v. Ewijk en v. Oers (samen)
| 73 |
(Wolvenhoek No. 1 - en Achter het Wild Varken Nos. 15, 13 en 11) Dit huis bestond uit huizen, die aanvankelijk toebehoorden aan leden van de Bossche familie Kemp of Keymp.
Bij eene Schepenakte van den Bosch van 1507 (Reg. no. 644 f. 128), waarbij verdeeld werden de nalatenschappen van Jan Kemp Janszn, overleden omstreeks 1494 en van diens echtgenoote Mechteld Toelincx Goessendr, werden toegescheiden aan de kinderen van hunnen zoon mr. Arnd Kemp en diens echtgenoote Margaretha van Kessel Henricksdochter, zijnde Henrick, Jan, priester, Gerard, Arnold en Hillegonda Kemp, welke laatste de huisvrouw was van Herman, den zoon van Gerard Proening van Deventher Hermanszn, vooreerst het te Middelrode staand huis Seldensathe, dat in die akte omschreven werd als: domus quaedam lapidea et area, dicta communiter
| 108 |
op Zaldezat, sita in prochia de Berlykom ad locum dictum Myddelrode, cum suis fossatis, piscariis et simul cum jure patronatus perpetuo conferendi beneficii trium missarum ibidem fundati, etc, en welk huis van genoemden Herman Proening van Deventher geërfd werd door diens zoon Henrick Proening van Deventher, die het vermaakte aan zijne vrouw Agnes van Nederveen, zooals blijkt uit den navolgenden inhoud eener Bossche Schepenakte van 16 Mei 1607 (Reg. no. 304 f. 87 vso): Alsoo Henrick van Deventher Hermanszn by zijn testament van 9 Febr. 1557 uut goeder liefde, trouwe ende affectie, die deselve jegens zyne vrouw Agnes van Nedervenne was hebbende ende die deselve hem beweesen hadde, haar had gelegateerd zyne huysinghe, boghaert ende erffenisse, gelegen te Middelrode, mitsgaders de daartoe behoorende bouwhoeve, en alzoo daarna genoemde Agnes van Nedervenne, toen huisvrouw van Jor. Willem van Lier 1), aan dezen laatste het voorschrevene had gelegateerd en alzoo deze vervolgens tot zijnen erfgenaam had ingesteld zijnen broeder Jor. Joachim van Lier blijkens de interpretatie zijner fideicommissaire erfgenamen Clara van Lier weduwe van Jor. Sebastiaan van Her en Jor. Jan van Leefdael, heer van Lieffringen en diens vrouw Clara van Her, dochter van genoemde Clara van Lier, zoo heeft genoemde Jor. Joachim van Lier het voorschrevene, zijnde: eene omwaterde huysinghe mit een optreckende brugghe, neerhoff, nyeuwe poirte, bouhuys, brouhuys mitten brouketel, brougetouwe ende gereetschap van dyen, peertstal, duyfhuysken, met alle henne gronden, hoeven ende plantagie mitter reygerye daerop ende omtrent staende; item een hoeve lants, daeraen ende by gelegen, etc. tsamen oock mitte gerechticheyt van zeeckere beneficium castrael opten voirs. omwaterden huyse gefundeert zijnde, verkocht aan Wouter Janszn van Wel en Henrick Peterszn van Oeffel, bierbrouwers, voor de eene helft en aan Jan Janszn van Beugen, kramer, Jacob Donck ook kramer en Roelof Noppen Henrickszn | 109 |
voor de andere helft, die het 11 Juni 1608 weder verkochten aan Adolf Graaf van den Bergh 2). Bij gezegde Schepenakte van 1507 werd verder aan genoemde kinderen van mr. Arnd Kemp en Margaretha van Kessel toebedeeld: een huis met erf en plaats, twee kamers en een bakhuis, aan elkander gelegen, alsmede eene brouwerij, staande en gelegen ter plaatse genaamd de Zijle achter het Wild Varken tusschen het erf der erfgenamen van Coenrard Kemp ex uno en het huis, dat, eertijds toebehoorde aan Dirck van Yngen, rasor pannorum, ex alio en hebbende het recht van uitweg over den weg, die uitkomt in de Vughterstraat naast het huis, genaamd In den hond, toebehoorende aan mr. Jan van der Stegen en de kinderen van mr. Arnd Kemp voornoemd.
