1905
Dit hoekpand is na het verbreden van de Ridderstraat in 1662 in de breedte ongeveer gehalveerd. Ter plaatse zijn toen nieuwe kameren gebouwd met op de verdieping kantoren voor de stadsaccijnzen. Hierbij is geen gebruik gemaakt van het oude gebouw. De nu nog aanwezige kelder dateert uit de 17de eeuw. Overigens is het huidige gebouw een recente kopie van het in de 19de eeuw vernieuwde huis. Voor de bouwhistorische gegevens zijn we daarom geheel aangewezen op oude afbeeldingen. Deze geven het hoekpand even breed aan als het rechter buurpand. Dit klopt met de gegevens uit de cijnsboeken. Er is sprake van een perceel van 41 voet breed, dat gedeeld is in twee gelijke delen van 5,90 m. Dit is breder dan de beide percelen samen met inbegrip van de breedte van de Ridderstraat. Mogelijk was er een circa 2 voet (= 60 cm) brede osendrup aanwezig. Peter de kangieter moet de cijns betalen. Bij de zetting van 1502/'3 wordt Dirk Cangieter vermeld, mogelijk ook voor het buurpand. Het cijnsboek van 1573 geeft Joost van Berkel de lakenkoopman als betaler op. Na hem moet de zwaardveger (= wapensmid) Jan Peeters betalen. Bij de haardentelling van 1553 moet de bezitter Joost van Berkel voor drie schouwen betalen. De kelder is dan verhuurd en er moet voor één schouw betaald worden. Ook in de smallere kelder uit 1662 zijn sporen van een stookplaats aangetroffen. Het oude brede pand omvatte twee bouwlagen met zolder. Op het voornoemde schilderij van het Schermersoproer heeft het pand één verdieping meer dan op de tekening van Jan Abrz. van Beerstaten, maar er kan ook sprake zijn van een insteekverdieping. Op de eerste verdieping zaten twee hoge kruisvensters die op een woonfunctie duiden. De gevel op het schilderij van het Schermersoproer is een soort trapgevel met hoog doorlopend middengedeelte. De trappen hebben een half cirkelvormige beëindiging. De gevel kan uit 1389 stammen, aangezien in dat jaar het pand in steen herbouwd is. Jan van Beerstraten tekent een soort klokgevel met een extra curve en kruisvensters met halfronde ontlastingsbogen. Deze gevel lijkt echter jonger. Aan de rechterzijde is | 332 |
een kelderingang te zien. De insteekverdieping heeft aan deze zijde een uitgebouwde ruimte die deels op de ver uitstekende luifel staat. | 333 |
Kelder eind 16e eeuw zeker aanwezig. |
Freijssen-v. Opstal235. "De drije Hamers". In 1670, tijdens den bouw van het tegenwoordig stadhuis, "Stadscomptoiren tot de acchijnsen". | 31 |
? |
RedactieMoment voor monument. Ridderstraat 1-1a. De Drije HamersBrabants Dagblad 1976? (foto) |
1977 |
Ontwerp -aanvullende - monumentenlijstHuis met gepleisterde gebosseerde lijstgevel met geprofileerde stucwerk raamomlijstingen met kuif. Geblokt fries met attiek raampjes, fraaie XIXB pui met gedraaide raamstijlen. Balklagen, kap en interieur XIXc. Kelder met tongewelf uit 1992.Gebouw van eenvoudige doch harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde.
Gemeente 's-Hertogenbosch
|
1881 | P. Freijsen (schoen en laarzenmaker) |
1908 | P. Freijssen-van Opstal (schoenfabrikant) |
1910 | P. Freijssen-van Opstal (schoenenfabrikant) |
1928 | P. Freijsen - wed. L.J. Govers - P. Pfeiffer |
1943 | C.Th. Ardenne (koopman) |