A.F.A.M. Wetzer, 15 augustus 2005
Met mr. Hein Bergé was hij de grote strijder voor het behoud van de historische binnenstad van 's-Hertogenbosch in de tijd - jaren '60, begin '70 van de afgelopen eeuw - dat slopers en vernieuwers het voor het zeggen leken te hebben. Naast het grote geheel mocht ook het detail op de voorspraak van architect Jan van der Eerden rekenen. Hoe voorbeeldig zou zijn eigen huis in de Verwersstraat er uitzien? In Sichem heet het huis Verwersstraat 75 waar architect Jan van der Eerden vanaf 1960 woont. Naar het Belgische plaatsje Zichem. Van der Eerden heeft daar wel een uitleg voor. 'Bij de bouw van de Sint-Jan is veel gebruik gemaakt van een steensoort uit de contreien van Zichem. Waarschijnlijk heeft toen een handelaar uit Zichem zich hier gemakshalve gevestigd.' Om de naam zichtbaar te maken toont het bovenlicht bij de voordeur sinds 1965 of daaromtrent trots de 'Maagdentoren bij de Demer', die Jan van der Eerden persoonlijk in Zichem is gaan opmeten en vervolgens door een schrijnwerker op schaal heeft laten namaken. In zijn theorie ziet Van der Eerden zich bevestigd door zijn ontdekking dat in Diest, dat vlakbij Zichem ligt, zich een huis bevindt dat In 's-Hertogenbosch heet. Waar het bovenlicht bij de komst van Jan van der Eerden niet meer was dan een veel te grote ruit, weet het model van genoemde Maagdentoren, ook wel Mariatoren, zich gevat in een stijlvol gesegmenteerd raamtype zoals dat vroeger in 's-Hertogenbosch veel voorkwam. Met de nodige passie pratend over zijn huis in de Verwersstraat laat Jan van der Eerden zich bijstaan door een kistje, barstensvol paperassen, tekeningen en krabbels. Geen detail dat dit huis heeft willen prijsgeven of het is minutieus onderzocht en veelal ook in een vluchtige schets zichtbaar gemaakt. Trots pronkt het huis weliswaar | 10 |
met zijn moerbalken die overal nadrukkelijk aanwezig zijn, tegelijk verdriet het de 'histo-architect' zeer dat de bijbehorende muurstijlen, sleutelstukken en karbeels in de loop der tijd allemaal zijn gesneuveld. Maar de bewijzen hoe een en ander ooit in elkaar stak, liggen onomstotelijk vast.StadsbrandDe oorspronkelijke bebouwing van Verwersstraat 75 is naar het deskundig oordeel van navorser Jan van der Eerden veertiende-eeuws, 'misschien zelfs al ouder'. Hiervan is mogelijk de kelder nog over. De kelder heeft geen gewelf, maar een houten balklaag van moer- en kinderbinten in drie traveeën. Dit mag merkwaardig worden genoemd omdat de kamers erboven twee traveeën hebben. 'Vermoedelijk werd het huis na de grote stadsbrand van 1463 vervangen door een nieuw huis. Zowel de balklaag als de gecompliceerde brandgevel van de kelder wijst hierop, evenals de achtergevel van het toen vernieuwde huis, die is opgetrokken uit oud baksteenmatenaal dat waarschijnlijk van de sloop afkomstig is.'Jan van der Eerden: 'De stadsbrand is weliswaar in de Verwersstraat begonnen, maar het deel van de straat waar ik woon bleef gespaard. In de richting van de Markt werd alles verwoest. Er moest dus veel herbouwd worden. Mogelijk heeft de toenmalige bewoner gedacht: als al die huizen zo mooi vernieuwd worden, wil ik ook een nieuw en groter huis. Althans, dat denk ik, maar zeker weten doe ik het ook niet.' HangkamerIn het achterhuis is te zien dat er boven elkaar twee schouwen hebben gezeten. De schouwen in het voorhuis hebben moeten wijken voor een nieuwe trap naar de bovenverdieping, die de oude spiltrap heeft vervangen. Dat moet volgens Van der Eerden om en nabij 1840 zijn gebeurd, 'misschien wel gelijk met de nieuwe empire voorgevel met kroonlijst, die blijkens de gevelsteen van 1834 dateert'. Met de bouw van de nieuwe voorgevel, ter vervanging van de nog bestaande houten frontpartij, is waarschijnlijk ook het balkenplafond van de voorkamer op de bovenverdieping verdwenen. Dit is dan ook de enige kamer in het huis dat een stucplafond heeft, dat de iets hoger gelegen zolderbalklaag aan het zicht heeft onttrokken.In het voorhuis heeft een zogeheten insteek gezeten, zoals dat in veel Bossche huizen het geval is geweest. 