A.F.A.M. Wetzer, 4 augustus 2020
Dit pand vormde samen met het linker buurpand nummer 21 één 35 voet (= 10,04 m) breed perceel, dat in 1520 al verdeeld is onder twee bezitters. Het onderhavige pand behoorde aan Wouter de messenmaker, die de helft van het totale cijnsbedrag moest betalen. De opgegeven breedte komt overeen met de huidige breedte van de twee percelen met inbegrip van de twee buitenste zijmuren. In het cijnsboek van 1573 staat echter een breedte van 27 voet (= 7,74 m) aangegeven. De reden van deze versmalling is niet duidelijk. Uit de haardentelling blijkt dat de messenmaker Maarten Wouterss als bezitter moet betalen voor drie schouwen en twee smidsen. Hij oefende zijn beroep kennelijk in het pand uit, als opvolger van zijn vader. Op het eind van de 16de eeuw wordt het klooster Mariëndonk bezitter van het pand. Zij had ook het huis 'De Groene Weide', Snellestraat 19/21 en 23 in bezit. Het gehele pand was onderkelderd. De kelder was toegankelijk vanaf de straat en het achtererf. Uit bouwtekeningen valt af te lezen dat het pand onderverdeeld was in een voor- en achtergedeelte, echter zonder tussenmuur. De rechter zijmuur stond volgens de bouwtekeningen koud tegen die van het buurpand aangebouwd. | 308 |
Bij het bombardement van 1601 is het dak met de planken (het beschot) en de 'gespannen' beschadigd. Het dak was kennelijk voorzien van dakbeschot en mogelijk met leien gedekt. Het pand was toen waarschijnlijk in handen van de apotheker mr. Johan van Wamel, die ook het rechter buurpand bezat. De 17de-eeuwse schilderijen geven een gebouw weer van drie bouwlagen met kap. De gevel is een 16de- of 17de-eeuwse trapgevel met hoge pui, twee kruisvensters op de beide verdiepingen en één in de top. Het pand bezat een insteek. | 309 |
BeschrijvingAlgemeen:Het pand is gelegen aan de westzijde van de Schapenmarkt en vormt thans op de begane grond één geheel met de panden Schapenmarkt 19 en 21. Achter de in sobere Amsterdamse School-stijl opgetrokken voorgevel, gaat een laat-middeleeuwse pand schuil dat aan het begin van de 16de eeuw de naam ‘De Vergulde Schotel’ droeg. Het pand is gelegen binnen de oudste stadsommuring. Met de verbouwing in 1930 is het pand behoudens de kelder en de zijmuren grotendeels vernieuwd. Het diepe hoofdbouwdeel heeft een indeling in een voor- en een achterhuis, fysiek gescheiden door een dwarsmuur. Dit bouwdeel omvat vijf niveau’s, te weten een kelder, een begane grond, een eerste en tweede verdieping en een zolderverdieping met zadeldak, gedekt met tuile-de-Nordpannen. Hierachter bevindt zich een kleinere achterbouw, bestaande uit een kelder, een begane grond waarboven twee verdiepingen onder een plat dak. Gezien de tweedeling in de achterbouw, is mogelijk het voorste gedeelte van deze achterbouw oorspronkelijk een binnenplaats geweest, zodat het achterhuis dus los stond van het hoofdbouwdeel. Naderhand is het perceel uitgebreid met delen van het linker- en rechterbuurperceel, en het pand Snellestraat 17. De begane grond is thans samengevoegd met de begane grond van Schapenmarkt 21.Voorgevel:Met de verbouwing van het pand in 1930 is de voorgevel vernieuwd naar ontwerp van de architect P.H. Knoers. Het resultaat is een sobere, in Amsterdamse School-stijl vormgegeven bakstenen topgevel, gemetseld met handvormstenen. De lintvoegen zijn verdiept en op de hoeken is het