Deze twee huizen werden 23 Juni 1575 (Reg. n° 224
| 52 |
f. 391) door Goyart Willemszn Pynappel verkocht aan voornoemden Rutger van Berckel; zij werden daarbij gezegd te zijn twee naast elkander staande huizen, erven, tuinen en achterhuizen, staande aan de Windmolenbergstraat tusschen het huis van gezegden kooper (het huis van Nuenen n.l.) ex uno en dat van Catharina 1) weduwe van Peter Muyckens 2) en hare kinderen ex alio en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan de Dieze. Van Rutger van Berckel en diens echtgenoote Livina van Coudenhove werden die huizen voor de eene helft geërfd door de erfgenamen van de laatstgenoemde, die ze transporteerden op Laurens van den Abeele, voornoemd; deze heeft daarop 14 April 1598 (Reg. n° 261 f. 295 vso) die helft verkocht aan jonker Roelof van Lyer Andrieszoon als man van Petronella van Eyck, dochter van Roelof, heer van Blaarthem, Zeelst en Veldhoven, enz. en Heylwich van Berckel, hiervoren reeds genoemd; gezegde Petronella van Eyck had als oomzegster van meergenoemden Rutger van Berckel van hem reeds de wederhelft der beide huizen geërfd, zoodat zij ze nu voor het geheel bezat. Haar man Roelof van Lyer verkocht vervolgens 3 Augustus 1600 (Reg. n° 264 f. 299) voor haar deze beide huizen aan den ook reeds meermalen genoemden Goyart van Engeland Sr; deze bestemde daarop het meest Oostwaarts daarvan staand huis tot een Capucijnenklooster (Deel I p. 268); het bleek daartoe echter niet geschikt te zijn, waarom hij het 4 April 1612 (Reg. n° 311 f. 433 vso) verkocht aan Jacob, den zoon van wijlen Andries Jacobszn, molder (molenaar); het werd toen gezegd te zijn: huis, erf en tuin op den Windmolenberg, staande tusschen dat van na te noemen Henrick Thomaszn, ex uno en dat van jonker Willem Muyckens 3)
| 53 |
ex alio en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan het water. Het ander dezer beide huizen verkocht Goyart van Engeland Sr op denzelfden dag (Reg. n° 311 f. 431) aan Henrick, zoon van wijlen Thomas Lucaszn; dit huis werd toen gezegd te zijn: huis, erf en tuin, staande op den Windmolenberg tusschen verkoopers groot huis ex uno en dat van genoemden Jacob Andrieszn ex alio en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan het water. Laatstgenoemde kooper werd ook wel geheeten Kaersman, wellicht naar een beroep, dat hij uitoefende; hij zal de stamvader geweest zijn van de Bossche familie Karsmans, over wie men zie Deel I p. 299 en noot 2. Adriaan Anthoniszn Dancloffs verkocht laatstbedoeld huis 29 April 1662 (Reg. n° 442 f. 366) bij gerechtelijke uitwinning aan zijne dochter Maria, huisvrouw van Johan van Engelen; het werd toen als vier woningen verhuurd. | 54 |
Noten | |
1. | Zij was de dochter van Willem Ghysselen, den zoon van Henrick en Catharina van Oss, de eigenares van den Roudonck onder Esch, dien hare voornoemde kleindochter Catharina van haar erfde. |
2. | Hij was zoon van Jan Muyckens Arndszn. |
3. | Zijne vrouw was Geertruid Wijtfliet, die hem schonk een zoon Barthold Muyckens, welke huwde met Johanna N. |