'Het voorhuis is drie traveeën diep. In het middenvak werd een tussenwand gemaakt met een tussenvloer, in de vakliteratuur hangkamer geheten. Daar sliepen in de Middeleeuwen de kinderen omdat het er altijd lekker warm was.' Ook de achterkamer kende een insteek, maar dat bleek, zoals Van der Eerden na de koop tot zijn verrassing moest vaststellen, het toilet van perceel Verwersstraat 77 te zijn ... 'Zo vreemd bouwde men vroeger klaarblijkelijk.' Had de vorige bewoner volstaan met het toilet van de buren te maskeren, de nieuwe eigenaar heeft deze ongewenste inbreuk op zijn territoir voor eens en voor altijd teniet gedaan. AsymmetrischTegelijk werd de achtergevel, die bouwvallig was, ontpleisterd en hersteld, bij welke gelegenheid de nieuwe bewoner - gebruik makend van de ruimte die vrijkwam door de eliminatie van genoemd toilet - zowel de raampartij als de openslaande deuren van de achterkamer liet verbreden, wat behalve de lichtinval ook de verhoudingen in het muurvlak ten goede kwam. In verband met dat toilet was de raampartij vroeger blijkbaar versmald. De openslaande deuren werden even breed als het kozijn van de verdieping erboven. Een en ander in dezelfde (Empire-)stijl uitgevoerd, durft | 11 |
Jan van der Eerden zijn ingreep zonder meer 'historisch verantwoord' te noemen. Zulks temeer daar de achtergevel die eerder met een zogenaamd wolfseind was afgeknot, met een nieuw topstuk in de oude staat werd teruggebracht. Verder is Van der Eerden niet gegaan, al wijzen ronde bogen boven de bestaande kozijnen er op, dat er vroeger andere ramen in hebben gezeten. Toen Van der Eerden zich in de Verwersstraat vestigde trof hij niet alleen een achtergevel aan die (slecht) bepleisterd was, maar bovendien asymmetrisch bleek. Om dat te verklaren moet men weten dat er vroeger langs het huis een steegje liep dat via een bruggetje over de achter het huis lopende Binnendieze naar het Oud Bogaardenklooster leidde. Ongeveer halverwege de negentiende eeuw is het steegje opgedeeld tussen de twee belendende percelen. Na het halverwege aanbrengen van een dwarsmuur ging het voorste deel naar de buurman, die omstreeks 1850 zijn voorhuis vernieuwde, terwijl het achterste deel aan Verwersstraat 75 werd toegevoegd, dat daarmee behalve de keuken en de tuin ook de achtergevel een meter breder zag groeien. Tezelfdertijd bouwde de toenmalige eigenaar ter plekke van het bruggetje over de Binnendieze een schuwe, dat, hoewel nog gaaf, in 1961 merkwaardig genoeg op grond van een oude afspraak door de gemeente werd gesloopt, kort na de komst van Van der Eerden. Deze heeft, en nog wel met enthousiaste instemming van dezelfde gemeente, het schuurtje in 1999 nauwgezet gereconstrueerd nadat hij ergens de benodigde oude stenen op de kop had weten te tikken. FunctioneelIn het huis van Jan en zijn vrouw/harpiste Annemarie van der Eerden lopen alle functies dooreen. De huiskamer is net zo goed woon- als werkkamer, de voorkamer is tegelijk werk- en muziekkamer, getuige ook de harp die daar prominent aanwezig is. Geen vertrek in huis of tenminste een van de muren figureert als boekenwand, de slaapkamer niet uitgesloten.Het huis is liefst achttien meter