Was apostolisch vicaris van 1790-1831. Van Alphen werd in 1782 kapelaan te Schijndel; na benoemd te zijn tot pro-vicaris werd hij in 1790 vicaris. Kocht in 1798 kasteel Nieuw-Herlaer te Sint-Michielsgestel om er een seminarie te vestigen. Hij verbood per brief het zingen in de kerken van het 'salvum fac imperatorem' voor keizer Napoleon en het 'te Deum' bij het kerkelijk huwelijk van Napoleon met Marie-Louise. Werd mede daarom op bevel van Napoleon gearresteerd en in Frankrijk gevangen gezet. Napoleon richtte toen het bisdom 's-Hertogenbosch op en benoemde Van Camp tot bisschop. Van Alphen werd tot 1813 in Vincennes gevangen gehouden. Werd bij terugkeer bejubeld. Hij heeft zich steeds sterk afgezet tegen kloosterlingen. Van Alphen kreeg van de paus een lofbrief. Kocht in 1815 het landgoed Veebeek in Berlicum om er een seminarie te vestigen; in 1817 werd het seminarie verplaats naar Sint-Michielsgestel, waar het landgoed Beekvliet door van Alphen was aangekocht. Het seminarie werd van 1825 tot 1829 door koning Willem I verzegeld. | 29 |
Gedoopt R.K. Kerk Boxtel 16 mei 1748, vader Wilhelmus, zoon van Dirk en Maria van der Schoot, wonende te Woensel, moeder Maria van den Biggelaer (S Boxtel 8 en Bossche Bijdragen 1948-1949 blz. 169); 17 augustus 1774 licentiaat in de Godgeleerdheid te Leuven, in 1777 kapelaan te Boxtel, 27 september 1782 coadjutor van vicaris Andreas Aerts, 9 april 1785 kapelaan en in 1787 pastoor te Schijndel, 18 augustus 1790 vicaris van het bisdom van 's-Hertogenbosch, dat in 1831 128 gemeenten omvatte (Alm. van N.Br.); richtte in 1798 een R.K. seminarie op te 's-Hertogenbosch (Gewestelijk Bestuur 80 d.d. 6 december 1797, Schutjes II blz. 158-160, Tax. 1916 blz. 127, Bossche Bijdragen 1948-1949); verzocht in 1804 om hem een geėvenredigd deel van het provenu der geestelijke goederen toe te kennen (Res. Dep. B.Brab. 23 oktober 1804 no 15); van 14 april 1810 - 24 april 1814 op last van Napoleon gevangen gezet te Vincennes (Kath. Meier. Memorieboek blz. 126-127); had in 1814 als pastoor te Schijndel een staatssalaris van 500.- (A.R.A. Min. van Binl.Z. | 318 |
2360 no 275); overleden te Schijndel 1 mei 1831 (N.B.S. Schijndel). Over zijn opvolging zie: Bossche Bijdragen 1948-1949 blz. 111. | 319 |
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociėteitsleven 1789-2019 (2019) 60
Klaasje Douma, De adel in Noord-Brabant, 1814-1918 (2015) 230
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, 's-Hertogenbosch in de Bataafse en Franse tijd (1955) 4
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Geschiedenis van Noord-Brabant (1996-1997) I. 338, 341, 346, 349, 351, 356, 357, 358, 415
Ferd. Franssen, 'De troebelen in het Bossche Vicariaat tijdens de overheersching van Napoleon I' in: Bossche Bijdragen (1917) I. 82-89; II. 171-213; (1918) I. 354-365, II. 12-40, 158-199; (1919) II. 338-357
G.P.J. Giezenaar, De strijd tussen kerk en staat (1938) 133n, 135, 136
F.G.G. Govers, Het geslacht en de firma F. van Lanschot 1737-1901 XXV (1989) 21, 22
F.P.M. Jespers, "Het loflyk werk der Engelen" LXXVIII (1988) 117, 154n, 162-172, 187, 195, 198-199, 203-204, 209,260, 336, 359-360
A.M. Lauret, Per imperatief mandaat X (1967) 15
A.R.M. Mommers, Brabant van generaliteitsland tot gewest (1953) 318-319
Noordbrabants Historisch Jaarboek 12 (1995) 200, 203; 17-18 (2000-2001) 340
P. Noordeloos, 'De houding van den apostolischen vicaris A. van Alphenten opzichte van het in gebruik nemen der genaaste kerken' in: Bossche Bijdragen (1936) XIV. 206-244; (1937) XIV. 245-302
Jan van Oudheusden, Geschiedenis van Brabant van het hertogdom tot heden (2004) 522, 545, 546
Jan van Oudheusden en Harry Tummers, De grafzerken van de Sint-Jan te 's-Hertogenbosch (2010) IV. 48
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 7, 9
J.W.M. Peijnenburg, Van Roomsche Zegeningen en Paapsche Stoutigheden (2009) 158, 165, 173, 175-184, 186, 190, 203, 204, 225
L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch (1876) II. 158
Tentoonstelling Bossche bischoppen 1559-1975 (1975) 8
G.M. van der Velden, De kosterij van Bokhoven 1369-1969 XXXVI (1976) 101, 106
Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997) 243, 244, 249, 266
H.J. Zomerdijk, Het muziekleven in Noord-Brabant 1770-1850 LI (1981) 136n