Dit, zooals laatstgezegd, toebedeeld huis was een deel van het hierbedoeld huis der familie Van der Stegen. Onmiddelijk nadat het hun was toegescheiden droegen de meergenoemde kinderen van mr. Arnd Kemp het over aan mr. Jan der Stegen als zijnde gehuwd met Margaretha Kemp, de zuster van dien mr. Arnd; hij droeg het in 1510 wederom aan gezegde kinderen over, waarna het andermaal aan hem of wel aan zijnen na te noemen zoon mr. Nicolaes van der Stegen den oude kwam.
Over het daarnaast, als gezegd, staand huis van Dirck van Yngen, bevatten de Bossche Schepenregisters het volgende:
a. Reg. no. 96 f. 271. Maart 1501: Aleid, dochter van Goijart, zoon van Henrick van Yngen, rasor pannorum en Heymericus Zybrechts als man van Mechteld, dochter van genoemden Goijart, verkoopen aan Jan Kemp Janszn twee derden in een huis met erf voorheen van Dirck (van Yngen), den bastaard van Steven Becker(s) en Gertruid, de bastaard van Arnd van Waderle, staande aan de Zijle tusschen het erf, eerst van Jan van Dyese, daarna van Jan van Kessel ex uno en dat hetwelk eerst was van Jan van Gemert, daarna van genoemden Goijart van
| 110 |
Yngen, ex alio, zich achterwaarts uitstrekkende tot aan het erf van genoemden Jan Kemp, welke Goijart van Yngen het gekocht had van Elisabeth, dochter van Rutger van de Tandryt en weduwe van Jan van Oss, den zoon van Marcelis, die de bastaard was van den ridder Goijart van Oss. b. Reg. no. 105 f. 217. 12 December 1510. Mr. Jan van der Stegen als man van Margaretha, dochter van Jan Kemp, verkoopt de helft in een huis, dat voorheen was van Dirck (Van Yngen), den bastaard van Stephanus Beckers en Gertruid, de bastaard van Arnd van Waderle, daarna het eigendom van Jan Kemp Janszn, staande bij de Zijle tusschen het huis van Jan van Kessel ex uno en dat, hetwelk voorheen was van Jan van Gemert, ex alio, aan Margaretha weduwe van genoemden mr. Arnd Kemp ten behoeve harer kinderen, welke Jan Kemp Janszn die helft gekocht had van de kinderen van Goijart van Yngen.
Over een ander huis, dat ook behoorde tot het hierbedoeld huis der familie Van der Stegen, bevatten de Bossche Schepenregisters nog het volgende:
a. Reg. no. 110 f. 207. 19 December 1514, Vermits Jordanus van Boert (van Beurden?) namens zijnen zoon Henrick, rector van het altaar van den H. Judocus in de St. Janskerk te den Bosch, domus et domistadium, staande en gelegen aan den hoek van de straat de Zijle tegenover het huis, dat eens van Mechteld Aben was, tusschen het huis van Jan Loenman ex uno en de straat, loopende van gezegden hoek naar de Lombardbrug, ex alio, en welk huis en domistadium nu zijn een huis en een huisje onder één dak, staande tusschen de straat ex uno en het huis van Franck van Langel ex alio en zich uitstrekkende van af de straat tot aan het huis van Goeswijn van Brecht, verkocht had aan den sartor Jan van Vechel, zoon van Jan van den Ham, 9 Januari 1511 (Reg. no. 106 f. 46 vso), zoo heeft deze ze verkocht aan Arnd, zoon van Willem Reynierszn.