diep, aan de rechterzijde gemarkeerd door een lange gang die, bevloerd met zwarte Naamse plavuizen, van de voordeur naar de keuken voert. Tussen voor- en achterkamer gaat de trap naar boven, waar deze nogmaals voor- en achterkamer scheidt. De zolder strekt zich uit over het hele huis, met aan de achterzijde een paar kleine kamertjes. Nauwelijks vermeldenswaard, ware het niet dat zich hier het enige oorspronkelijke eikenhouten deurkozijn bevindt, aansluitend op de vroegere spiltrap, die ter rechterzijde, vlak voor de voormalige brandgevel tussen voor- en achterhuis stond. Zelfs de oorspronkelijke verf zit er nog op. Kennelijk nooit anders bedoeld dan berg- en rommelzolder te zijn, bekoren de stuk voor stuk kromme balken die men hier ziet eerder dan dat ze ook maar een moment zouden storen. Van de zolder terug naar de kelder, die zich onder de achter(woon-)kamer bevindt. In 1960 was daar nog maar één van de drie moerbalken over en die was zo vermolmd dat het, twee provisorisch gemetselde steunkolommetjes ten spijt, 'onbegrijpelijk is dat de zaak nooit in elkaar is gedonderd'. De kelder is in 1972 in ere hersteld, met inbegrip van de buitentrap. Er kwamen nieuwe balken in, gemaakt naar de oorspronkelijke maten. De vloer kreeg geglazuurde Makkumse plavuizen, weliswaar nieuwe, maar gebakken volgens een oud recept. De vloer werd bij | 12 |
die gelegenheid ook 20 cm. uitgediept om te bewerkstelligen dat men er voortaan rechtop kon staan, hetgeen toch wel noodzakelijk was om deze ruimte tot tv-kamer te kunnen bestemmen, waar bovendien in de achtermuur de resten van wandtegeltjes zijn gemetseld die links en rechts in het huis werden aangetroffen. Behalve die tegeltjes of wat daar nog van over is, zijn er ook een paar relicten van potten en pannen gevonden. In en bij het achterhuis werden respectievelijk een ijzeren en een aardewerk pot gevonden, die volgens een deskundige waren ingemetseld c.q. ingegraven als 'geestesoffers'. Mogelijk voorzien van kruiden zouden ze boze geesten weren. En in de keuken vond Van der Eerden onder een rode plavuis met een rond gat erin een aarden pot, waar veiligheidshalve 's avonds de hete as ingeschoven werd. VoordeurVoor de verhuizing naar de Verwersstraat woonde het echtpaar Van der Eerden op een flatje in Den Bosch-Zuid. Geboren in de Sint Jonsstraat (nr. 22) is het heimwee van Jan van der Eerden naar de binnenstad snel verklaard.Annemarie van der Eerden, afkomstig uit Helmond, later Rotterdam, had minder affiniteit met oude huizen. Had ze derhalve aanvankelijk wat moeite met dit volgens de advertentie 'goed onderhouden herenhuis' (!), sinds jaar en dag wil ze hier ook niet meer weg. Maar al verwierf het pand na alle restauraties een plaats op de Monumentenlijst, dat maakt Verwersstraat 75 in de ogen van Jan van der Eerden nog niet tot een bijzonder huis. 'Het is een gewoon, gemiddeld huis'. Van Sasse van Ysselt vernoemt het dan ook niet in De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch. Ook over zijn vroegere bewoners is niet veel bekend. Bij de volkstelling van 1822 woonde er een gereformeerde 'lijkbidder'. Nadien huisde er ene Johannes Kurvers. 'Die was meester-metselaar. Die zou in 1834 wel eens de nieuwe voorgevel gebouwd kunnen hebben.' Namen als Jhr. De van der Schueren en Van Rijckevorsel wijzen op een zekere status, waarop de Verwersstraat zich van oudsher mag beroepen. Die stand moest worden opgehouden vond ook de toenmalige burgemeester mr. Fr. van Lanschot toen in 1930 de eikenhout voordeur door de toenmalige eigenaar vervangen dreigde te worden door een fabrieksmodel. Op weg van zijn woning in de Peperstraat naar het stadhuis op de Markt greep de gerenommeerde burgemeester persoonlijk in. Hij gelastte de bewoner de oorspronkelijke, vakmanschappelijk gedetailleerde deur exact te laten namaken. Dat is gebeurd, zij het niet in eiken-, maar in vurenhout. Dit nog altijd tot groot verdriet van Jan van der Eerden, bij wie de inbreuk op de voorgeschiedenis van het huis dan ook zwaarder weegt dan het ongemak van het afwisselend krimpen en uitzetten van dit min of meer inferieure materiaal. | 13 |
