Aan de linkerzijde van het pand loopt een straatje waarover geen cijns geheven werd. Het naastgelegen huis blijkt slechts 12½ voet (= 3,60 m) breed te zijn geweest, evenals het rechter buurpand. Samen beslaan ze de breedte van het huidige pand Orthenstraat 8/10. Het smalle huisje was gedurende de gehele 16de eeuw in bezit van de linker buurman op nummer 4. Het was in gebruik bij kuipers. De kelder werd afzonderlijk verhuurd en was vanuit het steegje bereikbaar. Hij loopt nu ook onder het rechterdeel van het pand. De beide tongewelven rusten op gordelbogen met pijlers in het midden van de kelder. Deze constructie is vergelijkbaar met die onder nummer 4 en dateert waarschijnlijk eveneens uit de 17de eeuw. In de 19de eeuw zijn ze wederom sterk gewijzigd, zodat we weinig meer over de oude constructies en structuren weten. Op het achtererf stond een achterhuis en een stenen muur ter lengte van 33 voet (= 9,49 m) als scheiding tussen twee percelen. | 467 |
Van dit huis is geen naam bekend. Mogelijk had het samen met het buurpand de naam 'Den Groenen Fluweelen Sadel'. Deze naam zal uit de 17de eeuw of later dateren, toen beide huizen waren | 467 |
samengevoegd. Het perceel wordt, evenals het linker buurpand in de cijnsboeken aangeslagen voor een breedte van 12½ voet (= 3,60 m). Dergelijke smalle panden zijn wel heel uitzonderlijk in de belangrijke Orthenstraat. Hebben we hier te doen met een 25 voet breed pand dat oorspronkelijk in tweeën was verdeeld? In de 16de-eeuwse fiscale bronnen worden verschillende bezitters en gebruikers vermeld. Gedurende de gehele 16de eeuw is het huis in handen van meerdere generaties schrijnwerkers. De kelder onder het voorhuis was vanaf de straat toegankelijk. Hij stond in verbinding met de kelder onder het rechter buurpand nummer 12, dat in dezelfde handen was. De kelder vormde één geheel met die van het linker buurpand, dat zoals vermeld in andere handen was. Hoe het gebruik van de kelders geregeld was, roept vragen op. Ook de eigendomsverhoudingen van de huizen zelf zijn niet duidelijk. Het pand is in de 19de eeuw gelijk met het linker gedeelte ingrijpend verbouwd, zodat we over de rest niets meer te weten kunnen komen. | 468 |
wed. Murk-v. Son
| 25 |
1908 | W. van Sas (commies secretarie) |
1910 | W. van Sas (commies secretarie) |
1928 | mej. M.J.W. van Sas - W. van Sas |
1943 | De Klein Credietbank |
1865 | T.F. Rarickx (particulier) |
1875 | F.J. Pompe (wethouder dezer gemeente) |
1881 | J.F. Pompe (wethouder dezer gemeente) - A.J. Tamson (boekhouder) - J.H. Tamson (winkelier in dekens) |
1908 | fa. wed. A. Murk- van Son (in goud- en zilverw.) |
1910 | fa. A. Murk- van Son (in goud- en zilverw.) |
1928 | F.H.J. Murk |