b. Reg. no. 124 f. 205 vso. 12 September 1523. Nicolaes van der Stegen, zoon van mr. Jan, koopt een huis met erf,
| 111 |
staande aan de Zijle, tusschen den hoek van die straat ex uno en het huis van Frans van den Wyel ex alio. zich achterwaarts uitstrekkende tot aan het erf van Goeswijn van Brecht, - van Henrick, zoon van Henrick Geritszn, die het in Mei van dit jaar kocht van Arnd, zoon van Willem Reynierszn, welke het op zijne beurt gekocht had van den sartor Jan van Vechel. Hoe het geschied is is niet meer na te gaan, doch zeker is het, dat al de huizen, thans genummerd Wolvenhoek 1 en Achter het Wild Varken 15, 13 en 11, waaronder de voorschrevene begrepen zijn, ten slotte toebehoorden aan mr. Nicolaes van der Stegen den oude, den zoon van mr. Jan en Margaretha Kemp voornoemd.
Zijne familie, die tot de aanzienlijksten van den Bosch behoorde en daar lang in de regeering zat, was denkelijk afkomstig uit Gelderland 3), want in 1356 kocht Dirck van der Stegen van Zevener het in den Bosch in de Hinthamerstraat staand huis de Pauw. Claes van der Stegen Jansz was in 1458 kerkmeester der Bossche St. Janskerk 4); zijn zoon was meergenoemde mr. Jan van der Stegen; deze stierf 20 November 1534 in een huis, staande in den Bosch aan de Hinthamerstraat op het St. Janskerkof en had van zijne vrouw Margaretha Kemp, die 10 Juli 1519 overleed en evenals hij in die kerk begraven werd 5), o.a. een zoon mr. Goeswijn van der Stegen, over wien later en een zoon mr. Nicolaes van der Stegen den oude. Laatstgenoemde was raad van den Bosch in de woelige dagen, welke die stad in de jaren 1566 en 67 doormaakte en de partij der Hervormden toegedaan 6); hij werd deswege op de Gevangenpoort te den Bosch in hechtenis gezet, doch daaruit
| 112 |
in 1569 wegens zijnen hoogen ouderdom ontslagen, zooals blijkt uit de navolgende Bossche Schepenakte van 8 October van dat jaar, Reg. no. 217 f. 271: „Alsoo d'Excellentie van don Ferdinandus Alvarez, hertoch van Alve, etc, lieutenant, Gouverneur ende Capiteyn-generael uuyt regardt van der indispositie ende grooten ouderdom van Nycolaes van der Stegen, gehouden inne der gevanckenisse der stadt van tshertoigenbossche hadde geaccoirdeert ende geconsenteert de relaxatie van zynen persoon ende te houden gevanckenisse in zijn huys binnen den voors. Bossche, mits stellende by hem ierst ende voor all borchtochte van hem te presenteeren altijts ende wanneer hy daertoe versocht soude sijn, ofte by faulte van dien te voldoene het gewijsde. Ende omme dese sake hadde zijn Excellentie den borchmeesteren, scepenen ende raedt van der Stadt van Tshartoigenbossche by beslotene brieven van date den 28 Septembris 1569 geordineert, dat stellende by denselven van der Stegen de borchtochte inne manieren als boven, by souftisante ende gequalificeerde persoenen voer hen gepasseert, deselve borchtochte souden seynden aen dien van den raede van Zyne Maj. neffens zyne Excellentie. Soo zijn gestaen voer scepenen ondergescreven Heer Jan van Wijntelre, presbyter ende beneficiaet der kercken van Ste Johan Evangelist binnen der stadt van Tshartoigenbossche voorscreven, Joncker Willem van Lier ende Jan van der Stegen, soone wylen mr. Jans van der Stegen ende hebben hen borgen ende cautionarissen gestelt voer den voorscreven Nycolaessen van der Stegen, dat zy denselven Nycolaessen van der Stegen sullen presenteren altijts ende wanneer hy Nicolaes daertoe versocht sal zijn, ofte by faulte van dien te voldoene het gewijsde achtervolgende de voors, brieven van zynder Excellentie boven verhaelt, daervoer verbijndende alle henre goeden, hebbende ende vercrygende. Testes Stegen ende Berwouts."
