IJ.Th. Heins
Over twee dagen is het weer Open Monumentendag. Dan krijgen velen de gelegenheid bij een groot aantal panden 'achter de voorgevel' te komen kijken. Vangaag in de rubriek een gebouw waarvan zaterdag de voordeur ook open staat. We nemen een kijkje achter de voorgevel van: Waterstraat 16. In het begin van de zeventiende eeuw waren de huizen aan de even zijde van de Waterstraat een onderdeel van het Jezuïtencollege. In de periode waarin 's-Hertogenbosch echt 'een klein Rome' was, studeerden hier honderden jongelui om later als missionaris naar het noorden, naar de Republiek te worden uitgezonden. Maar ook hier zorgde '1629' voor een forse verandering. de Jezuïten en de studenten verdwenen. In het college, dat de hoofdingang aan de Verwersstraat had, kwam de gouverneurvan van de stad te wonen. In 1768-1769 maakte Pieter de Swart er een nieuw gebouw van, waarin thans het Noordbrabants Museum gehuisvest is. De huizen aan de Waterstraat boden vanaf het begin van de negentiende eeuw onderdak aan het provinciaal bestuur. Provinciale ambtenaren en politici bestuurden van hieruit Noord-Brabant; een provincie die nu weer bijna tweehonderd jaar de gevolgen van '1629' te boven is. De huidige griffiegebouwen dateren uit het begin van deze eeuw, toen Arthur baron van Voorst tot Voorst commissaris van de koningin was. Rijksbouwmeester Lokhorst was verantwoordelijk voor de bouw. De interessante gevel is opgetrokken in neo-gotische stijl. De rijkversierde en geornamenteerde hoofdingang getuigt daarvan. Via deze ingang kunt u kennismaken met een kantoorgebouw dat anders haast niet meer te bekijken is. Het imago van de provincie van bijna een eeuw geleden straalt het uit. Ondermeer is er nog 'de Statenzaal' te zien. Eens was dit de kapel van de Jezuïten, vervolgens de receptie- en feestzaal van de gouverneur. In 1904 werd deze zaal verbouwd tot vergaderzaal van Provinciale Staten. De gehele zaal heeft nog steeds deze allure. Maar Provinciale Staten vergadert er al ruim twintig jaar niet meer: bij de ingebruikmaking van het Provinciehuis in Zuid raakten niet alleen de kantoren leeg, maar ook de Statenzaal. Sedertdien vergadert de Bossche gemeenteraad er. Enkele jaren geleden werd 'de Statenzaal' gerestaureerd, en nu maakt ook het museum er gebruik van. De provinciale ambtenaren verhuisden omdat ze aan de overzijde van de Waterstraat geen groot provinciehuis mochten bouwen. Het leeggekomen pand huisvest sindsdien Rijkswaterstaat. De instelling biedt bezoekers zaterdag een blik in het verleden. Toch leuk: de Waterstaat in de Waterstraat. |
Gebouw van de Rijkswaterstraat, Waterstraat 16, in de voorgevel. Natuursteen Datering eind negentiende eeuw Rijke neogotische architectuur met toegepaste sculptuur in de vorm van een decoratieve deuromlijsting met loofwerk, gotische raamtracering, maskers en wapen. |
InleidingHet voormalige provinciehuis is gelegen aan de zuidelijke zijde van de Waterstraat in de binnenstad van 's-Hertogenbosch. Het provinciehuis is gebouwd op het terrein van een 17de-eeuws Jezuïetenklooster, dat sinds 1629 gebruikt werd als residentie voor de Gouverneur van de Staten Generaal in Staats Brabant. In 1768 kreeg het Gouvernement een nieuw onderkomen. Een gedeelte van de voormalige Jezuïetenkerk werd gehandhaafd en werd aanvankelijk gebruikt als receptiezaal, later als vergaderzaal voor het college van Gedeputeerde Staten. Tussen 1814 en 1820 werd het complex uitgebreid met gebouwen voor de Gouvernementele Griffie. Toen deze aan het einde van de negentiende eeuw te klein werden werd besloten tot de bouw van een nieuw griffiegebouw aan de Waterstraat, direct ten oosten van het uit 1888 daterende Rijksarchief, naar ontwerp van architect J. van