Nos 15 en 13
Dit huis behoorde in de 15e eeuw eerst aan Laureyns van Rode en daarna aan Jan Ghysselen; in 1469 was het het eigendom van Peter Colen en 25 Juni 1527 werd het, zooals wij op blz. 229 reeds zagen, door Joris Sarapson Janszn als man van Engela, dochter van (genoemden?) Peter Colen, zoon
| 493 |
van Coel die dorre, verkocht aan mr. Jan Lombaerts Junior, pensionaris en secretaris van den Bosch; het werd daarbij gezegd te staan tusschen het huis van het Conventus beatae Mariae supra Donckam prope Huesden 1) ex uno et inter hereditatem Judoci, filii Johannis de Heyst, dictam communiter in den blaeuwen hont, ex alio en zich over de Dieze achterwaarts uit te strekken tot aan de straat, loopende achter de kerk der Minderbroeders. (Reg. n° 131 f. 161). Die kooper had, zooals wij hiervoren ook reeds zagen, van zijne vrouw Elisabeth, de dochter van Gerard Michiels, raad van den Bosch en Elisabeth van Enckevoirt, deze kinderen: Willem, Godevaert, Johannes, Elisabeth en Maria Lombaerts van Enckevoirt, die dat huis in 1538 (Reg. n° 155 f. 105) verkochten aan den apotheker Cornelis die Lu Dirckszn; het heette toen reeds Int gulden vlies. Den 3 Maart 1590 (Reg. n° 246 f. 260 vso) werd het van de erfgenamen van dien apotheker en van diens huisvrouw Johanna van Goirle Henricksdr, zijnde o.a. de minderjarige kinderen van Gerard Goyarts van Duppen en Heylwig, dochter van Mathijs Henrickszn van Beurden, van Jan Nicolaaszn Donckers als man van Maria van Dueren Lodewijksdr, enz., gekocht door mr. Johan van Wamel, die eveneens apotheker was. Deze huwde 1° Elisabeth Comans Servaasdochter; 2° Aelken Janssen en had van beide vrouwen kinderen, hiervoren op blz. 334 reeds vermeld. Een dezer, zijnde mr. Johan van Wamel, die ook apotheker was, erfde het hierbedoeld huis; hij huwde Margriet Colen genaamd de Helt, welke hem deze kinderen
schonk:
a. | Johan, over wien hieronder; |
b. | Mechteld, de huisvrouw van Johan van Achelen; (hunne kinderen waren Anna Maria van Achelen, die ongehuwd |
| 494 |
| stierf en Johannes van Achelen, die in den Bosch Achter het Wild varken woonde)!); |
c. | Allegonda, de huisvrouw van Anthony de Hee 2); |
d. | Maria, geestelijke dochter te Weert. |
Johan van Wamel, hiervoren onder a genoemd, was geneesheer te Oirschot en maakte zich aldaar zooveel naam, dat de Keurvorst van Beieren hem in Mei 1696 naar Madrid zond om er de moeder van den Koning van Spanje te genezen; toen hij op zijne reis daarheen te San Sebastiaan was aangekomen vernam hij echter dat 's Konings moeder reeds was overleden, zoodat hij onverrichter zake moest terugkeeren. Van zijnen vader erfde hij het huis het Gulden Vlies; 28 Januari 1705 overleed hij te Oirschot, alwaar hij in de tegenwoordige Katholieke kerk begraven werd. Zijne vrouw was Maria Fey, erfdochter van Cranenburg en dochter van den beroemden Oirschotschen geneesheer mr Aernoult Fey 3); zij stierf 16 eJanuari 1708 en had haren man deze kinderen geschonken:
a. | Johan van Wamel, J.U.L., die in de Bossche St. Janskerk begraven ligt en 26 Februari 1717 stierf; |
b. | Arnout van Wamel, stierf ongehuwd te Oirschot in 1732; hij was eigenaar van het Hof van Solms aldaar, dat zijn erfgenaam Johan de Hee, woonachtig te Berlicum bij den Bosch, 20 September 1738 (Reg. n° 548 f. 79) verkocht aan Govert Quilijn Comans, ritmeester der dragonders; |
c. | Petro van Wamel, priester, stierf 11 Mei 1711; |
d. | Helena van Wamel, stierf 7 Augustus 1708; |
e. | Maria van Wamel, stierf 11 September 1708, huis- |
| 495 |
| vrouw van Dr Johan de Gise, geheimraad en lijfarts van Joseph Clemens Hertog van Beieren en Keurvorst van Keulen. |
Maria Fey voornoemd erfde het huis het Gulden vlies van haren gezegden man en verkocht het 23 Augustus 1706 (Reg. n° 485 f. 102), als wanneer zij te Oirschot woonde, aan Lambertus van Balen, apotheker te den Bosch; van dezen erfde het diens zoon Francis van Balen, koopman te Udenhout, die het 18 Mei 1773 (Reg. n° 592 f. 43 vso) verkocht aan den horlogemaker Leonardus van Doorn. Diens kinderen verkochten het 3 Augustus 1796 weder aan Ida Rossums weduwe van Adrianus Bollens, woonachtig te den Bosch. Hendricus Gerardus Pels Janszoon, koopman, ook wonende aldaar, verkocht het 11 Juli 1837 aan Agnes Johanna, Maria Antonia en Johanna Cornelia Francisca de Leeuw, winkeliersters, allen ook wonende aldaar en thans is het het eigendom van mr Louis Gerrits, lid van Gedeputeerde Staten van Noordbrabant.
Naast dit huis staat het huis, dat oudtijds genaamd was de Blauwe hond en nu genummerd is 11; het behoorde toe: in 1527 aan den zeepzieder Joost van Heyst Janszn, in 1590 aan Adriaan Aertszn de Post, in 1643 aan Anthonis Minoretti en in 1652, toen het geheeten werd het Engelsch gekroond laken, aan den Engelschen koopman Richard Cardero.
Op dit huis volgt het huis Het Gulden hoofd of de Samson.
| 496 |