Mr. Nicolaes van der Stegen de oude stierf in het jaar 1580; zijne vrouw was Heylwich, dochter van Franck, den zoon van mr. Franck van Langel, den secretaris van den Bosch;
| 113 |
zij schonk hem 20 kinderen, van wie eenige worden vermeld in na te melden Bossche Schepenakte van 1 Maart 1614, waarbij hare kinderen en kleinkinderen de huizen verkochten, die te zamen uitmaakten het hierbedoeld huis der familie van der Stegen. Bij die akte (Reg. no. 339 f. 286) verkochten 1 Maart 1614:
a. Aerd Nicolaaszn de Quade van Ravesteyn als man van Hesther, dochter van Nicolaes van der Stegen den oude, raad van den Bosch en Heylwich. dochter van Franck, den zoon van mr. Franck van Langel, secretaris van den Bosch, voor 1/5;
b. Nicolaes Janszn Boudewijns als gemachtigde van zijne moeder Florentina, dochter van genoemde echtelieden van der Stegen en weduwe van Jan Henrickszn Boudewijns 7), voor 1/5;
c. Johan van der Stegen, zoon van Nicolaes den jonge, den zoon van genoemde echtelieden van der Stegen; Frederick van Herlaer als man van Johanna, dochter van genoemden Nicolaes van der Stegen den jonge en Emanuel Swerts als man van Margriet, dochter van dienzelfden Nicolaes, te zamen voor 1/5;
d. Aert Mathijszoon als man van Margriet, dochter van mr. Pauwei Golts, doctor in de medicynen en Martha, de dochter van Nicolaes van der Stegen den oude en Johannes Sneten als man van Heylwich, dochter van Maurits Golts, zoon van mr. Pauwei en Martha voornoemd, te zamen voor 1/5;
e. de sub a genoemde Hesther, de sub b genoemde Florenti, de sub c genoemde Margriet en de sub d genoemde Margriet en Heylwich, geassisteerd door hare respectieve echtgenooten, als erfgenamen van Margaretha van Strijp, dochter van wijlen Jan en Mechteld, de dochter van Nicolaes van der Stegen den oude en Heylwich van Langel, te zamen voor 1/5;
allen als erfgenamen van laatstgenoemde echtelieden
| 114 |
van der Stegen: een hoekhuis, staande Achter het Wild varken, tusschen na te melden groot huis ex uno en de straat ex alio, strekkende van de straat tot aan het erf van Margaretha van Brecht, welk hoekhuis tot nu toe gebruikt was geweest tegelijk met dat groot huis, doch nu daarvan gescheiden werd, - aan Jenneken, dochter van Huygen, den zoon van Huygen Mathijszoon en weduwe van Willem Loeniszn van Wyck. Zooals uit voorschreven omschrijving blijkt, werd aan genoemd Jenneken verkocht het hoekhuis, thans genummerd Wolvenhoek 1 en Achter het Wild Varken 15.
Bij akte van 29 Juli 1614 (Reg. no. 339 f. 565) verkochten de zooeven sub a, b en d genoemde personen 3/4 van: eene huysinge, poorte, ledige voorplaetse, middelhuysinge ende sydelhuysinge, middelplaetse ende hoff, staande Achter het Wild Varken tusschen voorzegd hoekhuis en het erf van Margaretha van Brecht ex uno en het huis en erf eertijds van Mr. Wouter van Achelen, raad van den Bosch, nu van mr. Laureyns van der Goes, schoolmeester, ex alio, strekkende voor van de straat tot aan de Dieze, door hen geërfd van Nicolaes van der Stegen den oude en eenige van diens kinderen, welke kinderloos stierven, aan Johan van der Stegen, (den zoon van Nicolaes den jonge), die met zijne zooeven sub c genoemde zusters reeds 1/4 daarin had; in 1616 verkochten die zusters hem hare parten in dat 1/4, zoodat hij nu alleen eigenaar was van dit deel van het huis der familie van der Stegen, dat thans bestaat uit de huizen, genummerd Achter het Wild Varken 13 en 11.
