-- 1490 (1490) Den Bosch Heer Goessen van Balen, Baelen wordt op 13 en 14 januari 1483 genoemd als getuige bij de schenking een aantal goederen aan diverse instellingen door de Bossche kerkmeester Claess Janss vander Stegen en diens zonen meester Jan en Rutger. Heer Goessen was toen priester en was waarschijnlijk aan de St.Jan verbonden zoals Schutjes al veronderstelde. Op 30 januari 1490 was hij in Den Bosch als notaris aanwezig bij een minnelijke schikking tussen heer Gerit van Beest (nr.37), landdeken van Cuijk en kanunnik van Den Bosch, en frater Jan van Peer, pater van de Bogarden van Den Bosch, over de afwikkeling van het testament van heer Floris Ghijsbrechts (nr.142). Hij maakte hiervan alleen een minuut op waarvan hij aan het klooster St.Catharinenberg in Oisterwijk waarschijnlijk een copie overhandigde. Deze was ondertekend: "Ita est, Goeswyndus de Balen, ad premissa notarius" Een latere naamgenoot uit Den Bosch en mogelijke verwant werd in 1521 geprofest in Tongerlo en studeerde van 1526 tot 1528 rechten in Orléans. Hij werd later pitancier van Tongerlo en was van 1536 tot 1549 rector van de kerk van Oostelbeers waar zijn huis in 1542 door soldaten van Marten van Rossem werd platgebrand. Deze frater Goessen overleed op 5 juni 1549. 1) |
Noten | |
1. | Bijlage II 30.1, 313.13 t/m 313.21; Schutjes, Geschiedenis, IV 205, V 403; De Ridder-Symoens, Milis, "Tongerlo", 415 nr.3; De Ridder e.a., Les livres, 1.2.2 106 nr.750; Bijsterveld, Laverend, I 226 nr.1224. |