Lokhorst. Het nieuwe provinciehuis werd eveneens ontworpen door Van Lokhorst en vertoont elementen van de rationalistische Neo-Gotiek. In 1897 werd begonnen met de bouw van de westvleugel, parallel aan het Rijksarchiefgebouw. Deze kreeg een aansluiting op de oude Statenzaal. In 1901 volgde de bouw van de noordvleugel langs de Waterstraat, die via een oude doorgang verbonden werd met het 18de-eeuwse Gouvernementsgebouw. Na de voltooiing van de beide vleugels van het provinciehuis ontwierp Van Lokhorst een nieuwe inrichting voor de Statenzaal in Neo-Renaissancestijl. In 1908 werd de archieftoren aan de oostelijke zijde van de noordvleugel uitgebreid. Het provinciehuis heeft in de loop der jaren een aantal wijzigingen ondergaan. In 1930, 1949 en 1950 werden respectievelijk de westvleugel, de noordvleugel en de archiefruimte aan de achterzijde met een verdieping verhoogd. In 1964 werd de zolderverdieping van de vleugel aan de Waterstraat aan de zuidzijde ingericht met kantoren. Ook werd de voormalige conciërgewoning in gebruik genomen als kantoor. Inwendige moderniseringen vonden plaats in de kamer van de Commissaris van de Koningin, de achterhal van de Statenzaal en het oostelijk deel van de bovenverdieping van de noordvleugel, waar na 1971 een kantine werd ondergebracht.OmschrijvingHet deels onderkelderde provinciehuis heeft een globaal U-vormige plattegrond, geopend aan de oostelijke zijde (waar het aansluit op het 18e-eeuwse Gouvernementsgebouw). Het gebouw telt drie bouwlagen plus souterrain, deels onder een zadeldak met leien (noordvleugel), deels onder plat dak (archieftorens en westvleugel). Boven de oude Statenzaal een aan de oostzijde afgewolfd schilddak, gedekt met verbeterde Hollandse pannen. In het dakschild boven de noordvleugel aan de voorzijde dakkapellen met zinken bolpiron. Boven de archieftorens bakstenen balustrades. Gevels in baksteen, met speklagen in gele verblendsteen. Hardstenen dorpel- en waterlijsten. Sierankers in de voorgevel. De noordelijke gevel van de noordvleugel toont een driedelige samenstelling: links het tien traveeën tellende archiefgedeelte, in het midden de noordvleugel van het provinciehuis met de hoofdentree, rechts de voormalige conciërgewoning. In het archiefgedeelte getoogde tweelichtvensters met profielsteen in een door een segmentboog afgesloten vensternis - ter hoogte van de begane grond en eerste verdieping twee boven elkaar geplaatste vensters in een vensternis. In de noordvleugel kruisvensters, op de begane grond onder een ontlastingsboog. Ter hoogte van het souterrain lage vensters met traliewerk. In de conciergewoning eveneens kruisvensters, op de begane grond en eerste verdieping onder ontlastingsboog. Iets rechts van het midden van de noordvleugel de markante ingangspartij, bestaande uit een dubbele houten paneeldeur. Deze wordt omgeven door een grote vensterpartij met boven- en zijlichten, waarin natuurstenen maaswerk in laat-Gotische vormen, verwijzend naar de Brabantse laat-Gotiek. Beeldhouwwerk in de vorm van hoofdjes in de dagkanten van de ingang. Het bovenlicht wordt gevormd door drie door een lancetboog afgesloten drielichtsvensters. Boven de ingangspartij een korfboog, bekroond door een kruisbloem. Aan weerszijden van de ingangspartij natuurstenen wapenschilden met de Nederlandse Leeuw (links) en het wapen van Brabant (rechts). In de achtergevel van de noordvleugel rechts het archiefgedeelte, waarin de vensterindeling overeenkomstig is met de voorgevel. Links hiervan, ter plaatse van het trappenhuis, een smal, hoger opgetrokken torenachtig bouwdeel. Hierin smalle getoogde vensters, per drie gekoppeld. Aan de linkerzijde van dit bouwdeel een lagere, minder diepe uitbouw met spleetvensters