Oerle en Hapert tot onderwerp. In zijn signet - dat een sterke gelijkenis vertoont met de signetten van notarissen 288 en 289 - staat het randschrift Signum Jo.Bek. alias Oerscot. 1) |
Noten | |
1. | Bijlage II 40.1, 40.2, 40.3, 288.1, 289.2, vgl. 160.1, 160.5; Adriaenssen, Hilvarenbeek, 137, 245, 257, 259, 270; Lijten, "Het middeleeuwsche openbare notariaat" 64, 174; Juten, Consilium, 38, 164; Bijsterveld, Laverend, II 505 nr.742; Vgl.: GAH, THG 1392 (28 nov.1405). |