A.F.A.M. Wetzer, 15 augustus 2005
Die prachtige dubbele deur, met al dat koperen beslag. Voor mevrouw Reintje van Grinsven van der Tuyn (1910) is die het gezicht van haar huis. "Iédere week laat ik het koper poetsen." Nummer 18 is één van de weinige huizen aan de Stationsweg die hun oorspronkelijke woonfunctie hebben behouden. De Belgische architect Julien Dony, directeur van de Koninklijke School voor Nuttige en Beeldende Kunsten in Den Bosch, bouwde liefst 45 woningen in de wijk Het Zand. Voor de 'Maatschappij de Stationsweg' ontwierp hij de gehele rij herenhuizen aan de zuidzijde van deze brede boulevard, de hoofdas van de nieuwe wijk die rond 1900 uit de grond werd gestampt. "Toch zijn de gevels allemaal verschillend. De meest chique huizen van Den Bosch stonden in die tijd hier en in de Peperstraat", vertelt mevrouw Reintje van Grinsven, die al sinds 1939 in dit huis aan de Stationsweg woont. "Hier zaten vroeger bijna alleen maar artsen met hun praktijken. De internist dokter Van Balen, dokter Van Erp, dokter Bour, dokter Van der Lugt, dokter Lamers. Specialisten deden toen ook nog vaak onderzoek aan huis, met name bij particuliere patiënten. En op de hoek van de Stationsweg zat de geneeskundige dienst. Iedereen is dood, wij zijn de enigen die er nog wonen." Huisarts Jan van Grinsven nam het huis over van de keel-, neus- en oorarts H. Simon, die naar de Peperstraat 15 verhuisde. Nu zijn aan de Stationsweg bijna alleen maar kantoren en uitzendbureaus. Alleen het buurhuis op nummer 16 wordt ook nog bewoond. Dochter Marie-Madeleine (1950) is in Stationsweg 18 geboren, en woont er na een onderbreking van een aantal jaren nu ook weer. Het huis zit vol herinneringen aan de praktijk van huisarts Van Grinsven, die in 1959 op 54-jarige leeftijd overleed. In de hal beneden hangt nog een bordje met 'Dokter' en 'Assistente'. Patiënten konden een houten fiche met een nummer afnemen naar gelang wie zij wilden spreken. De praktijk was boven, op de eerste verdieping. De zilverkleurige aanduidingen 'wachtkamer' en 'spreekkamer' zijn nog op de deuren naar de betreffende vertrekken voor en achter blijven zitten. Mevrouw Van Grinsven: "De assistente zat op de overloop. Mijn man had vijfduizend patiënten, hij was een geweldige huisarts. Het was hier tijdens de spreekuren een komen en gaan. Vaak was het druk en zat de wachtkamer vol. Dan zaten de patiënten op de trap. De deur beneden bleef gewoon open staan. Kinderwagens stonden onbeheerd op de stoep voor de deur. Dat kon toen nog." Aan de voorzijde van het huis was de spreekkamer, met daarnaast een kleinere onderzoeksruimte. Het bureau van huisarts Van Grinsven staat er nog precies zoals toen, half met de rug naar het raam. Het paarsige glas-in-lood van de bovenramen is origineel. Marie-Madeleine: "Dat glas is Neu Antik, net alsof het gecraqueleerd is." De spreekkamer heeft een ondiep maar breed balkon, waar het op heel hete dagen lekker zitten is. "Hier staat altijd een koude wind. Hoewel die wind met de komst van het grote nieuwe stationsgebouw wel minder geworden is." Het balkon biedt vooral een prachtig panorama over de Stationsweg en het Stationsplein, van oost naast west. Mevrouw Van Grinsven zag vanaf het balkon de afgelopen 64 jaar de wereld om zich heen veranderen. Schuin tegenover was vroeger de stalhouderij van Putters, van wie het huis aanvankelijk gehuurd werd. "In die tijd kwamen op vrijdagmiddag alle dienstmeisjes van de Stationsweg naar buiten om de stoep te schrobben." De auto stond gewoon voor de deur geparkeerd. "Nu mag je niet eens met een auto vol boodschappen voor de deur stoppen. Gelukkig heb ik wel een vergunning om op de stoep in en uit de auto te stappen." | 235 |
