afb.
Geboren in 1534 te 's-Hertogenbosch. Overleden 18 oktober 1604 te Mechelen1, begraven in de St. Nicolaaskapel in de kerk van St. Rombout aldaar. Grafschrift: "Amplissimus clarissimusque vir D. IGRAMUS AB ACHELEN, Eques auratus, praeses olim Frisiae, postea senatus supremi, obiit Mechliniae anno salutis humanae M.DC.IV. 18 Octobris, hocque sub lapide quiescit."2 Volgens de geslachtslijst in Taxandria en in de Nederlandse Leeuw1,3 was hij de zoon van Antonis van Achelen en Aleid Vogels.4 Hij huwde met Clementina van Hoytema. Hij was een man van uitzonderlijke welsprekendheid en groot verstand en blonk reeds uit gedurende zijn studietijd te Deventer en aan de universiteit van Leuven. Hier behaalde hij de graad van doctor in de rechten. Sinds 1550 was hij door Karel V benoemd tot lid van de raad der provincie Friesland. Philips II stelde hem in 1570 aan tot voorzitter. Hij heeft zich hier vooral verdienstelijk gemaakt tijdens de grote overstromingen die Friesland in 1570 en 1574 teisterden. Als bewijs van dankbaarheid werd ter zijner gedachtenis een gedenkzuil opgericht en een gedenkpenning met zijn afbeelding geslagen en in 1575 vereerden de staten hem hiervoor met een som geld. Bij de overgang der Staten van Friesland in maart 1578, werd president van Achelen, die streng katholiek en zeer aan den koning gehecht was, gevangen gehouden. Hij weigerde aan de nieuwe statenleden de sleutels der kanselarij over te geven. Spoedig daarna werd hij daarop in vrijheid gesteld en begaf zich naar Brabant. In 1586 werd hij lid van den Geheimen Raad te Brussel en uiteindelijk op 18 augustus 1598 president van de Grooten Raad te Mechelen, tot aan zijn dood. Voor zijn trouw aan de koning verkreeg Igram van Achelen de riddertitel. |
Noten | |
1. | Volgens W.J.F. Juten, 'Van Achelen' in Taxandria XX (1913) 205: overleden 28 september 1604 |
2. | Coppens, Nieuwe beschrijving van het bisdom 's-Hertogenbosch, II (1841) 317 |
3. | A.A. Vorsterman van Oyen, 'Geslacht van Achelen' in De Nederlandsche Leeuw 2 (1884) 11-12 |
4. | Volgens J. Britz, Biografie Nationale Belge Deel I, kolom 12-13, Brussel, 1866: 'Achelen' (Igram van), was deze Igram de zoon van Igram de meester van het gasthuis, overleden in 1550. |
('s-Hertogenbosch 1534 - Mechelen 1604), was in dienst van keizer Karel V en koning Philips II; maakte zich in 1570 en 1574 verdienstelijk bij overstromingen in het noorden van Nederland; was president van het „Hof”; werd echter in 1578 als zodanig afgezet. | 15 |
's-Bosch. Werd in 1556 lid van de Natio Germanica Juristarum te Padua. Zou te Leuven tot I.U.D. zijn gepromoveerd. Geboren ca. 1534; vermoedelijk zoon van Anthonis, schepen, en Aleis Vogels. Huwde Clementia van Hoytema. President van het Hof van Friesland (1570-1578). Vanaf ca. 1586 raadsheer en per 18 augustus 1593 president van de Grote Raad te Mechelen. Overleed aldaar 28 september of 18 oktober 1604.Den Tex, 58 (aanvullingen, 6); NNBW, VI, 7; BN, I, 12; Tax. (1913) 205; Stroobant, 436, 562 | 144 |
H. Bots, J. Matthey, M. Meyer, Noordbrabantse studenten XLIV (1979) 124, 144
J.H. van Heurn, Beschrijving der Stad 's-Hertogenbosch (2022) 422
J. den Tex, 'Nederlandse studenten in de rechten te Padua, 1545-1700' in: Mededelingen van het Nederlands Historisch Instituut te Rome (1959) 58, 58A
A.A. Vorsterman van Oyen, 'Geslacht van Achelen' in: De Nederlandsche Leeuw 2 (1884) 12