A.F.A.M. Wetzer, 8 augustus 2007
Op 17 april 1964 O.K.N. 104.912 werd vergunning verleend tot wijziging van het pand Peperstraat 22, mits de geopende ramen in de rechter zijgevel worden voorzien van een verdeling in gelijke ruithoogten en het bestaande raamtype in de risaliet wordt gehandhaafd, evenwel met minder zwaar rondhout en een roede in de onderramen. |
Bij opgravingen in 2002 is er een 18e eeuws waterkelder gevonden die oorspronkelijk als kelder heeft gediend en doorliep tot onder het buurpand op Oude Dieze 4-6. |
hoek Oude Diest1280. "De Berenbijt" anno 1755. | 67 |
De Berenbijt. Monumentaal hoekpand met geblokte hoekuitmetselingen en middenrisaliet; geprofileerde vensteromlijstingen. Huis "De Berenbijt" zo geheten na samentrekking van twee panden in 1664. Het uitwendige resultaat van een verbouwing in 1852. |
(No. 22) De oudst bekende akte, betreffende dit huis, is die van 24 Maart 1502 (Reg. n°. 97 f. 355 vso), waarbij Heylwich, weduwe van Arnold van de Mortel, die elders genoemd wordt Arnold die becker, wat aanduidt, dat hij het beroep van broodbakker uitoefende, aan Jan van den Hoevel Janszn verkocht een erf met de daarop staande gebouwen, op den hoek der Peperstraat en Oude Dieze, gelegen aan de Peperstraat tusschen de straat de Oude Dieze eenerzijds en het huis van Goeswijn Wegen anderzijds, zijnde het door hem gekocht geweest van Jan Mildman Henrickszoon.
Naderhand behoorden die gebouwen met erf en twee daarnaast staande huizen aan Thomasken en Rodolpha, dochters van Cornelis Dicbier en Mechteld Spyker Jansdochter, (welke vóór dat zij met Cornelis Dicbier huwde weduwe was van Jan Thyenrode). Cornelis Dicbier Jansz, rentmeester der Staten van Brabant in het Kwartier van den Bosch, zal die huizen gekocht hebben, althans hij deed zulks met de beide laatstbedoelde huizen, doordien Henrick, zoon van Herman Bruynincx genaamd van Deventher en Catharina van den Staecke 1), dochter van Nicolaus Wouterszn, hem die 12 October 1510 (Reg. n°. 104 f. 50 vso) verkocht. In 1533 (Reg. n°. 142 f. 400 vso) verleenden Thomasken Dicbier, wier man was Willem Hamer en hare zuster Rodolpha eene grondrente uit voorschreven panden, die alstoen gezegd werden te zijn: drie naast elkander in de Peperstraat staande huizen tusschen de straat, waarmede men gaat naar de Oude Dieze ex uno en het huis van Christina Kethelaer Aelbertsdr, weduwe van Mathijs van Tephelen, Kerkwaarts, ex alio en zich van de Peperstraat achterwaarts uit-
| 446 |
strekkende tot aan het erf van heer Willem van Nulant, priester en kanonik. Van deze gebouwen en huizen waren later maar de twee, die aan den hoek der gezegde straten stonden, indien de drie althans niet tot twee verbouwd waren, in één hand.
Margaretha, dochter van Jan van Brecht, kocht die beide huizen 7 Juli 1576, als wanneer zij gezegd werden te zijn: duae domus, areae, orti sibi mutuo coadjacentes, sitae in Buscoducis ad finem vici Piperis, quarum una cum quadam porta sita est ad seu juxta conum jam dicti vici Piperis, altera vero ad seu juxta conum vici dicti d'Oude Diese, staande tusschen die straten ex uno en het erf der erfgenamen van Jor. Willem de Borchgrave ex alio, - van Willem van Loon Janszoon en diens zuster Mechteld; van Henrica, dochter van Paulus de Greve en weduwe van Martinus van Loon Janszn en van Antonius, zoon van Antonius Hainaert, als man van Anna, dochter van Martinus van Loon voornoemd en Henrica de Greve (Reg. no. 226 f. 296). Haar man Peter, zoon van Peter Lambrechts, verkocht ze aan Gijsbert van Schuelenborch Dirckszn, waarna zijne dochter Margaretha Lambrechts ze 23 Juni 1607 naastte (Reg. n°. 304 f. 166 vso). Den 25 Juli daaraanvolgende (Reg. en blz. alsvoren) verkocht genoemde Peter Lambrechts ze andermaal; koopster werd toen daarvan zijne voornoemde dochter, voor wie nu Henricus Lambrechts als haar curator optrad; zij werden toen gezegd te zijn: twee huysen, erven, hoven, malcanderen aanliggende, gelegen aen d' eynde van de Peperstraet, waervan d' een met eene poort gestaen is aen off omtrent den hoeck van de voirs. Peperstraet. Haar vader is later blijkbaar hertrouwd met Judith, dochter van Jan van der Lee en verwekte toen bij deze ook eene dochter Margriet, want nadat die vrouw weduwe van hem was geworden, verkocht zij 25 September 1642 (Reg. n°. 386 f. 382) voor laatstgenoemde dochter voorschreven huizen aan Jor. David Balfour, kapitein van Schotsche voetknechten en echtgenoot van Anna Bacx, dochter van Pauwels,
