Fotopersbureau Het Zuiden, 18 augustus 1932
BeschrijvingAlgemeen:In het midden van de gevelrij van de Jan Schöfferlaan bevindt zich een breed en complex pand op een even breed en maar dieper perceel. Het gebouw, dat in 1931 gereed is gekomen, vormt één geheel met nummer 16 de dienstwoning van de school en is in een sobere expressionistische / Amsterdamse School-achtige stijl gebouwd. Het pand omvat een begane grond, eerste verdieping en een grote zolder onder een uit verschillende dakvlakken bestaande kap gedekt met geglazuurde verbeterde Hollandse pannen.De voorgevel bestaat uit zeven delen; drie tegen de rooilijn aan gebouwde risalieten waartussen en naast vier geveldelen zich terugliggend van de rooilijn bevinden. Het gebouw heeft door deze vorm een schilddak evenwijdig aan de straat met hierop haaks geplaatste zadeldaken met dakschilden. Tegen de zijgevels staan uitgebouwde delen met schilddaken. De haakse hoeken tussen de zijgevels en de voorzijde van de uitgebouwde delen zijn deels opgevuld met een rechthoekige uitbouw onder een kapje met twee dakvlakken en een hoekkeper. Achter op het perceel bevindt zich een Lvormige en overkapte omgang waardoor een afgesloten binnenterrein is gecreëerd. De omgang heeft een blinde achtermuur. De kap (een zadeldak) steunt aan de voorzijde op vierkante houten pilaren met een bakstenen basement en een natuurstenen afdekplaat. Voorgevel:De in Vlaamsverband met handvormstenen opgetrokken voorgevel met verdiepte voegen is aan de linkerzijde voorzien van een doorgang onder een plat dak. Deze doorgang ontsluit het binnenterrein en de overkapte omgang. De doorgang heeft een één steen dikke rollaag boven de doorgang en een deels bakstenen rollaag en deels natuurstenen rand als afdekking van de uitgemetselde bakstenen plint. De plint bevat donkerdere strakke bezande stenen en iets verdiepte voegen. De gevel bestaat uit een middenrisaliet waarin, verdiept in het gevelvlak, een dubbele deur is aangebracht. Naast de deur bevinden zich aan iedere zijde kleppende vensters met natuurstenen dorpels en een verhoogde plint met verticaal geplaatste natuurstenenblokken.De ingangsparij is voorzien van een betonnen afdak op consoles waarboven twee kleine vensters te vinden zijn. De gevel heeft op de eerste verdieping twee hoge smalle gevelopeningen waarvan tweederde is dicht gemetseld, het open deel bevat nog kozijnen. Op de hoeken en in de kopse zij- | 1 |
den van de risaliet zijn vier twee ruits kleppende vensters aanwezig. In de geveltop is een rond venster met verticale roedeverdeling aangebracht met een te openen middendeel. Tegen de middenrisaliet is een lage muur, afgedekt met een natuurstenen plaat, geplaatst die de midden- en hoek risalieten met elkaar verbindt en dienst doet als bloembak. De hoekrisalieten zijn voorzien van hoge smalle vensters die op de begane grond verdeeld zijn in vier ruitvlakken; op de verdieping zijn dat er drie. De vlak tussen de ramen heeft is in bakstenen verdiept in het gevelvlak. In de geveltop zijn witte wijdingskruizen aanwezig. Tegen de buitenzijde van de hoekrisalieten staan lagere bouwdelen, waarin in ieder gevelvlak een staand kleppend tweeruits venster is opgenomen. De waterlijst vormt één geheel met de raamdorpels en doorloopt over beide gevelvlakken. De daken van de doorgang en de garage sluiten aan op de hoofdbouwmassa. De ten opzichte van de rooilijn terugliggende delen bevatten vier vensterassen die per as een raam op de begane grond en de verdieping hebben. Het kozijn op de begane grond bevat een breed vast venster en een smal drie ruits draairaam. De muurdammen tussen de vensters zijn overhoeks geplaatst. Boven ieder venster bevindt zich een bovenlicht dat van het onderste deel is gescheiden door een over de gevel doorlopende uitkragende betonnen plaat. Op de verdieping zijn identieke ramen te vinden als op de begane grond, met uitzondering van de bovenlichten. De vensters hebben halfsteens rollagen en een over de gevel doorlopende betonnen raamdorpel onderbroken door verticale delen bij de muurdammen. Onder de verticaal geplaatste pannen bevind zich een uitkragende bakgoot. In het schuine dakvlak is een dakkapel aangebracht met een golvende daklijn. Linkerzijgevel:De uitgebouwde delen tegen de zijgevels bevatten enkele gevelopeningen. Tegen de linkerzijde is een hoge schoorsteen gebouwd.Het uitgebouwde deel heeft aan de linkerzijde op de eerste verdieping een deur die recent is aangebracht en geen duidelijke functie heeft. Rechterzijgevel:De gevel is blind. | 2 |
Achtergevel:Het dakvlak aan de achterzijde heeft twee balkons en een aantal driehoekige dakkapellen. De gevel is vanaf de openbare weg niet zichtbaar.Interieur:Het interieur valt buiten de context van dit onderzoek. Vanaf de straatzijde kon echter worden vastgesteld dat enkele van de klaslokalen nog in oorspronkelijke staat verkeren en dat de overkapping van de binnenplaats authentiek is.Redengevende omschrijvingHet brede schoolcomplex aan de Jan Schöfferlaan 10-14a is een representatief voorbeeld van een in een sobere Amsterdamse School- / expressionistische stijl gebouwd pand en heeft monumentale waarde vanwege de karakteristieke en afwisselende vormgeving van de bouwmassa, de evenwichtige en plastische vormgeving en detaillering van de gevels (muurwerk, kozijnen) met belangwekkende elementen in het exterieur. De architectuur is karakteristiek en passend in het oeuvre van de architect H.M. de Graaf. In samenhang met de gebouwde omgeving, ondermeer met het door dezelfde architect ontworpen buurpand nr. 16, is de school beeldbepalend en heeft het ensemblewaarde. Verder is het pand, gesitueerd in de uitbreidingswijk de Muntel, representatief voor een bepaalde fase in de stadsontwikkeling en heeft het sociale en economische waarde. | 3 |
1990 |
Bureau Van Leeuwen en Maes, e.a.Cultuurhistorische Inventarisatie 's-Hertogenbosch 4 : De MuntelGemeente 's-Hertogenbosch (1990) 48 |
|
2008 |
RedactiePlan voor woningen in monumentaal pandBrabants Dagblad dinsdag 14 oktober 2008 (foto) |
|
2008 |
Theo HoogbergenEen geur van nieuwheidBossche Omroep zondag 7 december 2008 |
1936 | St. Antoniusschool L.O. |