Het voorschreven hoekhuis werd door Willem van Wijck, burger van den Bosch, zoon van Loenis en kleinzoon van meergenoemde Jenneken den 22 Juni 1660 (Reg. no. 440 f. 352) verkocht aan den notaris Joachim van Grinsven; het werd alsnu omschreven als een huis, staande Achter het Wild Varken tusschen het erf van Maria van der Stegen weduwe van Jan Tholinx ex uno en de straat ex alio en met het voorste en achterste eind grenzende aan het erf van Huybert van Berckel, raad van den Bosch, zijnde het door verkooper geërfd geweest van zijne ouders.
| 115 |
De vrouw van Joachim van Grinsven voornoemd was Anna Tholinx; die de dochter was van genoemden Jan Tholinx, secretaris van Vught en Maria van der Stegen, welke laatste wederom eene dochter was van voornoemden Johan van der Stegen, den zoon van Nicolaes den jonge 8). Johan van der Stegen laatstgenoemd was president-schepen van Vught en had van zijne vrouw Ida Bueckentop, dochter van mr. Henrick 9), behalve eenen zoon Nicolaas van der Stegen, die ongeschoeide Carmeliet was en in 1599 stierf en eene dochter Maria, de huisvrouw van Jan Tholinx voornoemd, ook nog eene dochter Elisabeth van der Stegen, die gehuwd was met mr. Geerling Ruys, chirurgijn 10), en hem deze kinderen had geschonken: Jacomina Ruys, echtgenoote van Quirijn van Niel en Hendrina Ruys, de echtgenoote van Johan van Malsen.
Van laatstgenoemden Johan van der Stegen erfden zijne voorzegde dochters hetgeen hij als voorzegd van het huis der familie van der Stegen gekocht en geërfd had en, daar eene dochter van eene dier dochters gehuwd was met Joachim van Grinsven, die, zooals wij reeds zagen, het hoekhuis van dat
| 116 |
huis gekocht had, zoo was dit huis nu weder in zijn geheel in handen van de afstammelingen van eenen van der Stegen. Den 11 Augustus 1701 (Reg. no. 514 f. 165 vso) verkocht Anna Tholinx, toen weduwe van voornoemden Joachim van Grinsven, door tusschenkomst hunner dochter Elisabeth van Grinsven: seeckere achterhuysinge metten geheelen hoff totte middelhegge toe, mitsgaders ledige plaetse ende erffenisse van den put aff tot de gallerye toe, sijnde het achterste quartier der voorhuysinge, uytcomende met een poorte aen de gemeynne straet, toecomende Juffr. Hendrina Buys(ch) weduwe Sr. Johan van Malsen, der naervolgende coperssens moeder, hiertegens affgedeylt, gestaen ende gelegen binnen dese Stadt Achter 't Wilt Vercken tegensover het Lombaert Straetje, de vercopersse in haer weduwelycke staet aenbestorven mits de afflyvicheyt van Juffr. Maria Verstegen 11) weduwe Sr. Johan Tholinx, haere moeder sal, aan de gezusters Anna Maria van Malsen en Elisabeth Jacomina van Malsen.
De verkoopster reserveerde daarbij van het verkochte voor zich: het koockhuys, staende aen de linckerzyde der poortte mette gallerye achter hetselve koockhuys staende ende den stoep langhs de gallerye voors. met eenen voet erve buytten het koockhuys vooruyt ter straet waert; alsmede: het gebruyck van de put, staende aen de inganck van de poortte ende daerenboven de wegh ofte ganck totte Diese.
Van laatstgenoemde koopsters verkocht Elisabeth Jacomina van Malsen, die geestelijke dochter te Mechelen was, 24 Juli 1717 (Reg. no. 538 f. 32) haar aandeel in het door haar als gezegd gekochte aan hare zuster Anna Maria van Malsen, die te Vilvoorden woonde. Beiden erfden daarna van hare moeder Hendrina Ruys weduwe van Johan van Malsen, hetgeen deze van hare moeder Elisabeth van der Stegen van het huis der familie van der Stegen had geërfd.