metselwerk teruggelegd. De winkelpui is thans gemoderniseerd en vormt een geheel met de gevel van het linkerbuurpand Schapenmarkt 21. Boven de pui bevindt zich een betonnen, balkonachtige uitkragende lijst waarop de vier vensters van de verdieping zijn geplaatst. Op de tweede verdieping bevinden zich drie vensters, in de geveltop twee. Kenmerkend voor zowel de vensters op de eerste als op de tweede verdieping zijn: de overhoekse gemetselde muurdammen tussen de gevelopeningen, de opbouw met een verdiept gelegen onderraam en een in het gevelvlak gelegen bovenlicht, voorzien van glas-in-lood. De witgeschilderde, iets uitspringende boven- en onderdorpel vormt tevens een horizontaal accent in de gevel. De bovenlichten zijn kleppend en hebben een voor de bouwtijd karakteristieke kleine indeling met ijzeren roeden. Dat geldt ook voor de twee liggende draairamen op de zolderverdieping. Tussen deze twee vensters is een vlaggenmast geplaatst, horende bij het architeconische ontwerp van de gevel. De | 1 |
spitse geveltop is afgewerkt met keramische tegels als dekstenen.Linkerzijmuur:De linkerzijmuur is gemeenschappelijk met het buurpand en bevat vermoedelijk nog ouder, laatmiddeleeuws muurwerk. Op de begane grond is een doorgang gemaakt naar de kelder onder het linkerbuurpand.Rechterzijmuur:De rechterzijmuur vormt een zelfstandige, ongedeelde bouwmuur en behoort waarschijnlijk nog tot de oudste, laat-middeleeuwse bouwfase van het pand. Ter hoogte van de begane grond is deze muur gesloopt, waarbij het bovenliggende muurwerk wordt opgevangen door een ijzeren balk. Tijdens de sloop van het rechter buurpand in 1967 is aan de buitenzijde van deze zijmuur een boogfries en een natuurstenen gootconstructie aangetroffen. Op deze hoogte bevond zich oorspronkelijk de dakvoet.Achtergevel:Aan de achterzijde wordt het pand van alle kanten volledig ingesloten door bebouwing op de belendende percelen. De achtergevel is derhalve niet in het zicht. Deze hoort, met uitzondering van de top, mogelijk nog tot een oudere structuur.Interieur:Onder het hoofdbouwdeel bevindt zich een oudere kelder (XVI / XVII) met een tongewelf in de langsrichting van het perceel. Het pand bezit enkelvoudige balklagen en een moderne gordingenkap uit 1930. De kelder onder het achterhuis is in 1930 dichtgestort en thans niet meer toegankelijk. Deze kelder bezat waarschijnlijk eveneens een tongewelf in de langsrichting.De balklagen zijn enkelvoudig en van grenenhout (XX). Redengevende omschrijvingHet pand Schapenmarkt 17 heeft monumentale waarde vanwege de karakteristieke en fraai vormgegeven voorgevel. Het pand heeft bouwhistorische waarde vanwege de aanwezigheid van de structuurbepalende kelders en zijmuren, horende bij een oudere, laat-middeleeuwse fase. | 2 |
Kelder eind 16e eeuw zeker aanwezig. |
A. Vincent10. "De vergulde Slotel" Vernoemd anno 1511. - Nog in den sinnekop geschilderd. | 22 |
1865 | H.F. Cordeweener (koopman in manufact.) |
1875 | H.F. Cordeweener (koopman in manufacturen) |
1881 | firma H.F. Cordeweener (koopman in manufact.) - A.F. Vincent (koopman) |
1908 | A. Vincent (manufacturier) |
1910 | A. Vincent (fa. Cordeweener) manufacturier |
1928 | A.J. van der Vlugt |
1936 | J. van de Laar & Zn. (woninginrichting) |
1943 | J. van de Laar en Zn. (woninginrichting, stoffeerderij) |
1943 | J.Th. van de Laar (koopman in meubilair) |