Mevrouw Van Grinsven maakte drie stationsgebouwen mee. "Het mooiste was natuurlijk het in de oorlog kapot geschoten gebouw van Ed. Cuypers. Het tweede station was niks. Het Stationsplein is nu als plein wel leuk. Het nieuwste stationsgebouw vind ik ook niet meer zo erg als in het begin. Wij zijn heel tevreden."SiermetselwerkHet huis zelf is grotendeels gebleven zoals het was bij de bouw in 1896. De voorgevel met zijn speklagen en ontlastingsbogen, en siermetselwerk in neorenaissancestijl. De salon en huiskamer zijn verfraaid met ingebouwde houten kasten op de plaats van de vroegere schuifdeuren. De oorspronkelijke plafonddecoratie van wit stucwerk met tulpjes van bladgoud is nog aanwezig. Het huis beschikt over een "extreem groot" trapportaal, vinden de bewoners zelf. "Alsof het als kantoor is gebouwd. "Maar eigenlijk is het een beetje een onmogelijk huis. Er zijn beneden weinig werkkasten. En alleen boven is een toilet, heel gek", zegt Marie-Madeleine. Mevrouw Van Grinsven: "Vroeger was ook buiten een toilet, voor het personeel." Vorige bewoners hebben, in 1918, de keuken wat uitgebouwd. Op de vloer zwarte en gele tegels uit de bouwtijd van het huis. Tegen de wanden ouderwetse vierkante 'witjes'. Marie-Madeleine van Grinsven: "De tegeltjes zijn allemaal wit, maar hebben heel veel verschillende tinten."Op de tweede verdieping, waar vroeger de `meisjes voor dag en nacht' sliepen, zit op de overloop een geheimzinnig deurtje. Erachter is een kastje met kraantje en gootsteen verborgen. "Voor de werkster. Het is vooral heel handig als je boven vuil water wil laten weglopen." Vreselijke herrieOnder het huis, van voor tot achter, is een grote kelder. "Daar zaten we aan het einde van de oorlog, tijdens de bevrijding. We hadden onder de grond een verbinding naar de kelder van de buren gemaakt. We zeiden tegen elkaar: als jullie huis instort, kun je via ons nog weg! Het was die dagen een vreselijke herrie. Ineens kwamen via de brandgang aan de achterkant Engelsen ons huis binnen. Kom er maar uit, zeiden ze. Je bent bevrijd." Het huis liep in die dagen wel wat schade op. "Eerst zat hier een Duitse soldaat binnen. Hij stond voor het raam, met een mitrailleur die hij op het kastje had gezet. De Engelsen zaten toen nog in de binnenstad. Op een gegeven moment ging die Duitser buiten voor het huis staan. Ik zei: ga een eindje verderop, bij de Draak. Maar hij zei: dan heb ik geen zicht meer op de Visstraat. Gelukkig is er verder niks gebeurd. We hebben wel schade gehad door het opblazen van de Wilhelminabrug. Dat gebeurde met geweldige klappen. De blinden van de ramen lagen daarna midden in de woonkamer. Die zijn, net als de beschadigde schuifdeuren, niet meer teruggekomen. En het 'torentje' van de voorgevel is van het huis afgeschoten. Maar dat was na de bevrijding, door een granaat die vanuit Hedel was afgevuurd." Het torentje is wel teruggekomen, maar minder luisterrijk. | 236 |
Westelijke helft van een uit ca. 1897 daterend, naar ontwerp van J.Dony gebouwd, in schoon metselwerk opgetrokken, vlakgedekt pand met verdieping en met een met leien gedekt dakschild, dat doorloopt over het oostelijk en westelijk buurpand, aan de straatzijde; risalerende middenpartij onder insteekkap, voor tegen fantasie-trapgevel met pinakel en achter tegen afgeknot, met leien gedekt tentdak. Gevel met hardstenen plint en natuurstenen banden, blokken en decoratieve details, en terzijde van risaliet afgesloten door gemetselde kroonlijst met consoles. In risaliet dubbele deur met halfrond bovenlicht en met natuurstenen omlijsting bekroond door segmentvormig fronton; twee getoogde vensters met rechtgesloten schuiframen op de begane grond; op de verdieping een natuurstenen balcon op consoles, met uitbuikend smeedijzeren hek en met twee daarop uitkomende getoogde balcondeuren, en een getoogd venster met T-ramen in risaliet; in geveltop een getoogd venster; dakkapel onder zadeldak tegen vernieuwde, gemetselde trapgevel. |
2003 |
Wim HagemansAan de StationswegBossche Pracht 10 (2003) 234-237 |
1908 | E. de Jong (directeur schoenfabriek) |
1910 | E. de Jong (industrieel) |
1928 | E. de Jong |
1943 | J.Th.J.M. van Grinsven (arts) |