(No. 26)
Dit huis bestond oudtijds uit twee woningen onder een dak, waarvan de eene het Merenblad en de andere In Swanenborch heette. Heylwich wed. van Jan van Hedel, die dit huis gekocht had van mr. Jeronimus, priester en Christina, kinderen van Philips van Verlaer en Heylwich, de dochter van Henrick Claeszn, verkocht 31 December 1560 (Reg. n°. 204 f. 97) dit huis, waarvan toen gezegd werd, dat het vroeger was één huis en nu is twee woningen onder een dak, staande tusschen het huis, eertijds van Willem Baelgart Janszn, nu der kinderen van Adriaan de Ruyter, Oostwaarts, ex uno en dat voorheen van Bartholomeus Peterszn, rasor pannorum, thans dat van Jan Mathijszn (van Gorcum), wonende in het huis, waar de Moriaan
| 301 |
uithangt, Westwaarts, ex alio, aan Jan, sartor, (schoenmaker), zoon van Willem Jacobszn van Cuyck. Zijne afstammelingen zijnde: Dierick, zoon van wijlen Jacob Janszn van Haeren en Mariken, de dochter van genoemden Jan Willemszn van Cuyck, voor 1/4; Marcelis Walravens, als man van Mayken, dochter van Jacob en Mariken voornoemd, voor 1/4; de voogden over de drie onmondige kinderen van wijlen Jan, zoon van Jacob en Mariken voornoemd, voor 1/4; en de voogden over Jacomina, onmondige dochter van Willem, den zoon van Jacob en Mariken voornoemd, ook voor 1/4, verkochten 13 Januari 1618 (Reg. n°. 343 f. 131 vso) dit huis, dat nu omschreven werd als twee woningen onder een dak met erf en tuin, staande tusschen het huis, dat eertijds was der kinderen van wijlen Adriaan de Ruyter en nu is van Aelken, dochter van Marten Morre, ex uno en dat, hetwelk eertijds was van Jan Mathijszn en nu is van den schrijnwerker Henrick Rutten, (de Moor) ex alio, zijnde eene dier woningen genaamd het Merenblat en de andere in Swanenborch, aan Jan Aertszn van Boxtel, kramer. Diens zoon mr. Henrick van Boxtel, pastoor te den Dungen en Aert Henrickszn Cierneels als weduwnaar en erfgenaam van Mechteld, dochter van Henrick Eelkens en weduwe van genoemden Jan Aertszn van Boxtel, verkochten 23 Juli 1635 (Reg. n°. 337 f. 229) dat huis aan mr. Peter van Haeren, notaris en procureur te den Bosch; deze laatste had van zijne vrouw Jenneken, dochter van Nicolaes Hixpoors, de navolgende kinderen: Johan, procureur te den Bosch; Maria; Anna echtgenoote van Cornelis van de Laer; Nicolaes en Adriana; zij verkochten 29 Januari 1663 (Reg. n°. 443 f. 168) dat huis, hetwelk nu gezegd werd te zijn: twee huysen onder een dack met plaetse, coockhuys, somerhuys ende hoff, genoemt het Merenblat, staande tusschen het huis van Jan de Hont (kleermaker) ex uno en dat van Laureyns van Kessel, oud-secretaris van den Bosch, ex alio, aan mr. Cornelis Coolen 1)
| 302 |
Henrickszn, advocaat aldaar, die 29 Juni 1676 (Reg. n° 494 f. 322) van Catharina van der Wolff weduwe van mr. Johan Gans, president-schepen van den Bosch, kocht de plaats, waarop eens stond een toorn ofte omwatert casteel, nu aff gebroocke sijnde, mette grachten daeromme wesende, gelegen te Beek by Aerle, door genoemden Gans 13 Mei 1673 bij gerechtelijke uitwinning gekocht.
Van genoemden Coolen zal dit huis successievelijk vererfd zijn eerst op eenen Cuijpers, vermits in eene transportakte van het daarnaast staand huis de Vlasbloem als de O.-waarts daaraan belendende eigenaren worden vermeld de erven Cuijpers, - en vervolgens op Daniel Le Martinel. Deze laatste, die kinderloos stierf 2), vermaakte het aan Daniel Le Martinel, woonachtig te den Bosch; Gerardus Le Martinel, soldaat; Maria Le Martinel, gehuwd met Wilhelmus van Tiel, woonachtig te Kessel en Jan Le Martinel, allen kinderen van Anthony Le Martinel en Maria Margreta Allard, dochter van Johan Konings 3); zij verkochten het 24 November 1751 (Reg. n°. 566 f. 98 vso) aan Gerardus Druy, woonachtig te den Bosch, die het naliet aan zijne weduwe Elisabeth Hagedoorn; de curator over haren boedel verkocht het 11 Maart 1801 (Reg. n°. 609 f. 36) aan Hendricus Adrianus Antonius van Ertrijck, notaris te den Bosch; deze was 22 November 1796 aldaar gehuwd met Francisca Johanna van Gulick (dochter van Henricus en Catharina Godschalx), welke hem o.a. schonk een zoon Johannes Antonius van Ertrijck, ook notaris te den Bosch, die de vader werd van Sophia Jacoba van Ertrijck, echtgenoote van Antonius Jansen, thans wethouder van die gemeente.
Hendricus A.A. van Ertrijck voornoemd verkocht 13
| 303 |
April 1802 (Reg. n°. 609 f. 283 vso) dit huis weder aan Thomas Joseph Esaïe, lecteur van de Waalsche Kerk te den Bosch. Thans behoort het aan Dr. Leonard Smit, president van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noordbrabant.
| 304 |