Johanna Bertina en Jacoba van Grinsven, deze laatste ook nog als erfgename harer zuster Elisabeth van Grinsven,
| 117 |
eenige kinderen van Joachim van Grinsven en Anna Tholinx meergenoemd, erfden van hare moeder ook een deel van het huis der familie van der Stegen; zij verkochten dat 3 December 1722 (Reg. no. 551 f. 328), als wanneer het omschreven werd als: „een welgelege huysinge ende erve, gestaen en de gelegen aghter het Wilt Verken, de huysinge Juffrouw van Malse ex uno, het hoekhuys ex alio”, aan Hermanus Liebers, burger van den Bosch; diens weduwe Anna Catharina Liebers, geboren Brinck, verkocht het 16 Juni 1733 (Reg. no. 556 f. 149 vso) aan Johan Hoogerwerf, commies der recherche te den Bosch. Laatstgenoemde had reeds op 16 November 1730 (Reg. no. 555 f. 216) van het huis der familie van der Stegen van genoemde gezusters Elisabeth Jacomina en Anna Maria van Malsen aangekocht: een huis met erf, tuin, stalling, een huisje ter zijde, put en ledig erf, zijnde dit alles nu een huis met erf, bestaande uit vier afzonderlijke woningen, genaamd de Koningin Anna, staande Achter het Wild Varken tegenover het Lombardstraatje tusschen het huis der erfgenamen van den advocaat Lambertus van den Heesakker ex uno en dat der erfgenamen van Hermanus Liebers ex alio en zich uitstrekkende met eene gemeenschappelijke poort vanaf de straat tot aan de Dieze, zijnde aan de verkoopsters aangekomen voor een deel bij koop op 11 Augustus 1701 en voor het ander deel als erfgenamen harer ouders. Zoo was nu andermaal het geheele huis der familie van der Stegen weder in één hand, echter met uitzondering van een deel van het hoekhuis, dat aan het Groot huis van Brecht grensde en door de erven van Grinsven afzonderlijk verkocht was; dit deel kwam ten slotte aan de erfgenamen van Catharina Huygermans, hiervoren op blz. 105 vermeld, die het 9 October 1767 (Reg. no. 579 f. 75 vso), als wanneer het omschreven werd als: huis en erf, staande Achter het Wild Varken in den Wolfshoek tusschen het huis, dien dag verkocht aan Johan Sartorius, ex uno en dat van Johan Hoogerwerf ex alio, verkochten aan Gerard van Luynen, woonachtig te den Bosch; het is nu het huis, genummerd Wolvenhoek 1.
| 118 |
Wat Johan Hoogerwerf, als gezegd, van het huis der familie van der Stegen gekocht, had werd door de executeurs van zijn testament 30 Juni 1773 (Reg. n°. 583 f. 305) als volgt verkocht:
a. aan Willem Blonket, woonachtig te den Bosch, huis met erf, open plaats, stal, achterhuis en tuin, genaamd de Koningin Anna, staande achter het Wild Varken tegenover het Lombardstraatje tusschen het huis de Trouw ex uno en het volgend huis ex alio;
b. aan Anna Christina Hoogerwerf, echtgenoote van mr. Gijsbert de Jong, heer van Beek en Donk, huis met erf; staande Achter het Wild Varken tegenover den Hollandschen tuin op den hoek der straat naast voorschreven huis ex uno en dat van Gerard van Luynen ex alio; nadat zij van haren genoemden man gescheiden was kocht zij 2 Juli 1774 (Reg. n°. 592 f. 135 vso) bij dit huis van Willem Blonket voornoemd hetgeen deze, als gezegd, van het huis der familie van der Stegen gekocht had; den 19 Mei 1779 (Reg. n°. 593 f. 101 vso) verkocht de curator over haar en haren boedel hetgeen zij van het huis der familie van der Stegen successievelijk had aangekocht, aan Willem Hubert, mr. timmerman en architect te den Bosch, die op de plaats daarvan de drie heerenhuizen zal hebben gebouwd, welke er thans nog op staan en nu genummerd zijn Achter het Wild Varken 15, 13 en 11. Zoo is het erf van het huis der familie van der Stegen ten slotte in vier afzonderlijke huizen gesplitst geworden.