"Dit huis is honderd jaar lang gruwelijk mishandeld." Jan van der Eerden zegt het op een toon alsnog hij over een dierbaar familielid spreekt. 'In Sichem' heet het huis aan de Verwersstraat 75, waar Van der Eerden sinds 1960 woont met zijn vrouw, de harpiste Annemarie Bom. Sinds 1960 heeft architect Jan van der Eerden (1926) "ontzettend veel tijd, energie en geld" besteed aan het opknappen van zijn pand. "Toen ik er grotendeels mee klaar was, werd het rijksmonument. Maar toen kreeg ik geen subsidie meer." Van der Eerden, die zich zijn hele leven inzette voor behoud en herstel van de historische binnenstad, kocht zijn huis in een periode van verval en betrekkelijke desinteresse in bouwhistorie. "Ik was geboren in de Sint-Jorisstraat 22, en geworteld in de stad. Ik heb altijd heimwee gehouden naar dat oude huis. Op een gegeven moment woonde ik driehoog aan de Gestelseweg. Ik kreeg het er benauwd. Ik heb diverse panden bekeken. Dit huis was 'goed onderhouden', stond in de advertentie. Als dat er staat, is het pand meestal juist slecht onderhouden, maar is tenminste al het oude nog aanwezig. Dezelfde week heb ik het gekocht. Iedereen verklaarde mij voor gek. Het was een zeer onderkomen buurt. Men zei: dit is geen buurt voor jou. Mijn kinderen hadden hier ook niks. Maar ik zag dat het beter zou worden." Het leuke van zijn huis vindt Van der Eerden dat het een doorsnee huis is. "Het is helemaal niet zo bijzonder. Het is geen paleis, het is geen dubbel huis. Er is altijd gemiddelde bewoning geweest, gegoede burgers. Waarschijnlijk hebben ze in de lakenververij gezeten." Maar het is wel oud. "Ik krijg de indruk dat het is gebouwd kort na de stadsbrand van 1463. Niet dat het huis dat hier toen stond is afgebrand. Maar als iedereen in de buurt bouwt, dan zeggen mensen gauw: wij kunnen niet achterblijven, wij willen ook een nieuw huis!" Bovenlicht"Volgens Jan Mosmans, de archivaris van de Sint-Jan, heet dit huis van oudsher 'In Sichem'. Ik heb die naam ook in een koopakte teruggevonden van vóór 1800. Het Belgische stadje Zichem, aan de grens van het oude hertogdom Brabant, werd vroeger met een S geschreven. Ik ben er gaan kijken. Er staat nog een heel grote wachttoren, aan de rivier de Demer. Die toren heb ik opgemeten, en er een modelletje van gemaakt dat nu in het bovenlicht van de voordeur zit.Waarschijnlijk heeft een of andere koopman uit Zichem zich ooit hier gevestigd." Architect Van der Eerden - hij restaureerde talloze panden in heel Nederland, waaronder een dertigtal in Den Bosch - denkt dat de kelder, in het achterhuis onder de opkamer, het oudste deel is van het huis. Er is geen gewelf, maar een laat-vijftiende-eeuwse balklaag. "Wij gebruiken de kelder als televisiekamer, we kijken er naar het nieuws. En als het in de zomer loeiheet is, is het daar heerlijk." Er is nog een oorspronkelijke kelderingang vanaf buiten aanwezig. Van der Eerden maakte zelf een trapje van de keuken naar beneden. In de kelder heeft hij tegeltjes tegen de wanden laten zetten. Van verschillende ouderdom, van misschien wel vijftiende tot achttiende eeuw, allemaal in het huis gevonden. Met een