Dit smalle pandje behoorde samen met het rechter buurpand tot een 23 voet (= 6,61 m) breed perceel. Dit is circa 40 cm smaller dan de huidige pandjes samen. Hebben we hier te maken met een verdwenen osendrup? In 1520 moet Jan van Helmont, die ook het buurhuis nummer 7/9 bezat, de hertogcijns betalen voor het gehele perceel. Ook in 1573 is er nog sprake van één perceel. In het begin van de 16de eeuw woont of werkt Willem de 'snijder' in het pand, omstreeks het midden van de eeuw de schoenmaker Joost Janss. Het bovenste gedeelte van de houten pui zal voldoende licht hebben binnen gelaten om kleren of schoenen bij te maken. Het pandje bezat een insteekverdieping en was geheel onderkelderd. Het in de 17de eeuw aangebrachte gewelf bestaat net als bij het linker buurpand uit dwars geplaatste tongewelfjes die op gordelbogen rusten. De zijmuren en de achtermuur in de kelder kunnen nog uit de 14de eeuw dateren. De kelder was toegankelijk vanaf de straat en het linker buurpand. Een deel van de kelder onder het achterhuis van Orthenstraat 4 behoort nu tot Visstraat 5. De achtermuur is waarschijnlijk de oude zijmuur van Orthenstraat 4. In 1899 is de laatgotische pui gesloopt. De stenen gevel boven de pui werd gesteund door geprofileerde consoles. Aangezien 'De Rink' in 1937 grotendeels vernieuwd is, weten we weinig meer van het oude pand. Bij deze verbouwing is het huis weer samengevoegd met het linker buurpand. | 465 |
v.d. Stay (koffiebranderij)774. "De Rink". Dit huis werd in 1603 bewoond door den zoon van zekeren Jacob in den Rink, die in 1566 de St. Janskerk tegen de beeldstormers had helpen beschermen. | 51 |
1899 | A. van der Staij |
1908 | A. van der Staij (grossier in kol. waren, stoomkoffiebr.) |
1910 | A. van der Staij (i. C.J. Verhulst) grossier in kol. waren, stoomkoffiebr. |
1943 | Cormi (lederhandel) - W.M. Vermeulen Windsant (etaleur C. en A.) |