| 119 |
Noten | |
1. | Hij was zoon van Cornelis van Lyere Nicolaeszn en Wyberta van Berchem, de dochter van Jan en Isabella van Etten. |
2. | Het huis Seldensathe behoorde later aan Wernaert Graaf van Oost-Friesland, van wien het erfde Johan graaf van 't Serclaes van Tilly, heer van Heeswijk, Dinther en Berlicum, die het 7 Maart 1631 (Reg. no. 367 f. 200) verkocht aan Joost van Hedickhuysen, drossaard van Heeswijk. |
3. | Men zie nog eene Bossche Schepenakte van 1520. waarbij Hugo, zoon van Mathijs, den zoon van Henrick van der Stegen genaamd van Hedel, pistor, kocht een huis op den Vughterdijk te den Bosch. (Reg. no. 119 f. 70 vso). |
4. | Hij testeerde 17 Mei 1488. A. van der Does de Willebois Studiebeurzen II p. 260. |
5. | Dr. C.F.Xav. Smits De Grafzerken enz. p. 297. |
6. | Prosper Cuypers van Velthoven Documents p. 295, 350, 359, 461 en 563. |
7. | Toen zij reeds weduwe van hem was ging zij voor zich en de overige kinderen van mr. Nicolaes van der Stegen den oude 2 September 1605 (Reg. no. 296 f. 86) een accoord over het huis der familie van der Stegen aan met Goeswijn van Achelen Wouterszn als eigenaar van het daar naast staand huis. |
8. | Hij was secretaris van Prins Willem den Zwijger, stierf 6 Mei 1580 en had tot vrouw Elisabeth van Elmpt, dochter van Jan en Wouterken van Henxtum genaamd van Delft, die hem behalve den zoon Johan ook nog schonk a. eene dochter Jenneken van der Stegen, welke in 1642 reeds overleden was en de vrouw was eerst van Frederik van Herlaer en na diens dood, van Assuerus van Wijnbergen, die in laatstgemeld jaar te Well in Gelderland woonde, en b. eene dochter Margriet van der Stegen, huisvrouw van Emanuel Swerts. |
9. | Diens overige kinderen waren Henricksken Bueckentop, huisvrouw van Willem Sonnemans en Margaretha Bueckentop, huisvrouw van mr. Peter van Everdingen. |
10. | Mr. Geerling Ruys deed als weduwnaar van Elisabeth van der Stegen, zijne eerste vrouw, 31 Dec. 1664 (Reg. no. 445 f. 105) ten behoeve van Quirijn van Niel als man van Jacomina en Johan van Malsen als man van Hendrina, zijnde dezen beiden zijne dochters, afstand van tocht van: ,,huys, erve ende hoff, gestaen Achter 't Wilt Vercken neffens erve Joachims van Grinsven, notaris, suytwaerts ex uno ende neffens huys ende erve der wed. ende kinderen Lamberts van den Heesacker noortwaarts ex alio, streckende oostwaerts van de gemeyne straet achterwaerts de Diese westwaerts". Over deze familie Ruys zie men Taxandria XVIII p. 298. |
11. | Lees: van der Stegen. |
1881 | R. Kruizinga Homan (conrector gymnasium) |
1908 | (Achter het Wild Varken G 230): H.J.P.F. van Ewijk (opz. 1e kl. landsgeb.) |
1910 | H.J.P.F. van Ewijk (districts opz. landsgebouwen) |
1919 | mevr. wed. R.J. Schouten-van Gorkom |
1928 | wed. R.J. Schouten |
1943 | C.B. Brohm (techn. ambt. P.N.E.M.) |