roofvogel, vissen, een hond, maar ook met een minder opwekkend motief als een galgenberg. ConstructiesVolgens Jan van der Eerden is het met zijn middeleeuwse huis vanaf halverwege de negentiende eeuw goed mis gegaan. Toen het huis in 1834 een nieuwe voorgevel kreeg, werd het voor een poosje samengevoegd met het buurpand op nummer 77. "Daarna zijn heel slechte verbouwingen gepleegd. Het huis is honderd jaar lang echt mishandeld, niet door slecht onderhoud, maar door ondeskundige verbouwingen. Verschillende muren zijn gewoon weggehaald, waardoor onder andere een moerbalk en het halve dak geen steun meer hadden. Op de verdieping | 145 |
werd in een gemeenschappelijke muur een toilet voor de buren uitgehakt. Alle nieuwe schoorstenen bleken verkeerd gemetseld. Vier hoeken van het huis waren zwaar beschadigd en verminkt. Constructies zijn gewoon weggehaald. Dat kwam ik allemaal tegen. Ik begrijp nóg niet dat het huis niet een keer in elkaar gedonderd is." Het huis is groot, ongeveer 1000 kuub, maar als typisch Bosch woonhuis opgedeeld in voor- en achterhuis, van elkaar gescheiden door een brandmuur. Er is een hoge voorkamer, die ooit zelfs 4,10 meter hoog was. Van der Eerden vond een halve meter onder het huidige vloerniveau een oudere plavuizen vloer. "Die grote hoogte is kenmerkend voor Den Bosch. Halverwege het voorhuis zat ooit een insteekverdieping. Daar heb ik nog sporen van gevonden. Er zijn in de stad nog wel meer van zulke hangkamers. Het huis heeft een enkel nadeel: er zijn veel kamers, maar die zijn niet zo groot. Met partijen kun je nooit veel mensen ontvangen. Met 20 mensen sta je al boven op elkaar." ScherpenheuvelTussen de huizen op de nummers 73 en 75 was ooit een steegje dat in 1850 in tweeën is geknipt. Het voorste stuk werd toegevoegd aan het perceel van 73, het achterste aan dat van Van der Eerden. "Vanuit het steegje ging een bruggetje over de Binnendieze naar het Oud-Bogardenklooster. Later is op het bruggetje boven het water een schuurtje gebouwd. In 1961 is dat door de gemeente gesloopt, omdat men dacht dat de Dieze toch zou worden gedempt. Een paar jaar geleden heb ik het huisje teruggezet."De familie van Van der Eerden bejegent het huis, maar ook het meubilair met veel respect. Zoals het eikenhouten grote bed op een van de slaapkamers, dat Jans grootvader ooit liet maken van een molenwiek die toen al honderd jaar oud was. Of het antieke boerenkabinetje op de overloop. Aan de binnenzijde hangt een religieuze prent van H. Maria van de Belgische bedevaartplaats Scherpenheuvel, slechts een paar kilometer van Zichem gelegen. "Dat is de huiszegen. Boeren gingen op bedevaart en kochten dan de huiszegen. Zo'n prent werd in het kabinet geplaatst. Als het dan heel slecht weer werd, riepen zij bij het geopende kabinet de moeder Gods aan. Een kennis van ons ging zijn huis opruimen, en had dit staan. Als niemand zo'n kabinet dan ophaalt, ligt het in elkaar." | 147 |
C. Bogaerts1287. "In Sichem". | 68 |
Huis met eenvoudige lijstgevel, schilddak, schuiframen, deurkalf met tandlijst, begin 19e eeuw. Binnen belangrijke overblijfselen van 17e eeuwse balklagen en trap. Voormalig weversatelier. |
1865 | wed. J. Crufer - wed. C. van Vugt (gepensionneerd) |
1875 | jhr. L. ridder de van der Schueren (wethouder dezer gemeente) |
1908 | C.J.H. Bogaerts (leeraar Kon. School) |
1910 | C.J.H. Bogaerts (leeraar Kon. School) |
1923 | Cornelis J.H. Bogaerts (directeur gem. handelscursus) |
1928 | C.J.H. Bogaerts |
1943 | C.J.H. Bogaerts - M.J.S.M. Bogaerts (administratrice) |
Hans Boselie en Peter-Jan van der Heijden, Bossche monumenten in beeld (1975) 89, 94