Atelier Andre Schreurs, ca 1930
Mooie namen droegen de panden in de zestiende eeuw: In den Pellicaan, op de hoek van de Hoge Steenweg en het Tweede Korenstraatje en ernaast lag: De Gulden Voetboghe. De namen zijn verdwenen en de huizen zelf ook. Latere verbouwingen tonen heel andere panden dan de oorspronkelijke. Vandaag een kijkje achter de voorgevel van Hoge Steenweg 2-4. In de negentiende eeuw waren het twee naast elkaar staande huizen aan de Hoge Steenweg. Wie de karakteristieke voorgevel heeft laten bouwen of verbouwen is niet bekend: pas vanaf de twintigste eeuw heeft het stadbestuur daar bemoeienis mee. Waarschijnlijk is dat Laurentius van Geffen geweest die het op 11 oktober 1836 van de gezusters Vissers koopt. De familie was vijfenvijftig jaar eigenaar van de twee panden geweest. Van Geffen, oorspronkelijk fabrikant van hoeden en petten, en zijn jonge vrouw Adriana van der Weegen, een mutsenmaakster, waren uit Tilburg afkomstig. In 1846 sterft Adriana in het kraambed. Zoals in die tijd wel meer gebruikelijk was, kwam een dertigjarig ongehuwd schoonzusje van Van Geffen, een zusje van de overledene, in het huis wonen om het gezin te verzorgen. Maar tot een huwelijk tussen hen beiden is het niet gekomen! De zaak verandert kennelijk van negotie, want in het midden van de negentiende eeuw adverteert de firma Van der Geffen Van der Weegen als een 'Magazijn van manufacturen, lakens en modestoffen'. Tevens vervaardigen zij matrassen. Maar ook adverteren zij in het Frans met kleding. 'Confection sur messure pour hommes et enfants'. Een tweede generatie zette de zaak vanaf 1870 voort, maar na de dood in 1894 van Felix-Franciscus van Geffen zette weliswaar diens weduwe de winkel een tijdje voort, maar de derde generatie kwam niet aan het roer te staan. In het begin van de twintigste eeuw werden de twee panden verkocht. In het hoekpand - de Pelikaan - kwam een café en ernaast de Gouden Voetboog, een winkel. In 1920 waren de gebroeders Ubink eigenaar van beide panden geworden. Zij lieten architect H.J.C. de Haan een ontwerp maken voor een nieuwe, grote zaak en de negentiende eeuwse gevels verdwenen. Het is de voorgevel die aan de bovenzijde nu nog duidelijk te herkennen is. Ubink, handelend onder de naam De Kroon, verkocht er eveneens manufacturen, bedden en tapijten. Lang bleef de naam Ubink eraan gehecht. In 1967 komt er een fusie tot stand met de firma Bisschof. Nu komen er twee aparte winkels: een dames- en herenmodezaak aan de Hoge Steenweg en een winkel in interieurverzorging aan het Burg. Loeffplein. Aangezien de ontwikkelingen rond dit plein niet in de lijn der verwachting liepen, werd de laatste winkel weer gesloten. Maar een modezaak bleef aan de Hoge Steenweg. Na acht jaar Bisschof werd het in 1975: Modehuis Lampe. Nu: Miss Etam. |
In het begin van de 16de eeuw is het pand in bezit van de kramer Hendrik van Orthen, genaamd Bonairts. Hij betaalt in 1520 voor een 18 voet (= 5,18 m) breed perceel. Dit is aanzienlijk smaller dan het huidige, wat wil zeggen dat er aan beide zijden een osendrup geweest zal zijn. In 1573 betaalt Dirk de Gruyter als bezitter voor de kramer Peter van Oss, die als huurder staat aangemerkt. Bij de haardentelling van 1553 moet deze Peter echter als huurder van Aart van Os betalen voor drie schouwen. Aangezien er ook door Wouter Bouwens als huurder betaald moet worden voor twee schouwen, zal het pand in die tijd verdeeld zijn in een voorhuis en een afzonderlijk in gebruik zijnd achterhuis. Daarnaast wordt de weduwe van Jacob Cangieter aangeslagen voor één schouw in de kelder. In de huidige kelder is deze schouw niet meer terug te vinden. Mogelijk bevond deze zich in de deels vernieuwde kelder onder het smalle achterhuis. Dit achterhuis kan afzonderlijk benut zijn, aangezien het vanuit het Tweede Korenstraatje toegankelijk was. In 1920 is het hoofdpand op de kelders en de rechter zijmuur na, geheel vernieuwd. Deze zijmuur zal gezien het baksteenformaat nog uit de 13de of begin 14de eeuw stammen. Het losstaande achterhuis, zo blijkt uit de bouwsporen, was in de 15de eeuw al aanwezig. Het is in latere tijd grotendeels vernieuwd. Over het gehele pand zijn we verder slecht ingelicht. Opmetingstekeningen van kort voor de nieuwbouw in 1920 laten eiken moer- en kinder- | 234 |
binten zien. De tekening uit 1832 van Kap. Gevers van Endegeest geeft de gevel van het pand weer met een stenen topgevel. Het pand telde drie bouwlagen met kap. De begane grond was hoger dan van het buurpand Hooge Steenweg 2. Op het schilderij van de Lakenmarkt staat het pand vermoedelijk afgebeeld met een houten gevel. | 235 |
Brabantia38. "De vergulde Voetboghe" of "In den Booghe" anno 1603. | 23 |
1995 |
Henny MolhuysenAchter de voorgevel : De Gulden VoetbogheBrabants Dagblad donderdag 21 september 1995 (foto) |
1822 | Johannes Smolders (koopman) |
1865 | L.L. van Geffen (firma Geffen van der Weegen) koopman in manufacturen, matrassenmaker en vederbereider - J.N. Winter (adjunct-commies ter provinciale griffie van Noordbrabant, agent der Arnhemsche brandverzekering maatschappij) |
1875 | L.L. van Geffen van der Weegen (leverancier van heerenkledingstukken, fabriekant van bedden en matrassen, magazijn van manufacturen enz.) |
1881 | L.L. van Geffen van der Weegen (leverancier van heerenkleedingstukken, fabriekant van bedden en matrassen, magazijn van manufacturen, enz.) |
1908 | Lamb. van Geffen (archit. d'Interieures voll. meubel. 'Brabantia') |
1928 | Mag. de Kroon |