op de plaats van een kleiner trappenhuis.In de travee links hiervan op de begane grond een moderne uitbouw met toiletten (hierachter is nog gedeeltelijk het bovenlicht van de oorspronkelijke deur naar de binnenplaats zichtbaar) en twee later toegevoegde rookkanalen. De achtergevel is voorzien van drielichtvensters onder een segmentboog (begane grond) en gekoppelde rechtgesloten tweeruits vensters (eerste en tweede verdieping). Op de bovenverdieping, ter plaatse van de kantine, moderne vensters. Geheel rechts de in 1908 ontstane aansluiting van de archieftoren op het gouvernementsgebouw, bestaande uit een afgeschuinde hoek. Links van de noordvleugel tussen de kantoorvleugel en de conciërgewoning een vijfzijdige traptoren met spleetvensters. De westelijke gevel van de westvleugel (aan de Mortel) telt zestien traveeën en heeft evenals de voorgevel aan de Waterstraat kruisvensters, op de begane grond onder een ontlastingsboog. Links van het midden een vijf traveeën tellende risalerende gevelpartij, waarachter de vergaderzaal van Gedeputeerde Staten. Rechts, ter plaatse van de sanitaire blokken op de begane grond getoogde vensters met zesruits raam met glas-in-lood, op de eerste verdieping tweeruits, op de tweede verdieping drieruits vensters. Onder deze vensters telkens twee spleetvensters. Achteringang met bakstenen trap. In de oostelijke gevel van de westvleugel kruisvensters ter plaatse van de kantoren, op de begane grond voorzien van ontlastingsbogen. Geheel rechts een licht risalerend bouwdeel, waarin ter hoogte van het trappenhuis een viertal gekoppelde hoge rondboogvensters, voorzien van glas-in-lood. In de gevel aan de binnenplaats, iets links van het midden, een vier traveeën tellend risalerende gevelpartij. Links hiervan de aansluiting met de oude Statenzaal. De zuidelijke kopgevel rechtgesloten vensters met kruiskozijnen. Links in de kopgevel, ter plaatse van het trappenhuis grote driedelige vensters met glas-in-lood. In het inwendige is de oorspronkelijke dispositie grotendeels gehandhaafd, enige latere wijzigingen betreffen de latere indeling van de zolderverdieping en het onderbrengen van een kantine op de bovenverdieping van de noordvleugel en de vergroting van de achterhal van de Statenzaal. Achter de hoofdingang van het provinciehuis een grote vestibule, waar de gangen van de noord- en westvleugel uitkomen. In de noordvleugel loopt de gang langs de achtergevel, kantoren aan de Waterstraat. In de westgevel een centrale gang met aan weerszijden kantoren, op de begane grond belangrijke vertrekken voor de Gedeputeerde Staten. Trappenhuizen op de uiteinden van de vleugels en in de oksel tussen de noord- en westvleugel. Ook resteert nog een groot deel van de oorspronkelijke, rijke inwendige decoratie van het provinciehuis. Onder meer zijn van belang: op de begane grond kruisribgewelven in de gangen en vestibule, met hout omtimmerde ijzeren moer- en kinderbalken in de overige vertrekken. In de vergaderzaal van Gedeputeerde Staten balken beschilderd met stadswapens, houten lambriseringen met panelen, goudleerbehang, gietijzeren haard en schouw beschilderd met wapenschilden. Kamer Statenafdeling met schouw met Art Nouveau-betegeling en houten schuifdeur met panelen. Koffiekamer met kunststenen schouw met sculptuur in schouwwangen. Kamer van Commissaris der Koningin met eikenhouten paneellambriseringen, radiatorkasten, paneeldeuren en een schouw. In de Statenzaal is het rijke, oorspronkelijke interieur nog vrijwel geheel aanwezig: o.a. schouw met vergulde beeldengroep, eikenhouten paneellambriseringen, paneeldeuren met omlijstingen, loggia's voor de publieke tribune, etc. Op de bovenverdiepingen balkenplafonds en tegellambriseringen (alleen