Na het uitbranden van de achterbouw van de in het pand gevestigde stomerij was het mogelijk dit, recent aangewezen, gemeentelijke monument grondig te onderzoeken. De opbouw van het pand is typisch voor ’s-Hertogenbosch. Het voorhuis heeft een hoge begane grond, verdieping en kap. Het vaste achterhuis heeft drie bouwlagen en een kap. De bouwlagen verspringen ten opzichte van elkaar in het voor- en achterhuis. Tijdens het archiefonderzoek bleek dat in 1960 de kelder in het achterhuis was gesloopt. Voor de nieuwe functie, een zelfbedieningswinkel, was het tevens noodzakelijk de brandmuur op de begane grond te slopen en een vlakke vloer van voor naar achter te maken. Rechts naast de kelder liep op gelijk niveau met het voorhuis de gang naar achter, terwijl de kelder met tongewelf slechts 45 cm dieper lag. Het pand heeft in beide zijmuren nog muurwerk uit de 14de eeuw. Het pand, dat toen waarschijnlijk één bouwlaag had met kap, is eind 15de of in de 16de eeuw opgehoogd en voorzien van een houtskelet op de verdiepingen. In het achterhuis op de verdieping is duidelijk te zien dat de korbelen en muurstijlen zijn verwijderd. In één van, de zeer fraai bewerkte, peerkraal-sleutelstukken was zelfs de pen van het korbeel nog aanwezig. Dit geeft ons de mogelijkheid om het houtskelet (zonder booronderzoek) dendrochronologisch te laten dateren. Tevens bijzonder in het pand is het interieur op de eerste verdieping. De kamer aan de voorzijde is geheel intact met stucplafond, kastenwand en vensteromtimmering uit de eerste helft van de 19de eeuw. Op de tussenverdieping (boven de kelder) in het achterhuis is nog een gestuukte kachelnis bewaard gebleven uit dezelfde periode. Tussen vloer en stucplafond waren restanten papier gestopt als isolatie. Omdat daar een aantal data opstonden kunnen we deze modernisering van het interieur dateren vlak na 1840. De stilistische kenmerken van de interieuronderdelen bevestigen deze datering. Twee moerbalken van de eerste verdiepingsvloer in het voorhuis waren behangen. Fragmenten van het behang zijn afgenomen voor nader onderzoek. Uit de 18de eeuw zijn ook een aantal interieurfragmenten bewaard gebleven. Op de eerste verdieping in het voorhuis is langs de linker zijmuur een bedstee en kast getimmerd. Door de 19de-eeuwse veranderingen zitten ze nu in de gang. De bedstee heeft prachtige dubbele paneeldeuren met korfboog. Ook de grenen spiltrap, die op de begane grond is verdwenen, is vermoedelijk 18de-eeuws. In de kapconstructie zijn nog onderdelen aangetroffen van de 16de-eeuwse constructie met tussenbalkjukken.
Afbeeldingen:
|
BeschrijvingAlgemeen:Het pand bevindt zich aan de noordwestelijke zijde van de Vughterstraat en staat op een rechthoekig perceel dat aan de achterzijde grenst aan de percelen van de Postelstraat. Het bouwblok waarin het pand zich bevindt is in de 14de eeuw aan de stad toegevoegd en ommuurd. De straat was voor de ommuring reeds bebouwd. Het pand heeft een voor- en achterhuis. Deze indeling is op de verdieping en zolder nog aanwezig, op de begane grond is de brandmuur die op de scheiding staat gesloopt. Het voorhuis omvat een begane grond, een verdieping en een zolder. Het achterhuis heeft een verdieping meer waardoor de vloeren van het voor- en het achterhuis zich niet op gelijke hoogte bevinden. Het geheel is voorzien van een met gesmoorde Hollandse pannen gedekt schilddak. Het dakschild aan de straatzijde is voorzien van een dakkapel (twee tweeruits draairamen) onder een met zink bedekt zadeldak. De samengestelde balklagen zijn in het voor- en achterhuis nog aanwezig, in het voorhuis gaat het om vier vakken, in het achterhuis om drie. De kapconstructie bestaat uit vijf verbeterde Hollandse kapspanten die in de 20ste eeuw zijn aangebracht. Hierbij zijn de nokken van het voor- en achterhuis gelijk getrokken, dat wil zeggen aan de voorzijde verhoogd.Voorgevel:De in staandverband opgetrokken 19de eeuwse lijstgevel heeft een in de 20ste eeuw betegelde pui die nadien blauw is geschilderd. De pui heeft een centrale etalageruit met links en rechts een deur die respectievelijk de bovenwoning en de winkel ontsluit. Op de eerste verdieping is de gevel voorzien van twee zesruits schuifvensters, hardstenen onderdorpels en anderhalfsteens strekse bogen. De vensters zijn op basis van het exterieur symmetrisch in de gevel geplaatst, de dakkapel echter op basis van het interieur. Achter het echterdeel van de gevel is de gemeenschappelijke zijmuur verwerkt waardoor de noklijn van het dak zich niet in het midden van de gevel bevind. De gevel is beëindigd met een wit geschilderde kroonlijst met een laat in de 20ste eeuw vernieuwd fries waarin drie liggende paneeldecoraties zijn opgenomen.Linkerzijmuur:Van de gemeenschappelijke zijmuur zijn geen verdere gegevens bekend.Rechterzijmuur:Van de gemeenschappelijke zijmuur zijn geen verdere gegevens bekend. | 1 |
Achtergevel:De topgevel bevat op de verdieping en op de zolder een enkel venster. Verdere gegevens zijn niet bekend.Interieur:Het interieur maakt geen deel uit van dit onderzoek.Redengevende omschrijvingHet gebouw heeft een hoge monumentale waarde vanwege zijn historische en belangwekkende bouwmassa, structuurbepalende elementen en draagconstructies die dateren uit de late Middeleeuwen. | 2 |
Wolfers, Café
| 56 |
1865 | J. Straatmans (apotheker) |
1875 | J.J. Straatman (apotheker) |
1881 | J.J. Straatman (apotheker) |
1893 | A.W. van der Bruggen |
1894 | A. Maas |
1908 | F. Wolfers (koffiehuishouder, musicus) |
1910 | F. Wolfers (caféhouder, musicus) |
1928 | H.F. Waegemakers |
1943 | J.E. Krols (winkelchef) - H.J.A. Peeters (koopm. in rijwielen en onderdeelen) - Rijwielhandel 't Zuiden |