A.F.A.M. Wetzer, 4 augustus 2007
Onder dit pand loopt aan de linkerzijde de openbare gang 'De Kloostergang' genaamd. Uit de cijnsboeken blijkt dat het perceel samen met een circa 1,40 m brede strook van het rechter buurperceel behoorde tot een groot perceel van 63 voet (= 18,12 m). Dit brede perceel was voor een deel eigendom van het Geertruiklooster. Het grote perceel was in drie kleinere verdeeld, waarvan het rechter omgerekend 20,5 voet (= 5,90 m) breed was. Het huidige perceel, exclusief 'De Kloostergang' is iets smaller. Mogelijk bezat het huis aan de rechter zijde een osendrup, waardoor het kleine maatverschil van circa 15 cm verklaart kan worden. Het rechter gedeelte van het brede perceel was gedurende bijna de gehele 16de eeuw in particuliere handen. Achtereenvolgens werden als cijnsbetalers vermeld: Hubert Ghysbrechsz de schoenmaker, Gerard van Wel eveneens schoenmaker, de scharenslijper Goyaart Janss en het klooster van Sint Geertrui. De 16de-eeuwse percelering komt niet overeen met de huidige. Na de confiscatie van het klooster zullen het pand en de beide buurpanden ter linker zijde nieuw gebouwd zijn op het herverkaveld terrein. Bij de verkoop van de kloosterterreinen in 1706 blijkt het pand en de toen reeds overbouwde Kloostergang ter linker zijde eigendom te zijn van het klooster. Kort daarna zal het huis geheel vernieuwd zijn, waarbij de overbouwing van de Kloostergang bij het pand werd getrokken. De balklagen dateren uit de 18de eeuw. De kapspanten zijn samengesteld uit hergebruikte onderdelen die dendro-chronologisch ná 1473 zijn te plaatsen. Onder het achterhuis bevond zich een smallere kelder, waarvan de ouderdom niet is vast te stellen. Aan de achterzijde is het pand tegen de hoek van het 15de-eeuwse zijhuis van Orthenstraat 41, de keuken (en eetzaal?) van het klooster gebouwd. | 154 |
J.M. v.d. Veer129. "Het Kalkschip". | 27 |
1977 |
Ontwerp -aanvullende - monumentenlijstHuis met eenvoudige lijstgevel XIXB, van schoon metselwerk, twee deuren, waarvan de linker toegang heeft tot de momenteel overbouwde Kloostergang. Enkelvoudige balklagen XIXB, kap met eikenhouten dekbalkjukken met krommers en gekraste telmerken XVI. Onderste gedeelte van de kap beschoten met staand dakbeschot, daarboven eiken- en dennen sporen.Gebouw van eenvoudige doch harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde.
Gemeente 's-Hertogenbosch 1977
|
1865 | wed. C. van der Veer (fabrijkante voor lampenkousjes) |
1875 | P.P.J. Lignac (1e luitenant eerste bataillon) - wed. C.N. van der Veer (fabriekante voor lampenkousjes enz.) |
1881 | J.M. van der Veer (fabriek in lampenkousjes, enz.) |
1893 | J.M. van der Veer (fabrikant) |
1908 | J.M. van der Veer (firma N. v.d. Veer) stoombandfabr. |
1910 | J.M. van der Veer (firma C.N. v.d. Veer) stoombandfabr. |
1928 | J.H. van Hoof - fa. C.N. v.d. Veer |
1943 | J.H. van Asperen (isoleerder-monteur) - A.C.M. Krijger (dekbladvochter) - C.N. v.d. Veer (band- en koordfabriek) |
1865 | W. Verhees (mr. huisschilder) - L. de Vos (koopman in lakens) |
1875 | F. Belderbos (coupeur) - L. Murk (mr. timmerman) |
1881 | H. van Tour (mr. huisschilder) |
1908 | V. van Son (mr. timmerman) |
1910 | W. van Son (mr. timmerman) |
Charles de Mooij en Aart Vos, 's-Hertogenbosch binnenskamers (1999) 74