eerste verdieping). Trappenhuizen met tegellambris (gedeeltelijk verwijderd) en hardstenen trappen met smeedijzeren leuningen. Verder is de constructie van het archiefdepot van belang: vijf etages met gietijzeren roostervloeren en stellingen. WaarderingHet voormalige provinciehuis is van algemeen belang. Het gebouw bezit cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een bestuurlijke ontwikkeling. Het illustreert de groei van de provinciale bestuurlijke organisatie aan het einde van de negentiende eeuw. Het provinciehuis is daarnaast als provinciaal griffiegebouw met archief van belang als bijzondere illustratie van een typologische ontwikkeling. Het voormalige provinciehuis heeft architectuurhistorische waarde door het bijzondere materiaalgebruik en de decoratie en door de plaats die het gebouw inneemt binnen de geschiedenis van het rijksbouwen, met name het werk van architect J. van Lokhorst. Het archiefdepot is van bouwhistorisch belang vanwege de bijzondere constructie. Het voormalige provinciehuis heeft ensemblewaarde als essentieel onderdeel van het complex rondom het voormalige Gouvernement, dat cultuurhistorisch van nationaal belang is. Voorts is het gebouw, tezamen met het eveneens door Van Lokhorst ontworpen Rijksarchief, van belang voor het aanzien van de wijk. Het voormalige provinciehuis is tot slot van belang vanwege de gaafheid en vanwege typologische en functionele zeldzaamheid. |
1966 |
RedactieDrie eeuwen oud gebouw werd in 1904 vernieuwd; alleen de nu ingestorte gevel bleef toen onaangetast. Statenzaal van oorsprong kapelBrabants Dagblad woensdag 12 januari 1966 (foto) |
|
1974 |
RedactieEindelijk betere vergaderzaal. Oude Statenzaal straks voor gemeenteraad van Den BoschBrabants Dagblad dinsdag 10 december 1974 (foto) |
|
1975 |
RedactieBossche raad statigerBrabants Dagblad vrijdag 25 april 1975 (foto) |
|
1995 |
Henny MolhuysenAchter de voorgevel : Waterstaat in WaterstraatBrabants Dagblad donderdag 7 september 1995 (foto) |
|
1996 |
J. Kamphuis, E. Vink, A.J. Vlaardingerbroek, L.B. WeversDe Gouvernementele Griffie te 's-Hertogenbosch. Bouwhistorische aantekeningRijksgebouwendienst / Bureau Rijksbouwmeester / Adviesgroep Monumentenzorg in Rijksbezit ('s-Gravenhage 1996) |
|
1998 |
RedactieKorte bouwgeschiedenis van het complex Waterstraat 16-18s.n. (s.l. 1998) |
|
2011 |
Oud kantoor provincie weer in bedrijfDe allure straalt weer af van het oude provinciekantoor aan de Waterstraat. Erfgoed Brabant en personeel van Noordbrabants Museum zitten er al. Het SM's volgt.
Wim Hagemans | Brabants Dagblad donderdag 14 juli 2011
|
2015 |
De Griffie : Provinciaal Depot voor BodemvondstenHet Provinciaal Griffiegebouw is in 1897 gebouwd als vervanging van een voorganger uit 1820. Het ontwerp lag in handen van rijksbouwkundige J. van Lokhorst die ook verantwoordelijk was voor het ontwerp van het naastgelegen voormalige Rijksarchief.Ook hier is de monumentale inwendige vormgeving van bijvoorbeeld Statenzaal en hal gebaseerd op de voor overheidsgebouwen gangbare neorenaissance architectuur. De pui constructie van de ingang is echter neogotisch, een architectuur die destijds eerder gekozen werd voor rooms-katholieke religieuze gebouwen. In dit gebouw is hetzelfde depotsysteem met ijzeren draagconstructie van de stellingen toegepast als bij het voormalige Rijksarchief.
Magazine Open Monumentendag (2015) 15
|
1928 | Gouvernementsgebouw Pr. Griffie |
1910 | Provinciaal gouvernement |
1943 | Onderlinge Gemeentelijke Boschbrandverzekering |
1948 | Bureaux Prov. Waterstaat |
1948 | Gouvernementsgebouw (Griffie en Archief) |
R.J.P.M. (René) Vroomen Wapens in 's-Hertogenbosch, Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch (2021) 12