| 447 |
gouverneur van Bergen op Zoom en Elisabeth Joachimi. Den 12 Maart 1647, toen hij te Hulst in garnizoen lag, verkocht laatstgenoemde kooper de beide huizen (Reg. n°. 427 f. 199) aan Steven Vermeer van Westerloo, controleur van redemptie der generale middelen over de Meierij van den Bosch en raad van die stad. Diens weduwe Ida Terstegen verkocht ze 4 Mei 1664 (Reg. n°. 457 f. 370) aan Johannes van Grimbergen, koopman in zijden lakens te 's Hertogenbosch 2); hij zal het geweest zijn die van deze beide huizen één huis maakte. Johan van Grimbergen, procureur; Mechelina; Elisabeth en Johanna van Grimbergen, als executeurs van het testament van Johanna de Willefinck, weduwe van mr. Willem van Grimbergen, raad en rentmeester van den Bosch en voorts als daartoe gemachtigd voor het minderjarig kind van wijlen Dominique Pasque de Chavonnes en Maria Magdalena van Grimbergen, alle welk van Grimbergen's de kinderen waren van mr. Willem en Johanna de Willefinck voornoemd, verkochten 25 April 1722 (Reg. n°. 551 f. 240 vso) dit huis, waarvan toen gezegd werd, dat het was één huis met stal en tuin, eertijds geweest zijnde twee huizen en dat het door hunnen voorvader Johannes van Grimbergen gekocht was van de Wed. Vermeer, - aan Abraham van Ruelo, factoor te den Bosch; deze had, zooals wij reeds zagen, van zijne vrouw Aemerentia van Woerkom o.a. eene dochter Maria van Ruelo, die huwde met François Adam Doornick, gep. luitenant der Cavalerie; laatstgenoemde kocht 26 Februari 1755 (Reg. n°. 576 f. 13) van de broeders en zusters zijner vrouw hunne aandeelen in dit huis, dat alsnu omschreven werd als huis met erf, pakhuis, tuin en achterhuis, van ouds genaamd de Berenbijt, zijnde voorheen geweest twee afzonderlijke woningen. Hij verkocht het 27 December 1757 (Reg. n°. 576 f. 358 vso) weder aan Johan van Beverwijk, secretaris der Dingbank van Bergeik, die het 27 April 1773 (Reg. n°. 583 f. 263 vso) op zijne beurt verkocht aan Dina Cornelia van Gerwen, huisvrouw Jean Louis Jannette, woonachtig te den Bosch; het
| 448 |
werd echter 8 Maart 1774 vernaderd door Willem Jan Gualtheri, erfgriffier en erfsecretaris te St. Oedenrode, (denkelijk zoon van Gijsbert en Elisabeth de Jong), die dit huis 12 November 1793 verkocht aan Theodorus Jasper Gast, woonachtig te den Bosch, aldaar geboren in 1741 en overleden 31 October 1803, echtgenoot van Johanna Maria de Mele, de dochter van Louis en Gertruda van Ceulen. Thans behoort het huis de Berenbijt, dat in 1852 geheel verbouwd is door Jan Cornelis Bosch W. Dzn, aan mr. Jan baron van Hugenpoth tot den Beerenclauw. | 449 |
Noten | |
1. | Zij had die beide huizen gekocht van Dirck, den bastaard van Dirck van den Hoevel. Men zie over die huizen nog Reg. no. 101 f. 39 en 102 f. 326 |
2. | Zie over hem Dl. I p. 356. |
1865 | douairière Rigot de Begnins Randwijck (R W baronnesse van) grondeigenaarster |
1875 | mr. H.F.M. van Lanschot (advocaat) |
1881 | mr. H.F.M. van Lanschot (burgemeester dezer gemeente) |
1908 | mr. J.B.W. baron van Hugenpoth (advocaat en procureur) |
1910 | mr. J. Baron van Hugenpoth (advocaat en procureur) |
1928 | mr. F.W. Baron van Hugenpoth - mr. J.B.W. Baron van Hugenpoth - J.W.A. Straeten |
1943 | mr. F.W. Baron van Hugenpoth (adv. en proc.) - mr. J.B.W. Baron van Hugenpoth |
1999 | Geert van de Ven |
Hans Boselie en Peter-Jan van der Heijden, Bossche monumenten in beeld (1975) 75, 76-77
Charles de Mooij en Aart Vos, 's-Hertogenbosch binnenskamers (1999) 32